donderdag 8 maart 2012

Kameroen/Nigeria/Benin

5 maart
                                          Twee uur wachten voor dat de balkjes weg waren.

Helaas het werd géén rustige nacht, toen wij sliepen werd er aan de bus gerommeld. Daar onze twee jerrycans  met reserve diesel achterop stonden waren wij doodsbang dat ze deze zouden stelen. Bij controle bleek er een kudde geiten om de bus te scharrelen, en sommige kleintjes er zelfs onder zaten. En dat herhaalde zich een paar keer. Via een straatje tussen twee huisjes door kwamen we op het traject zonder bestrating door de jungle van nog zo’n slordige 300 km. Waar achteraf bleek dat een gemiddelde van 15 km. per uur amper haalbaar was. We hielden een koffiepauze, één jerrycan diesel leeggegoten in de tank, en weer vertrokken. Na ong. anderhalf uur moesten we stoppen, want er was een blokkade. Toen we even gingen kijken wat er aan de hand was, bleek er een vrachtwagen beladen met enorme boomstammen dwars over de weg te staan, en er stond een personen auto met een afgebroken voorwiel aan de kant. Nadat de personen auto vertrokken was heeft Kees nog een poging gedaan om door de zéér smalle doorgang te gaan, wat mislukte. Na bijna twee uur werd de vrachtwagen door een andere vrachtwagen weer vlot getrokken en konden wij weer onze weg vervolgen. Tegen de avond in een zeer klein dorpje van een paar huisjes een slaapplek gevonden. 

6 maart

                                          Trotse jongen met zijn auto.

Vandaag vertrokken voor de laatste en vijfde etappe van de 800 km. door de jungle. We hoopten de eerste grote stad voor donker te bereiken. Onderweg zagen we een waterpomp naast een schoolplein, dus dat namen we te baat om onze drinkwatervoorraad weer aan te vullen.
Jannie nam een foto van de schoolkinderen die naar ons zwaaiden. Maar bij het naderen van deze kinderen om hun de foto te laten zien op het schermpje van het fototoestel vloog een groot gedeelte weg, dus liep Jannie maar weer terug naar de bus. Daar was inmiddels de leraar aangekomen dus drukte Jannie de foto op ons fotoprintertje in de bus af en gaf deze aan de leraar. Hij was zéér dankbaar voor de foto, maar vroeg als we de volgende keer weer langs kwamen of we dan krijt en andere schoolbenodigdheden mee wilde nemen, want daar was een groot gebrek aan. Toen we in de plaats Djoum aankwamen bleek het tankstation toch diesel te hebben en konden wij weer aanvullen. Het was het eerste tankstation na 750 km. dus waren we er wel aan toe. We hadden het geluk dat het de hele dag droog was, maar in de middag dreigde het te gaan regenen. Toen we de laatste tien km. van het traject ingingen bleek het daar te hebben geregend, en was het modderspoor dusdanig glad en zacht, dat toen we iets opzij gingen voor een tegenligger en weer weg wilden rijden we vast kwamen te zitten. Maar met de hulp van de locale bevolking die de bus er uit duwde konden we weer verder. We waren dan ook dolblij dat we na een paar km. het eerste asfalt sinds dagen zagen. Na de stad te zijn gepasseerd, hebben we bij een zeer klein dorpje een plaatsje voor de nacht gevonden.

7 maart

                                          Slaapplekkie bij deze mensen op het erf.

Vanmorgen werden we verrast door de vrouw die ons toestemming gegeven had om bij hun op het terrein te mogen slapen met een handgemaakt souvenir. Na een uurtje rijden zijn we gestopt voor een koffiepauze en hebben toen de meeste rode stof van de afgelopen vijf dagen geprobeerd te verwijderen uit de bus, wat nog een hele klus was. Doorgereden naar Yaoundé de hoofdstad van Kameroen om een hotel te zoeken. Binnen de kortste keren hadden we een hotelletje gevonden. Na de bus op het parkeerterrein van het hotel te hebben geparkeerd en ingeboekt per direct een taxi genomen om naar de ambassade van Nigeria te gaan. Daar aangekomen kregen we te horen dat we éérst een visum voor Benin het buurland moesten hebben voordat zij een visum afgaven. Toen hebben we een taxi genomen naar het consulaat van Benin.Het consulaat van Benin was al gesloten, maar ze lieten ons toch toe. En waren zelfs bereid om het visum direct te regelen, waar we zeer blij mee waren, want dat scheelt ons een dag. Daarna teruggereden naar het hotel. Honderd meter van ons hotel was een Peugeot dealer, en daar gevraagd of ze een achter schokbreker voor de bus op voorraad hadden. Na de computer te hebben geraadpleegd bleek de levertijd ong. 2 weken te zijn, want zij moesten hem in Frankrijk bestellen. Deze wachttijd is voor ons te lang, want ieder ogenblik kan hier de regentijd beginnen, en daar wij nog een zéér slecht traject van klei van zo’n 70 km vlak voor de grens met Nigeria over moeten kunnen we dit nu niet hebben. Daarna terug naar het hotel om ons voor het eerst sinds tijden te douchen en te ontdoen van de rode stof in onze haren en oren.

8 maart

                                          Schoenverkopers voor ons hotel.

Eerst hebben we diverse papieren ingevuld en diverse kopieën van diverse visums gemaakt,
om vervolgens met de taxi (een rit van ruim een uur kost hier omgerekend ong. € 3,=) naar de ambassade van Nigeria te gaan. Daar hebben we het hele spul afgegeven en kregen we te horen dat we de paspoorten met de visums morgen om twee uur weer konden ophalen. Toen terug naar ons hotel gegaan. Daar met de bus naar de garage gereden, om de stalen motor beschermplaat die onder het motorblok zit los te halen van het motorblok, want door de vele klappen van stenen ed. onderweg is hij vast gaan zitten tegen de motor, en dat resoneert  dusdanig dat het net is of we een lekke uitlaat hebben. Bij de garage aangekomen bleek deze gesloten te zijn wegens de dag van de vrouw, hier in Kameroen een nationale feestdag. Teruggegaan naar het hotel en alle foto’s en dagverhalen bijgewerkt om ze via een usb stick in een internetcafé op de site te plaatsen. 

9 maart

                                          Jannie in het internetcafé.

We zijn om een uur of acht naar de vijftig meter verderop gelegen garage gegaan om te vragen of ze daar onze motor-beschermplaat los konden halen van de motor en het luchtfilter schoon konden blazen. Het was allemaal geen probleem, maar voor dat het zover was wilden wij in de werkplaats even uitleggen wat het werkelijke probleem was, maar dat was nou juist het probleem, publiek mag nooit in de werkplaats komen. Nadat Kees had uitgelegd dat hij de betalende bezoeker was, maakte ze een uitzondering. Om half twaalf konden we de bus weer halen. Ondertussen hebben wij een paar boodschappen gedaan. Teruggekomen bij de garage bleken ze een nieuw stuk schroefdraad aan het chassis te hebben gelast (het oude was afgebroken) om de plaat weer vast te zetten. Het enorme lawaai van het resoneren tegen de motor was in ieder geval verholpen. Hierna zijn we met de taxi naar de ambassade van Nigeria gegaan om onze paspoorten met de visums op te halen. Bij binnenkomst bleken onze visums nog niet aanwezig te zijn en of we even wilden wachten. Na ong. twee uur wachten kregen we de mededeling dat we géén visum kregen om rede dat we geen ingezetene waren van Kameroen. Daar we in Kameroen géén vertegenwoordiging hebben, werden we verzocht contact op te nemen met de Nederlandse ambassadeur in Nigeria. Ter plaatse hebben we nog geprobeerd tel. contact te krijgen maar dat lukte niet, nadat achteraf bleek dat we niet het goede nummer hadden. We zijn toen teruggereden met een taxi naar ons hotel. Daar hebben we op de hoek in het internetcafé op internet het juiste tel. nummer gevonden. Dat hebben we gebeld, maar dat bleek een noodnummer te zijn, en daar wij géén noodsituatie hadden werd ons verzocht maandag ochtend contact met de ambassadeur op te nemen. Toen hebben we het verzoek alvast via email naar de ambassadeur gezonden.

