We zijn vroeg vertrokken over een zeer goed berijdbare asfaltweg tot het dorp Maltahöhe (vele dorpjes en stadjes hebben Nederlandse of Duitse namen). Daar ging de mooie weg over in een graffel traject, bestaande uit graffel, en zand grind combinatie, vaak in wasbordvorm, dus erg hard kon er niet worden gereden. Het traject ging naar Walvisbaai, de havenstad van Namibië (waar we ev. zouden kijken of het zou lukken om met een boot naar Ghana te gaan), en onderweg was de “Sossusvlei”, we hadden wel een klein probleempje, het totale graffel traject was maar liefst 440 km lang kortom het was om waanzinnig van te worden. Onderweg spotte we weer de nodige dieren, o.a.; springbokken, gemsbokken, struisvogels en een (helaas) dode uil. Ook zagen we nog zéér snel een slang de weg over steken. We kwamen aan bij de zéér chique “Sossusvlei lodge”. Daar kregen we een lodge toegewezen die bestond uit een stenen gedeelte en het slaapgedeelte zat er aan vast in een tentvorm met airco enz. dit alles op een 5 sterren niveau. We gingen nadat Jannie even had gezwommen en Kees een douche had genomen naar het diner, het was een buffet. Daar het een graad of 33 was, en het geheel tenslotte in een woestijn was gesitueerd en natuurlijk door de temperatuur werd er buiten gegeten. Het was een heerlijke maaltijd op vis basis, Kees kwam er helaas te laat achter toen hij zich helemaal had afgestampt dat er ook nog een vlees buffet was. Er zaten aan een lange tafel ong. 20 personen waarvan van één van de mensen een hoed van de stoel afviel, die raapte Jannie op en gaf hem terug, Jannie werd bedankt in het Duits, toen ze zei dat het ook in het Nederlands kon bleek dat de groep uit Drachten kwam.
29 januari
Sossusvlei.
Daar er géén plaats meer was in de safari jeeps die ’s morgens om zes uur vertrokken om naar de opgaande zon te kijken in de “Sossusvlei”. Dus besloten wij rustig aan te doen en eerst op ons gemak te genieten van het zéér uitgebreide ontbijt. Vervolgens zijn wij met onze eigen bus gegaan naar het 60 km verderop gelegen parkeerterrein, gelukkig was het een asfaltweg. Daar aangekomen zijn we overgestapt in een Landrover-shuttlebus om over het ruige zandterrein de
zéér mooie rode zandduinen te bekijken. Toen we terug op het parkeerterrein kwamen ontmoeten we een ander paar overlanders met een omgebouwde vrachtauto uit Limburg, waar we gezellig koffie mee hebben gedronken. Wij de koffie verzorgd, en zij het stuk appeltaart.
Na een halfuurtje zijn we vertrokken richting Walvisbaai.
Ontmoeting met Marc en Lorry
Na enige tijd over het graffeltraject te hebben gereden zagen we in de verte twee motorrijders aan komen. Tot onze verbazing waren het de Engelsman Lorry en de Zwitser Mark, waar we in Nairobi (Kenia), dus diverse landen terug afscheid van hadden genomen. Dit was natuurlijk wel zéér toevallig, daar dit op een niet doorgaande, maar op een graffelweg was in Namibië wat 20 maal groter als Nederland is.
Het was een zeer leuk weerzien, en we hebben gezellig een half uurtje bij gepraat bij een glaasje fris. Voor de zoveelste keer afscheid van ze genomen vertrokken zij om verder te trekken eerst naar de “Sossusvlei”, om vervolgens richting Kaapstad te gaan, en wij naar het Noorden. Na een tijdje vonden we een schitterende plek om te slapen tussen de rotsen bij een rivier die in deze tijd droog stond.
30 januari
Na een zéér rustige nacht in de natuur te hebben doorgebracht, zonder dat er één auto was gepasseerd gingen we door over de graffelweg naar Walvisbaai. Onderweg over een afstand van ongeveer 300 km werden wij één keer ingehaald en hadden we 15 maal een tegenligger, géén dorpjes, en géén tankstations, dus alle tijd