10 maart

                                          Kees op de hotelkamer de site aan het voorbereiden.

We hadden door de situatie een gedwongen rustdag/weekend. Dus hebben we op de hotelkamer de foto’s bijgewerkt wat brieven voorbereid en op een usb stick gezet om het later via internet te versturen. We hebben het één en ander aan de bus gedaan, en verder relaxen.
Toen we uit het internetcafé kwamen om naar ons hotel terug te gaan werden we door een echte tropische regenbui overvallen, de straten leken wel rivieren en stonden in no time helemaal blank.

                                          Tropische regenbui in Yaoundé, bromfietstaxi met speciale paraplui.
11 maart

We zijn begonnen met uitslapen. Toen bleek dat we onze tanden wilden poetsen het hotel zonder water zat. Bij navraag door Jannie kon het wel eens aan het eind van de dag goed komen. Verder naar het internetcafé om de spullen op de site te zetten, en Jan (onze zwager) zijn verjaardag op onze kamer te vieren. Helaas in het internetcafé kregen we te horen dat er een algehele storing was, en dat die waarschijnlijk morgen verholpen zou zijn

12 maart

                                          Luieren en afwachten in de bus.

In de loop van de morgen weer naar het internetcafé om te kijken of er weer internet verbinding was, en om te kijken of we al bericht van de Nederlandse ambassade hadden gekregen. Terwijl wij inderdaad weer internetverbinding hadden kwam plotseling de manager van ons hotel met een van zijn medewerkers die goed Engels sprak om te controleren of we niet stiekem vertrokken waren en of we eventueel per direct wilden afrekenen. Nadat we afgerekend hadden zijn we toch nog op het parkeerterrein van het hotel blijven staan. We wilden niet op de kamer blijven i.v.m. de hoeveelheid muggen, en het warme water om te douchen kwam ook niet meer uit de kraan, dus bleven we liever in onze bus slapen met muskietennet. Daarna nog een paar keer naar het internetcafé gegaan, maar géén antwoord van onze ambassade in Nigeria.

13 maart

                                          Oude Connexion bus in Yaoundé de hoofdstad van Kameroen.

In de morgen weer naar het internetcafé om te kijken of er nu wel antwoord was. Weer niets, dus weer terug naar de bus gegaan, en het via de telefoon geprobeerd te regelen. Maar de desbetreffende Nederlands sprekende medewerker vertelde dat zij niets voor ons konden doen omdat dat niet in hun gebied lag, en dat we maar contact moesten zoeken met de ambassade in Benin het volgende aangrenzende land. Dat per direct via mail gedaan. De manager van het hotel zocht ons op het parkeerterrein op met de Engels sprekende bediende of we wel wilden betalen voor de parkeerplaats die we in namen. Dat vonden we uiteraard géén bezwaar want we stonden daar goed en veilig. We hebben meteen voor twee nachten betaald. Tot onze verbazing zagen we regelmatig bussen van Connexion rijden die uit Nederland geïmporteerd waren, en één had zelfs het opschrift aan de voorzijde, Edam als bestemming er nog op staan.

14 maart
                                          Een terrasje in Yaoundé.

Als eerste die ochtend weer naar het internetcafé gegaan. En Ja hoor van beide Nederlandse ambassades hadden we antwoord gekregen. Zij konden ons absoluut géén hulp verlenen voor een visum te verkrijgen voor Nigeria. Zij adviseerden ons om nogmaals bij de ambassade aan te dringen op hun medewerking. Of om te kijken of er een boot/ferry verbinding was met het volgende land Benin, om zo Nigeria te omzeilen. Dit konden we informeren in de havenstad Douala zo’n 250 km. naar het westen. We zijn gezellig de stad ingegaan en hebben  om wat voorraad aan te leggen, en zijn ’s avonds op een terrasje kip met patat gaan eten. Toen we zaten te eten werden wij aangesproken door een man die vroeg of het wel lekker was, waarop wij bevestigend antwoorden. Bij het afrekenen zei de bediende dat de man die ons aangesproken had en verderop aan een tafeltje zat voor ons nog een compleet portie had betaald en dat we dat dus mee konden nemen.


Na de man bedankt te hebben zijn we naar de bus gegaan en hebben daar de patat verder opgegeten en de kip voor de volgende dag in de koelkast gelegd.

15 maart
                                          Onderweg in Kameroen.

Om negen uur met de taxi naar de ambassade van Nigeria gegaan voor een finale verzoek.
Daar aangekomen kregen we te horen dat de ambassadeur een paar dagen weg was, en dat er ook nog een consulaat in de havenstad Douala was, en dat we het daar eventueel konden proberen en dat we daar een grotere kans hadden. Daar de bus rijklaar was zijn we per direct naar het 250 km. verderop gelegen Douala gereden. Vreemd genoeg werden we bij een politie controle waar de desbetreffende agent voor ons salueerde gewaarschuwd dat er snelheids controles met lazerguns onderweg waren, waarop wij hem bedankten. Aangekomen in  de havenstad Douala (een paar miljoen inwoners) en een plekkie voor de nacht gevonden op een mooi parkeerterrein.

16 maart

                                          Douane bij de haven.
Toen we wakker werden waren diverse mensen op het parkeerterrein auto’s aan het wassen.
Er kwamen een paar mensen met bankjes en een stoepbord voor de bus zitten. Het bleken mensen te zijn die andere mensen hielpen bij het invullen van gerechtspapieren. Daardoor was het behoorlijk druk voor onze bus, en hadden wij meer belangstelling van mensen die de landkaart met onze route bekeken dan de stand. Tijdens een wandeling in de buurt kwamen we  bij een zeetransport bedrijf waar we een gesprek hadden met de directeur die ons ook koffie aan bood. De man gaf ons diverse tips dat wij naar de havenplaats Tiko zouden moeten voor een ferry naar Nigeria, en tevens kregen we van hem het adres van het Nigeriaanse consulaat dat op loopafstand van zijn bedrijf was. Bij het consulaat aangekomen (het was vandaag vrijdag) kregen we te horen dat we maandag om tien uur terug moesten komen want dan namen ze de visumaanvragen in behandeling. Teruggegaan naar de bus, waar het nog even druk was van mensen die van alles over onze reis wilden weten, en niemand in Afrika kent een kampeerbus, dus we hebben een paar keer de bus van binnen laten zien. Toen Kees met een persoon sprak dat wij een ferry zochten naar Nigeria of Benin, waar wij en de bus op zouden kunnen wist hij wel iemand met een boekingskantoor. De man ging druk voor ons bellen, en na een half uurtje kwam er iemand met de auto van het boekingskantoor. Alles ging toen in een stroomversnelling. De man zei dat we mee moesten met zijn auto om naar het consulaat te gaan, waar hij al een afspraak geregeld had voor ons. Daar aangekomen werden we binnen gelaten voor een gesprek, en kregen we te horen wat we maandag aan papieren moesten inleveren om snel een visum te krijgen, volgens de medewerker was het géén probleem. Toen met de auto naar de stad waar wij een medewerkster van hem oppikte en naar een restaurant gingen om de boottickets voor ons te regelen. Bij de ambassade was één van de vereiste papieren n.l. een kopie van de boottickets. Daarna via een bank waar wij het geld voor de boeking van de bus op de boot uit de muur haalden (niets kan in dit land met creditcard of bankpas, echt alles gaat contant), naar het boekingskantoor van de man. Daar aangekomen de kwitanties gekregen waarna hij ons terug bracht naar onze bus, en hij met zijn vriend bij ons in de bus stapte om naar de havenplaats Tiko (ong. 50 km. verderop) te gaan om de bus formaliteiten bij de douane voor te bereiden, zodat het maandag niet te veel tijd zou vergen.
De ferry vaart n.l. twee keer per week naar Nigeria, op maandag en op donderdag. En ze wilden proberen het geheel maandag te regelen, zodat we dan op die dag mee kunnen. Hierna zijn we teruggereden naar Douala en hebben onderweg de mannen afgezet. Onze parkeerplaats weer opgezocht, maar wilden nu graag op een niet zo drukke plek in een andere hoek staan onder bomen i.v.m. de schaduw. Daar het inmiddels donker was geworden zag Kees niet dat er een putdeksel ontbrak en reed met het linker voorwiel daar in (de put in ong. 1 vierkante meter en een meter of 2 diep). Met géén mogelijkheid kregen we de bus er uit, het was bijzonder stil op de parkeerplaats, er liep maar één persoon, die kwam kijken en riep toen nog een paar andere passanten erbij, en met vereende krachten, de voorkant tillend en de achterkant duwend kwamen we uit het gat.

17 maart

                                          Zwerver slaapt bij onze bus.

Het was bloed heet, zelfs als we stil zaten kwam het transpiratievocht gewoon uit onze armen.
We hebben gelukkig in de bus een tien bladige ventilator in het plafond van de bus boven ons bed, die we zo goed als de hele nacht aan hebben gelaten, anders was het niet te doen.
Tijdens ons ontbijt hoorden we ineens getrommel, toen we gingen kijken bleek er een regio optocht als reclame voor lokale verkiezingen aan te komen. Direct daarna kwamen er allemaal mensen voor een bruiloft, die in het gemeentehuis tegenover het parkeerterrein zou worden voltrokken. Later bleek er nog een bruiloft te zijn naast ons parkeerterrein. Na ong. twee uur ging het eerste bruidspaar pas het gemeentehuis in. Terwijl wij stonden te kijken kwam één van de mannen van het boekingskantoor even langs om te vragen of we goed hadden geslapen na zo een drukke dag. Daarna nog even een gezellig gesprek gehad met de fotografen van de bruiloften. De hele dag was er een zwerver rond de bus, die pas tegen de avond vertrok.
Het was een echte relaxdag, want alles staat in het teken van het wachten dat we maandag met de boot zouden gaan. Jannie heeft de bus van binnen nog even van het ergste rode stof ontdaan, daarna nog even wat mondvoorraad gehaald en in de bus gekookt.
Na het eten kwam er een politieagent bij de bus zitten (hij was één van de mensen die had geholpen om de bus uit de put te krijgen) om even een glaasje fris te drinken. en ons uit te nodigen voor de volgende morgen om een voetbalwedstrijd tussen twee politie teams bij te wonen. Hierna ging hij naar zijn werk.

18 maart

                                          Bananen verkoper, 12 jaar oud.

Weer zéér warm weer vandaag. We zijn vroeg opgestaan om naar de voetbalwedstrijd te kijken, die ongeveer om tien uur was afgelopen. Daarna zijn we teruggegaan naar de bus voor het ontbijt. En hebben de site en de foto’s weer eens voorbereid en op de usb stick gezet voor als we weer eens internetverbinding hebben. De bus volgetankt met diesel en nog een laatste beetje Kameroens geld uit de muur getrokken voor het te betalen visum geld. 
Even door de stad gereden, en bij een hotel hadden we voor de deur een onbeschermd netwerk gevonden, zodat we ook de site weer konden bijwerken. Op het parkeerterrein teruggekomen waren een paar jongens op het parkeerterrein aan het skeeleren, waarbij een jongen van een jaar of twaalf stond te kijken, maar die was eigenlijk met z’n werk bezig, n.l. zijn voorraad bananen aan de man te brengen. We zijn redelijk vroeg gaan slapen, maar helaas om half twaalf hoorden wij een vreemd geluid aan de bus, toen we ons rolgordijntje een stukje omhoog deden, zagen we plotseling iemand wegrennen. Nog even buiten gekeken, maar geen braakschade te bekennen.

19 maart

                                           De handdoek als tochtraam.
In de nacht werden we wakker van een echt tropische regenbui, dus de dakluiken sluiten, en weer proberen te slapen. Om kwart voor drie werd Kees wakker omdat hij iemand het knopje van de voordeur hoorde omhoogtrekken, toen hij het gordijntje tussen ons bed en de cabine open schoof zag hij nog net een zwarte arm zich terugtrekken. Na een krachtterm zo vlug mogelijk opgestaan en met ons stalen koevoetje in onderbroek naar buiten, maar de vogel was inmiddels gevlogen. We begrepen maar niet hoe hij met z’n hand het knopje van de deur omhoog kon trekken, terwijl de deur toch echt op slot zat. en het schuifraam zat er nog in. Bij nadere inspectie bleek de ploert het vroegere tochtraampje wat tegenwoordig een vast raampje is, met een “Stenleys” mes het complete rubber rond het raam te hebben weggesneden, voorzichtig het raam tegen een boom gezet en van dit alles hoorden wij niets, alléén hoorde Kees het knopje van de deur omhoog gaan. Na het ontstane gat te hebben afgedicht met een donkere handdoek hebben we de bus verplaats onder een lantaarnpaal en zijn verder gaan slapen, wat vreemd genoeg ook nog lukte. Vroeg weer wakker en met behulp iemand van de bewakingsdienst van het presidentiële verblijf het raam, wat gelukkig nog heel was er met speciale lijm er weer ingezet. Ontbeten, en toen zijn we met de man van het ferry boekingskantoor naar het consulaat van Nigeria gegaan om daar via een versnelde procedure, wat een beetje meer kostte onze visums te regelen, zodat we ze ’s middags weer op konden halen. Om een uur of half vier hebben we met onze man van de boot de visums opgehaald, en zijn per direct naar de havenplaats Tiko gereden zo’n 50 km. verderop. Daar aangekomen éérst door customs het paspoort voor de bus laten uitstempelen om vervolgens naar de kade te rijden waar de boot lag te wachten.     
Daar bleek het geen ferry te zijn waar we zomaar op en af konden rijden, in het verleden kon het wel met deze boot die ong. 60 jaar oud is, maar nu was het systeem te barsten. Er werden twee pallets tussen de boot en de kade gelegd, en twee loopplanken op de boot. Eén van de havenwerkers zou de bus er wel even oprijden, wat Kees uiteraard niet toestond. Het was beangstigend stijl, en met man en macht werd de bus tegen gehouden en na veel trammelant en een uur later stonden we als enige auto op de boot, die passagiers en goederen vervoerde. Omstreeks half elf vertrok de boot.
20 maart

                                         Groente in zakken doen op de boot op de Atlantische oceaan.

Op de boot hebben we een plekje gezocht om de nacht door te brengen, er zaten en lagen overal mensen. We hebben een bank op het dek uitgezocht voor de frisse lucht en hebben zo liggend en zittend zo veel mogelijk geslapen. Er werd ook een groente vervoerd die uit de verpakking(grote zakken) werd gehaald en over een dek verspreid om door de warmte niet te verpieteren, maar die moest voor aankomst ook weer ingepakt worden. Na ongeveert 10 uur varen over de Atlantische oceaan kwamen we aan in Calabar één van de havensteden van Nigeria. Daar ontmoetten we "Flobbert", de man die ons moest helpen in opdracht van de man in Kameroen om ons door de papieren rompslomp te loodsen. Kees probeerde het paspoort van de bus in orde te krijgen, maar daarvoor moesten we eerst naar de stad met een hoge baas van customs,
een ritje van ongeveer een half uur. Daar ontmoetten we zijn baas die toestemming moest geven om het die zelfde dag te regelen. De normale procedure is ongeveer 3 dagen, en nu werd het dezelfde dag nog geregeld.
Bij terugkomst op het kantoor werd er nog even een bijdrage gevraagd van 30.000 Nairo (€ 46,=), want
anders zou hij géén stempel of handtekening zetten, hetgeen Kees weigerde. Na een dreigend gesprekje van de kant van Kees werd het alsnog voor niets gedaan.

                                         Busje van de boot af.

Toen kwam de strijd om de bus van de boot te krijgen. Het dek van de boot lag drie en een halve meter lager als de kade. Er moest dus een kraan bij komen, en die werd besteld. Na een hevige discussie over de prijs dook er een Nigeriaan op die Nederlands sprak en zich ten gunste met de onderhandelingen ging bemoeien. Uiteindelijk kwam de kraan en werd de bus met veel geharrewar van de boot gehesen met behulp van havenwerkers om te voorkomen dat hij tegen de rand van een cotainer aan zou komen.
Daar de bus ongeveer 3000 kg. weegt waren er twee pogingen nodig om hem uiteindelijk om een uur of vier op de wal te zetten, en was het te laat om nog te vertrekken dus zijn we in de haven blijven slapen.

21 maart
                                          Medewerkers van de broodfabriek.

Voor ons doen redelijk vroeg opgestaan want we hadden van diverse kanten te horen gekregen vooral niet te stoppen in Benin-City, en niet te rijden in het donker want dat kan in Nigeria gevaarlijk zijn i.v.m. overvallen. Dus vroeg vertrokken naar het westen via Lagos naar Benin. Via een redelijke vierbaans snelweg moesten we via een bypass achter een dorp langs omdat ze aan de snelweg aan het werk waren. Daar zagen we een paar vrouwen drinkwater tanken, dus maakte we van de gelegenheid gebruik om onze voorraad ook weer aan te vullen. Terwijl kees aan het water tanken was, wat behoorlijk lang duurde want er kwam een pis straaltje uit, had Jannie koffie met brood klaargemaakt voor de nodige pauze.
Toen wij in Benin-City aankwamen moesten we de nodige keren de weg naar Lagos vragen, daar er in Nigeria zéér weinig wegaanduidingen zijn. Op een kruising vroeg Jannie weer de weg en kregen antwoord waar we heen moesten, maar er kwam óók een man aan de kant van Kees en die probeerde hem duidelijk te maken dat we moesten betalen voor het gebruik van de weg. Uit voorzorg hebben we allebei de deuren al op slot, en de ramen half open. De man probeerde nog de deur bij Kees open te maken, maar die gaf gewoon gas, gelukkig had een politie op de hoek het in de gaten, en die zorgde voor vrije doorgang. Doorgereden over de grote weg, en toen wij een chicken fastfood restaurant met parking zagen zijn wij gestopt om te vragen of ze open waren, wat helaas niet het geval was. Toen hebben we gevraagd of het eventueel mogelijk was om daar de nacht door te brengen achter een poort met gesloten deur.
Na met de bewaking te hebben gesproken was dat geen probleem. De auto die nog weg moest werd naar buiten geduwd, zodat wij op zijn plek konden gaan staan. Het nog aanwezige personeel van de daarnaast gelegen broodfabriek kwam nog even nieuwsgierig kijken, want een huisje op wielen heeft in dit continent nog niemand gezien, en wilde dus wel even op de foto. Daarna was iedereen vertrokken op de bewaker na, en zijn wij ons potje gaan koken en naar ons mandje gegaan.

22 maart

                                          Een deeltje van een krottewijk van Lagos (Nigeria)

Voor ons ontbijt wilden we bij de broodfabriek nog een vers brood kopen, maar dat kregen we gratis omdat wij hun gasten waren. Na het resterende personeel de bus van binnen te hebben laten zien en in het restaurant nog een paar ijsjes te hebben gekocht zijn we weer op weg gegaan. Onderweg was het heel gewoon dat we op de snelweg op de inhaalstrook diverse spookrijders tegen kwamen, waaronder zelfs diverse politie auto’s. Later kwamen we tot ontdekking dat ze dit deden om grote stukken slecht wegdek te vermeiden. Via de grote stad Lagos zijn we over de zéér slechte en achterlijk drukke kustweg naar de grens van het land Benin gereden, waar we in de loop van de middag aankwamen. Na de nodige strubbelingen die ongeveer anderhalf uur duurde konden we Benin inrijden. Op weg naar de hoofdstad Cotonou moesten we plotseling over een stuk tolweg. Daar wij nog géén geld van dat land hadden, parkeerde Jannie de auto en ging Kees achter op een motor met één van de tol medewerkers naar een nabij gelegen dorp om bij een geldwisselaar geld om te wisselen.
Na betaald te hebben gingen we naar Cotonau op zoek naar een hotel. We reden richting het strand en zagen een bordje met “Hotel” er op. Het geheel zag er goed uit, dus zijn we daar voor de komende dagen gebleven. Tijdens het avondeten troffen wij een man uit Zwitserland, die voor de gezelligheid bij ons aan tafel kwam eten. Wij vertelde onze plannen hoe wij terug wilden gaan naar Nederland.
Waarop hij aan ons vroeg of wij het nog niet gehoord hadden dat in Mali waar wij doorheen zouden rijden de regering door rebellen was afgezet, en dat tot nader order alle grenzen waren gesloten. Na gezellig gegeten en wat gedronken te hebben gingen wij gebroken naar onze koffer.

23 maart
                                          Ons hotelletje in Benin.

Ons reisschema moest totaal worden omgezet. Omdat we nu niet meer via Mali konden, moesten we het land omzeilen. Dus besloten we eerst naar de Nederlandse ambassade te gaan om daar te informeren wat onze mogelijkheden waren. Na eerst tel. een afspraak te hebben gemaakt omdat op vrijdag vaak de ambassades vroeger sluiten, bestelden wij een taxi.
Toen we met de taxi er na toe reden kregen we op een drukke rotonde een aanrijding, maar voor ons vreemd genoeg reden de beiden partijen door zonder naar de schade te kijken. Vlakbij der ambassade gaf de motor van de taxi het ook op en reden we met 10 km per uur verder. We werden heel hartelijk ontvangen door een medewerkster, die ons diverse adviezen gaf en hebben we samen besproken door welke landen we het beste konden reizen. Onze route is nu als volgt: Togo, Ghana, Cote d’ Ivoir, Guinea, Senegal, Mauretanië, Westelijke Sahara en Marocco. We kunnen aan de grens van Togo zonder problemen een visum verkrijgen. Maar dat ligt anders voor Ghana. Dus de medewerkster van onze ambassade belde een collega op de ambassade van Ghana of het nog mogelijk was nog even langs te komen, wat ze geen probleem vonden. Daar de ambassade van Ghana op loop afstand lag zijn we daar heen gegaan. We werden daar direct door een medewerker zeer snel en goed geholpen. Met de nodige papieren die weg gegaan en hebben een afspraak gemaakt om maandag vroeg langs te komen om onze paspoorten in te leveren om ze zo snel mogelijk weer met de nodige visums terug te krijgen. Onderweg eerst het geld van Benin uit de muur gehaald om vervolgens een nieuwe serie pasfoto’s te laten maken. Toen zijn we weer teruggaan naar ons hotel.

24 maart
                                          Strand van de Atlantische oceaan, 100 meter vanaf ons hotel.
In de morgen even naar het honderd meter verderop gelegen strand gegaan van de Atlantische oceaan om even uit te waaien, want het is hier weer niet te harden, je doet niets, maar het zweet druppelt uit je armen. Jannie moest weer zonodig met opgerolde pijpen de zee in lopen, maar ja een plotselinge golf en ze was zeiknat. Het was weer eens een relaxdag. Na koffie te hebben gedronken de foto’s van de afgelopen dagen op de computer gezet, mail en bankzaken bekeken en onze site weer bijgewerkt. Terwijl Kees op de laptop bezig was heeft Jannie het wasgoed weer schoongemaakt en op orde gebracht. Gelukkig hebben we airco op onze kamer, want anders was het niet te overleven.

25 maart
                                          Kees met gast.

Dit is een relaxdag in het hotel alles in het teken van de afwachting van onze visum aanvraag.
Dus hebben we de site een update gegeven, en wat werkzaamheden aan de bus gedaan. En Kees heeft een gast uit Nigeria een beetje wegwijs gemaakt hoe hij een site op internet moest maken.

26 maart
                                          Rijles in Cotanou (Benin) om pionnetjes
We hadden om half negen een afspraak met een taxichauffeur, maar die kwam natuurlijk zoals bijna iedereen in Afrika te laat. We zijn met hem naar de ambassade van Ghana gereden om de aanvraag voor onze visums in te leveren. Toen we klaar waren hebben we ons terug laten brengen naar ons hotel, en op zijn terugweg heeft hij ons nog even bij een buurt supermarktje afgezet. Daar hebben wij wat voorraad ingeslagen, en zijn teruggelopen naar ons hotel. Kees heeft daar enige tijd met een andere gast in de lounche van het hotel een uurtje gezellig zitten praten. Jannie heeft haar zusje via mail gefeliciteerd met haar verjaardag van de volgende dag, daar we dan uit het hotel zouden vertrekken, en dus voorlopig geen internet verbinding zouden hebben. ’s Avonds hebben we nog gezellig met de Zwitserse gast gedineerd.

27 maart
                                          Onderweg naar Togo.
Jannie heeft ’s morgens uitgeboekt bij het hotel, ondertussen heeft Kees de drinkwater voorraad in de bus aangevuld. Om ong. elf uur vertrokken naar de westelijke kant van de stad om onze visums bij de ambassade van Ghana op te halen. Na ong. een half uur hadden we de ambassade gevonden, maar omdat we daar pas om twee uur de afspraak hadden, zijn we eerst naar een zéér grote westerse supermarkt in de buurt gegaan waar werkelijk alles te koop was, o.a. Goudse  kaas enz. Hierna hebben we de visums opgehaald, wat binnen één minuut geregeld was. Hierna hebben we getankt, en zijn doorgereden in westelijke richting naar de grens van Togo. De visums van dit land kon direct aan de grens worden geregeld. Daar het al een uur of vijf was, en het redelijk dicht bij het strand van de Atlantische oceaan was, dus lekkere frisse zeewind besloten we om daar te blijven slapen.


  

Kameroen


5 maart



Helaas het werd géén rustige nacht, toen wij sliepen werd er aan de bus gerommeld. Daar onze twee jerrycans  met reserve diesel achterop stonden waren wij doodsbang dat ze deze zouden stelen. Bij controle bleek er een kudde geiten om de bus te scharrelen, en sommige kleintjes er zelfs onder zaten. En dat herhaalde zich een paar keer. Via een straatje tussen twee huisjes door kwamen we op het traject zonder bestrating door de jungle van nog zo’n slordige 300 km. Waar achteraf bleek dat een gemiddelde van 15 km. per uur amper haalbaar was. We hielden een koffiepauze, één jerrycan diesel leeggegoten in de tank, en weer vertrokken. Na ong. anderhalf uur moesten we stoppen, want er was een blokkade. Toen we even gingen kijken wat er aan de hand was, bleek er een vrachtwagen beladen met enorme boomstammen dwars over de weg te staan, en er stond een personen auto met een afgebroken voorwiel aan de kant. Nadat de personen auto vertrokken was heeft Kees nog een poging gedaan om door de zéér smalle doorgang te gaan, wat mislukte. Na bijna twee uur werd de vrachtwagen door een andere vrachtwagen weer vlot getrokken en konden wij weer onze weg vervolgen. Tegen de avond in een zeer klein dorpje van een paar huisjes een slaapplek gevonden. 
     
6 maart

Vandaag vertrokken voor de laatste en vijfde etappe van de 800 km. door de jungle. We hoopten de eerste grote stad voor donker te bereiken. Onderweg zagen we een waterpomp naast een schoolplein, dus dat namen we te baat om onze drinkwatervoorraad weer aan te vullen.
Jannie nam een foto van de schoolkinderen die naar ons zwaaiden. Maar bij het naderen van deze kinderen om hun de foto te laten zien op het schermpje van het fototoestel vloog een groot gedeelte weg, dus liep Jannie maar weer terug naar de bus. Daar was inmiddels de leraar aangekomen dus drukte Jannie de foto op ons fotoprintertje in de bus af en gaf deze aan de leraar. Hij was zéér dankbaar voor de foto, maar vroeg als we de volgende keer weer langs kwamen of we dan krijt en andere schoolbenodigdheden mee wilde nemen, want daar was een groot gebrek aan. Toen we in de plaats Djoum aankwamen bleek het tankstation toch diesel te hebben en konden wij weer aanvullen. Het was het eerste tankstation na 750 km. dus waren we er wel aan toe. We hadden het geluk dat het de hele dag droog was, maar in de middag dreigde het te gaan regenen. Toen we de laatste tien km. van het traject ingingen bleek het daar te hebben geregend, en was het modderspoor dusdanig glad en zacht, dat toen we iets opzij gingen voor een tegenligger en weer weg wilden rijden we vast kwamen te zitten. Maar met de hulp van de locale bevolking die de bus er uit duwde konden we weer verder. We waren dan ook dolblij dat we na een paar km. het eerste asfalt sinds dagen zagen. Na de stad te zijn gepasseerd, hebben we bij een zeer klein dorpje een plaatsje voor de nacht gevonden.
7 maart

Vanmorgen werden we verrast door de vrouw die ons toestemming gegeven had om bij hun op het terrein te mogen slapen met een handgemaakt souvenir. Na een uurtje rijden zijn we gestopt voor een koffiepauze en hebben toen de meeste rode stof van de afgelopen vijf dagen geprobeerd te verwijderen uit de bus, wat nog een hele klus was. Doorgereden naar Yaoundé de hoofdstad van Kameroen om een hotel te zoeken. Binnen de kortste keren hadden we een hotelletje gevonden. Na de bus op het parkeerterrein van het hotel te hebben geparkeerd en ingeboekt per direct een taxi genomen om naar de ambassade van Nigeria te gaan. Daar aangekomen kregen we te horen dat we éérst een visum voor Benin het buurland moesten hebben voordat zij een visum afgaven. Toen hebben we een taxi genomen naar het consulaat van Benin.Het consulaat van Benin was al gesloten, maar ze lieten ons toch toe. En waren zelfs bereid om het visum direct te regelen, waar we zeer blij mee waren, want dat scheelt ons een dag. Daarna teruggereden naar het hotel. Honderd meter van ons hotel was een Peugeot dealer, en daar gevraagd of ze een achter schokbreker voor de bus op voorraad hadden. Na de computer te hebben geraadpleegd bleek de levertijd ong. 2 weken te zijn, want zij moesten hem in Frankrijk bestellen. Deze wachttijd is voor ons te lang, want ieder ogenblik kan hier de regentijd beginnen, en daar wij nog een zéér slecht traject van klei van zo’n 70 km vlak voor de grens met Nigeria over moeten kunnen we dit nu niet hebben. Daarna terug naar het hotel om ons voor het eerst sinds tijden te douchen en te ontdoen van de rode stof in onze haren en oren.

8 maart

Eerst hebben we diverse papieren ingevuld en diverse kopieën van diverse visums gemaakt,
om vervolgens met de taxi (een rit van ruim een uur kost hier omgerekend ong. € 3,=) naar de ambassade van Nigeria te gaan. Daar hebben we het hele spul afgegeven en kregen we te horen dat we de paspoorten met de visums morgen om twee uur weer konden ophalen. Toen terug naar ons hotel gegaan. Daar met de bus naar de garage gereden, om de stalen motor beschermplaat die onder het motorblok zit los te halen van het motorblok, want door de vele klappen van stenen ed. onderweg is hij vast gaan zitten tegen de motor, en dat resoneert  dusdanig dat het net is of we een lekke uitlaat hebben. Bij de garage aangekomen bleek deze gesloten te zijn wegens de dag van de vrouw, hier in Kameroen een nationale feestdag. Teruggegaan naar het hotel en alle foto’s en dagverhalen bijgewerkt om ze via een usb stick in een internetcafé op de site te plaatsen. 
  

Congo

17 februari

                                          Een Peugeot 504 van ong. 40 Jaar oud als vrachtwagen.

Het werd pas na ongeveer 120 km. dat we het eerste tankstation zagen. De tank zat nog niet vol en we waren al het geld wat we aan de grens hadden omgewisseld en waarvoor we in Angola de tank vol hadden kunnen gooien (het tankstation voor de grens had helaas geen diesel) kwijt. Honderd meter verder zijn we naar een bank gegaan met een flappentap. Daar dachten we Congolees geld uit de muur te halen, maar er kwamen US dollars uit. De bank wilde het niet omwisselen voor het lokale geld, omdat we daar géén rekening hadden. Toen zijn we naar een Chinese winkelier gegaan, en daar hebben we 100 dollar omgewisseld voor een pak geld van ong. 10 cm. dik, we waren dus even miljonair. Onderweg kwamen we de meest wrakke auto’s tegen, velen Peugeot 504 van ouder dan 40 jaar, die zo over beladen waren dat we om de paar km. er één zagen staan met ellende. Ongeveer vier uur in de middag kwamen we in Kinshassa aan, de hoofdstad van D.R.C.Congo. Daar naar de grenspost aan de rivier de Congo gegaan om over te steken naar het kleinere Congo Brazzaville. We hadden de bus geparkeerd binnen de hekken van de grens. Daar we met een boot over moesten, moest er nogal wat papierwerk worden geregeld. Er bleek die dag géén boot meer te gaan. We werden gesommeerd weer buiten de hekken van de grens te gaan staan, waar we een mooi plekje vonden om te overnachten. Na het eten nog even wat foto’s op de laptop met de bewakers gekeken.

18 februari

                                          Waar we ook stilstaan, de landkaart op de bus wordt altijd bekeken.

Ongeveer half acht zijn we begonnen met de papieren voor de grens te regelen. Het uitstempelen van de paspoorten was zo gepiept. Maar de papieren voor de auto nam veel langere tijd in beslag. Die zouden pas worden ingevuld als er een ticket voor de boot was.
Helaas bleek er géén boot te zijn voor onze bus. Na 3 havens bezocht te hebben met iemand van de douane in onze bus kregen we te horen dat we maandag eventueel weer aan de beurt waren. Dus daarna weer de paspoortstempels door gehaald door de douane. In de middag de bedrijvigheid van de haven bekeken, over de lokale markt gelopen en naar de binnenstad geweest. Daarna zijn we teruggegaan naar ons plekkie buiten de poort.

19 februari

                                          Zondag, niets te doen, dus ons bekijken.

Het was zondag, en er was alleen bedrijvigheid tot een uur of één, daarna werd het zéér rustig.
Aan de overkant van waar we geparkeerd stonden gingen zelfs toeschouwers op stoeltjes zitten om ons te bekijken. Er kwam een journalist bij de bus met de vraag of hij een stuk over onze reis in de krant mocht plaatsen, dus die heeft een uurtje gezellig in de bus met ons zitten kletsen, en hij zou wat foto’s van onze site halen. daarna een foto van hem met ons er op afgedrukt en hem mee gegeven. Om een uur of twee werden we door een hoge piet gesommeerd weg te wezen, want het was niet toegestaan daar te blijven om te parkeren en te slapen. Toen zijn we naar de Nederlandse ambassade gereden en daar tegenover een mooie plaats in de schaduw van een boom gevonden om te pitten. Toen we met onze dagverslagen en foto’s bezig waren kwam er een ambassade medewerker en zijn partner langs waar we even een uurtje gezellig mee hebben zitten praten.

20 februari    

                                          Mijnheer Lambert, links onze helper.

Om acht uur waren we weer present bij de haven/grens. Daar hebben we de politie agente weer opgezocht en pas na een half uur gevonden. Toen zijn we met haar naar een verlader gegaan, om de mogelijkheden te bespreken om de bus naar de overkant van de rivier de Congo te varen.
Bij de firma op kantoor gekomen begon de man het te berekenen en kwam voor de overtocht op 800,= US dollar. Toen Kees de man duidelijk maakte dat we dat niet hadden zakte de prijs naar 400,= US dollar, wat we nog te veel vonden. De man vertelde ons dat er op maandag toch geen boot zou varen, en hij het die avond met zijn baas zou bespreken of het voor een lager bedrag kon, en dat wij dinsdag om acht uur terug moesten komen voor de uitslag. Toen zijn we teruggereden naar de haven/douane en hebben de politie agente weer teruggebracht. Omdat het etenstijd was hebben we daar maar wat gegeten, want er is daar van alles te koop en te bekijken. Intussen kwamen er diverse mensen naar ons toe en ook deze mensen zouden bekijken of er andere mogelijkheden waren om aan de andere kant te komen. (de personen zijn geen probleem, want er gaat div. keren per dag een passagiersboot, maar de bus is het probleem). Ook kwam de agente met haar chef melden dat hun nog contact met een andere maatschappij hadden en dat we nog op antwoord moesten wachten. Na ong. een uur kwam de agente weer opdraven, en zei dat ze iemand gevonden hadden en stapte met een collega in onze bus om daar na toe te rijden. Bij het bedrijf aangekomen op het kantoor, begon de baas daar te berekenen wat het zou moeten kosten. De uitkomst was dat het 243,= US dollar moest kosten en dat het de uiterste prijs was. Wij stemde toe en spraken af woensdag om zeven uur in de morgen terug te komen en als de bus op de boot stond pas te betalen. Daarna hebben we de agente teruggebracht en besloten we naar onze plek bij de ambassade terug te gaan om daar te slapen. Toen we daar stonden kwam er een Nederlandse medewerkster van de ambassade aan gereden met haar auto, ze was verbaasd dat er een bus stond met een Nederlands kenteken. Na een kwartiertje babbelen ging zij naar haar huis naar man en kinderen. Wij hebben in de bus eten klaar gemaakt en gegeten en zouden even uitrusten. Toen kwam de auto met de medewerkster weer aan, en vroeg of wij bij haar huis binnen hun poort met beveiliging op de oprit wilden staan. Wat we wel een zeer goed idee vonden, dus wij achter haar aangereden.
Bij haar thuis nog even met haar man gesproken en wat van hem te drinken gekregen waarna wij zijn gaan slapen.

21 februari

                                          Kees met de zoontjes televisie aan het kijken.

Daar wij achter de auto van Angelique de medewerkster stonden, moesten we om een uur of acht de auto van de oprit wegrijden, zodat zij naar haar werk kon gaan. Zij bood aan dat we gebruik mochten maken van haar wasmachine en mochten douchen, waar we uiteraard erg blij mee waren. Daar haar man nog in de deuropening stond en ons koffie aanbood zijn we op hun terras met haar man en kinderen wezen koffie drinken buiten op het terras bij het zwembad. De kinderen (4 en 5 jaar, en een kleine van 7 maanden) vonden het erg interessant want zij hadden school vakantie, en konden weer even Nederlands praten met andere mensen. In de middagpauze kwam Angelique thuis om te lunchen, en toen vroegen ze ons of we ook een hapje mee wilden eten. Na de lunch zijn wij naar de stad gegaan voor een supermarkt om onze voorraad weer op pijl te brengen. Toch nog even in één van de straten geprobeerd een onbeveiligd netwerk te scoren, maar helaas zonder resultaat. Daarna weer richting het  huis van Ibrahim en Angelique om op de oprit van hun huis te slapen. Om een uur of vijf kwam Angelique thuis van de ambassade. Om een uur of zes toen Jannie net ons eten in de bus zou gaan koken kwam Ibrahim naar buiten om te vragen of we bij hun mee wilden eten. Na het eten nog even gezellig met hun zitten kletsen en afscheid genomen, daar we vroeg bij de haven moesten komen om een plaats voor de bus te boeken  en we dus vroeg uit de veren moesten.

22 februari

                                          De bus wordt ontsmet.

Om zeven uur op onze afspraak bij de haven, uiteraard kwam onze persoon niet opdagen, (de gekleurde mensen in dit continent kun je absoluut niet mee afspreken, want niemand houd zich aan zijn afspraak of zijn uren te laat). Wachten en nog eens wachten, uiteindelijk kwam een andere man van de douane op zijn kantoor, helaas zijn wij zijn naam vergeten, die ons wel door de enorme (papieren) procedure heen wilde helpen. Eerst met hem naar het boekingskantoor, diverse berekeningen en formulieren verder konden we de overtocht over de rivier de Congo (op het punt tussen de twee hoofdsteden Kinshassa en Brazzaville is de rivier hooguit 5 km breed) betalen. Er is in dit land géén pin automaat, dus alles gaat handje contantje met enorme pakken met Congolese franken (we betaalden in dit geval met US dollars) D.R.C. Congo is n.l. de voormalige Belgische kolonie Zaïre. In het contract dat we hebben gemaakt stond dat de boot/ponton morgen zou vertrekken. Maar we hadden toch een probleem, want ons visum verloopt vandaag. Wij dachten een visum voor een maand te hebben, maar het bleek voor een week. De chef van de douane vertelde ons dat we met de bus buiten het hek van de haven mochten slapen, en de volgende morgen moesten wij ons dan om negen uur bij de man melden.

23 februari

                                          De bus wordt op het ponton gehesen.

Kees om negen uur bij het douane kantoor voor de afspraak, (wij denken te westers) uiteraard niemand te bekennen. Half tien kwam een assistent. We hebben tot ongeveer tien uur gewacht, maar de chef kwam echt niet opdagen. Met de assistent (die uitsluitend Frans sprak en géén woord Engels) naar het ongeveer 2 km verderop gelegen douanekantoor bij de passagiershaven. Daar moesten we de stempels voor de personen in de paspoorten halen, na een lange discussie kregen we die niet, we moesten terug komen met een bewijs dat onze bus daadwerkelijk op de boot stond, zoniet géén stempels, en ons visum was wel die dag verlopen
en er werd daar al gezegd dat we nu illegaal in het land waren. Dus terug naar de haven, en  wachten dat onze bus op het ponton gehesen zou worden. Er gingen steeds andere ladingen voor, toen na een enorme ruzie met de verlader dat we ons geld terug wilden hebben als onze bus niet binnen dertig minuten op de boot zou staan, en dat hielp. Na een half uur was het zover een enorme hijskraan tilde onze bus (ongeveer 2800 kg) van de kade op het ponton.
We kregen nog wel even te horen dat ze pas de volgende dag naar Brazzaville zouden varen.
Wij zijn snel lopend naar de twee km. verderop gelegen passagiershaven gegaan. Daar kwamen we Lambert tegen, een man die wat Engels sprak en ons al eerder had geholpen. Hij regelde daar in samenwerking met een douane politie dat de chef van de douane de stempels in onze paspoorten zou zetten. We hadden erg veel haast, want de laatste veerboot naar de overkant was al vertrokken, en er ging nu alléén nog maar een snelle privé boot voor een dubbele prijs. Alles net op tijd, we kregen onze paspoorten, de politieman gaf de tickets bij de boot af, en we vertrokken per direct. Op de boot zaten ongeveer veertig personen, waarvan 90% het reddingsvest aantrok, vermoedelijk konden die dus niet zwemmen. Na ongeveer 30 minuten waren we aan de overkant, in Congo Brazzaville. Na aankomst ongeveer anderhalf uur in stempelen bij de douane, hebben we ons met een taxi naar een hotel in de stad laten brengen, een douche genomen en zéér vroeg de koffer in.

24 februari

                                          Ponton met bus is aangekomen in Brazzaville.

Na het ontbijt zijn we naar de ongeveer 3 km. verderop gelegen haven gegaan om onze bus op te speuren. Daar aangekomen kregen we te horen dat er om een uur of twaalf een boot zou arriveren van de overkant. Dus ondertussen hebben wij een taxi genomen naar de ambassade van Gabon, daar ging het allemaal erg vlotjes, we konden onze paspoorten met de visums om ongeveer twee uur weer ophalen. Direct op loop afstand naar de ambassade van Kameroen gegaan. Daar kwamen we een zéér aardige man tegen die op zijn laptop wel wat foto’s van onze reis wilde zien. Daarna van hem de formulieren voor de visums meegekregen met de mededeling dat we die dezelfde middag weer in konden leveren. Wij naar één van de weinige banken in de binnenstad gegaan met een flappentap waar we met onze  Visa creditcard geld uit de muur konden trekken. Toen terug naar de ambassade van Gabon, onze paspoorten met visums opgehaald, vervolgens weer naar de ambassade van Kameroen. daar kregen we te horen dat we maandagochtend het spul konden inleveren om het in de loop van die middag weer op te halen. Toen hebben we weer een taxi naar de haven genomen, (een taxirit kost 1000 frank, ong. € 1,50). Bij de haven aangekomen bleek dat de ponton met onze bus net was gearriveerd. Dus konden we de volgende morgen terug komen om hem af te halen. Daarna zijn we weer met de taxi teruggegaan naar het hotel. Nog even wat boodschapjes om de hoek van het hotel gehaald.
Daarna eten en wat TV kijken op onze kamer.

25 februari 

                                          Met deze kraan werden wij op het ponton gehesen.

Uitboeken bij het hotel, we hadden bij het inboeken twee dagen terug gevraagd of ze credit cards accepteerden, maar ja je begrijpt het al, handje contantje, gelukkig hadden we het geld voor de visums van Kameroen nog zodat we konden betalen. Vroeg op onze afspraak om acht uur (wat zeer dom is want……) met de taxi naar de haven. Uiteraard was onze man van de douane Leon niet op de afspraak. Zoeken en zoeken, er lopen hier honderden mensen door elkaar, mensen die voedsel verkopen, veel havenarbeiders enz. van het kastje naar de muur. Om ong. half twaalf kwam Leon opdraven. Met een taxi naar de binnenstad voor stempels voor het invoeren van onze bus, weer terug bij de haven nog diverse kantoren met hem af en iedereen maar stempelen. Daarna moesten we havengeld betalen voor onze bus, en met deze factuur zouden we de bus krijgen.
Het liep al tegen het eind van de middag en er werden nog steeds andere pontons gelost. Toen kregen we te horen dat het ponton waar onze bus op stond als tweede van de kade lag, en dat de bus te zwaar zou zijn om die met de kraan op de ong. acht meter hoger gelegen kade te hijsen, (onze ponton moest tegen de kade muur aanliggen), kortom we konden hoog en laag springen,
en diverse discussies in het Frans verder, we waren maandag weer aan de beurt. Toen we de mensen vertelden dat onze bus ons hotel was, lieten wij ons op een pallet plaatsen en werden we onder gejuich en geklap van zo’n 50 zwarte havenarbeiders met de enorme haven hijskraan zo’n 20 meter omhoog gehesen en neergelaten op onze in het zéér lage water van de rivier de Congo geparkeerde bus op het ponton. Ons eigen potje gekookt voor ons en de bewaker, die slaapt en woont in een container op het ponton.

26 februari

                                          Kees aan het dammen.

Zondag, rustdag op het ponton waar we zo’n beetje op gevangen zaten. De haven arbeiders kwamen toch nog werken want er moest nog een ponton met 300.000 kg. kippenvoer worden gelost. Eén van de mannen kwam bij de bus en heeft met Kees 3 potjes zitten dammen (in de schaduw van de container, want het was weer eens tegen de 30 graden) op een plank met wit geverfde velden en de damstenen waren rode en blauwe doppen van flesjes, de eindstand 3 tegen nul voor de witte man. Toen de route van de rest van onze terugweg op de kaart uitgestippeld, en de dagverslagen bijgewerkt.

27 februari

                                          Jannie zweeft 20 meter hoog met brood op buik gebonden.

Om negen uur zijn we weer met de pallet van het ponton gehesen om met de taxi naar de ambassade van Kameroen te gaan om de formulieren in te leveren voor de aanvraag van onze visums. Daar kregen we te horen dat we onze paspoorten om ongeveer vier uur weer konden ophalen. We zijn voor de verandering terug gelopen naar de haven, en hebben onderweg enige boodschappen gedaan. Bij terugkomst in de haven kregen we te horen dat de duwboot die het ponton waar onze bus op stond moest verplaatsen tegen de kade pas de volgende morgen zou komen. Aan het eind van de middag wederom met de taxi naar de ambassade van Kameroen om onze paspoorten weer op te halen. Toen we terugkwamen in de haven kregen we te horen dat de duwboot de volgende morgen tussen negen en tien uur zou komen. Vervolgens werden we weer met z’n tweeën weer terug gehesen op het ponton.  

28 februari

                                          Toeschouwers op de kade.

Vandaag een spannende dag want er was weer beloofd dat vanochtend de bus van het ponton zou worden gehesen. Het regende behoorlijk en dan werken de haven arbeiders niet. Dus wachten geblazen, en ja hoor de duwboot kwam om tien over negen aanvaren. Het duurde ruim een uur voor dat ons ponton tegen de kade aanlag. Het was inmiddels gestopt met regenen, dus van alle kanten kwamen de havenarbeiders aan. Omstreeks twee uur kwam de kraanmachinist.
Eerst werd er een andere auto van de boot gehesen en toen waren wij aan de beurt. 

                                          Bus wordt van het ponton gehesen.


Om drie uur werd de bus onder grote belangstelling van het ponton gehesen, en konden we uiteindelijk vertrekken. Eerst naar een garage om onze linker achter schokbreker na te laten kijken, want Kees had daar wat olie lekkage gezien. Na met een garagemedewerker een paar leveranciers te hebben bezocht zonder resultaat, zijn we teruggegaan naar de garage hebben daar de bus geparkeerd.

29 februari

                                          Een gevecht om de schokbreker los te krijgen.

Zoals afgesproken hebben we ons om acht uur bij de garage gemeld. Om negen uur ging een medewerker mee naar de werkplaats in een andere buurt. Daar werd de schokbreker gedémonteerd. Het gaf behoorlijk wat problemen, want na een krappe twaalf jaar zat hij aardig vastgeroest. Met de schokbreker op een brommer ging iemand een nieuwe zoeken, wat bijna de hele morgen in beslag nam, want hij kwam twee keer met een foute schokbreker terug. Uiteindelijk bleek hij in Brazzaville nergens te verkrijgen, ze kennen in dit land geen Peugeot bus. Dus de oude er weer onder gezet en zonder resultaat vertrokken. Toen hebben we diverse boodschappen gedaan, en geld uit de muur gehaald. En vertrokken in de richting van Dolisie om naar Gabon te gaan. Na ongeveer 100 km. kwamen we in de plaats Kinbala en bleek daar het asfalt over te gaan in ongeveer 250 km blubber, en kregen van vrachtwagen chauffeurs die uit die richting kwamen te horen dat het traject voor onze bus niet te doen was. Gelukkig was er iemand die ons vertelde dat we via een oostelijke route naar het noorden moesten rijden, en dan zouden we niet via Gabon hoeven, maar rechtstreeks naar Kameroen. Dus gingen wij weer vrolijk de 100 km. terug naar Brazzaville om te tanken en even buiten de stad te gaan slapen.

1 maart

                                          Ontmoeting met de Polen bij het water tanken.

Om zes uur in de morgen zijn we vertrokken om via het noordoosten van Congo Brazzaville om naar de grens van Kameroen te gaan. Onderweg kwamen we twee keer een tolpost tegen, waar we ongeveer omgerekend € 1,50 moesten betalen. Er wordt van alles langs de weg verkocht, en we zagen op een oliedrum enorme bananen liggen, zeker wel twee keer zo dik en groot als in Nederland. De wegen hier waren van een behoorlijk goede kwaliteit, maar we kwamen onderweg wel de diverse keren wegwerkers tegen. Verkeersdrukte kent men in dit land nauwelijks, ongeveer 7 keer zo groot als Nederland en ongeveer 2½ miljoen inwoners, en uiteraard zéér weinig personenauto’s. We zouden gaan tanken, maar de diesel was op. Aan de overkant zagen we ineens water uit pijpen komen en diverse mensen met een jerrycan, dus voor ons de gelegenheid om onze watervoorraad weer aan te vullen. Op het moment dat onze tank vol zat werd Kees in eens aangesproken door 2 overlanders het bleken Polen te zijn die van ons inlichtingen over de wegentoestand naar Brazzaville wilden weten. Daar zij uit de tegenovergestelde richting kwamen was hun kennis voor ons natuurlijk interessant. Zij vertelden ons dat er na 50 km. dat de asfalt weg ophield en dat er een traject van klei/graffel/zand volgde van zo’n 800 km. En de eerste 1100 km. géén of slecht diesel te verkrijgen was. Bij het tankstation waar we tegenover stonden gevraagd wanneer de nieuwe diesel voorraad aangevuld werd, waarop de man zei morgen ochtend om tien uur. Met de twee polen tweehonderd meter verderop een slaapplek gevonden. Na het eten nog even gezellig gekletst en wat gegevens uitgewisseld.

2 maart

                                          Achtergelaten oplegger met container.

Na afscheid te hebben genomen van de twee Polen zijn we teruggereden naar het tankstation in het dorp om vol te tanken. De tankwagen was inmiddels wel aangekomen, dus om tien uur konden wij tanken. Een mooie weg van 56 km., een brug over en toen begon het slechte traject.
We schrokken wel een beetje, want het was begonnen te regenen maar gelukkig stopte dat na een kwartiertje. Na de diverse plassen waar we redelijk doorheen kwamen, stuiten we plotseling op een achtergelaten aanhanger met container er op die daar midden op de weg stond. Toen we aan de linkerkant probeerden te passeren daar het aan de rechterkant erg blubberig was kwamen we weer eens vast te zitten. 

                                          Kees in actie met de Hi-lift Jack.

Na ongeveer twee uur emmeren met gereedschap en de “Hi-lift Jack” hetgeen bijna lukte, kwam er een vrachtwagen aan die wij om hulp vroegen, en binnen een paar minuten waren we weer vlot getrokken. We zijn doorgereden tot dat we tegen de avond een plaatsje zagen waar ruimte was naast de weg bij een paar huisjes om daar de nacht door te brengen.

3 maart

                                          De toeschouwers in het dorpje.

Vroeg wakker geworden en nog even met de bewoners van het huisje waar we voor stonden gesproken en toen vertrokken. Na een paar km. zagen we een enorme kiepwagen met zand/grint lossen op twee verschillende plaatsen naast elkaar waardoor wij er niet meer door konden. De Chinese bestuurder probeerde het nog een beetje met de achterkant van de kiepwagen iets af te vlakken waarop hij hem peerde. Met onze schep en breekijzer een half uur aan de gang tot we erdoor konden. Na een zeer zware rit kwamen we aan in het plaatsje Sembé
waar we een soort winkeltje zagen waar we wat frisdrank konden kopen. En vroegen tevens of er een plaatsje was waar wij konden slapen, wat het dorpshoofd geen probleem vond. Er werd naast de bus een bank neergezet waarop diverse mensen plaatsnamen om te bekijken hoe wij in eerste instantie de bus van binnen van al het stof ontdeden, en daarna onze avondhap naar binnen werkten.

4 maart

                                          Kees zet de uitlaat weer vast.

Onder veel belangstelling zijn we uit het dorpje vertrokken om richting de grens met Kameroen te gaan. We werden in het dorpje al gewaarschuwd dat we langs drie controle posten zouden moeten alvorens we Congo uitmochten. In een klein dorpje zagen we een politieposthuis waar we ons melden. Maar er was niemand aanwezig, en toen we weer in de bus wilden stappen, kwam er toch nog iemand aanlopen. Deze man controleerde onze paspoorten en schreef een paar dingen op een A viertje. Vervolgens ging hij met ons in de mee bus naar de volgende controle post een paar honderd meter verderop. Wij moesten over een enorm hoge verkeersdrempel, die helaas niet door onze bus was te nemen, met als resultaat dat we een behoorlijke klap hoorden en toen we uitstapten bleek de gehele uitlaat los te hangen. Gelukkig lagen alle losse onderdelen van de ophanging nog op de weg, zodat we met z’n tweeën onder de nodige bekijks de uitlaat weer onder de bus bevestigden. Bij de volgende controle post aangekomen moest de man van de douane even naar huis om zijn bril te halen, anders kon hij de uitrij stempel niet plaatsen.
                                          Jannie doet de hefboom bij de grens open.

Na een paar kilometer kwamen we bij een slagboom waar we bij customs onze bus moesten uitklaren, maar de man was helaas ergens een boodschap aan het doen zodat we moesten wachten. Toen hij terug was vulde hij gelukkig wel vlotjes onze documenten in zodat we verder konden. Daar gevraagd waar de grens was om Congo uit te rijden, en het antwoord was; over ongeveer 30 km. Daar aangekomen bleek dit al de grens van Kameroen te zijn. We waren gelukkig net op tijd, want 10 minuten later werd de grensboom met een hangslotje op slot gedaan. Alle formaliteiten verliepen zeer vlot. Voor een slaapplek werden we verwezen naar het aangrenzende dorpje waar we voor het politieposthuis mochten slapen.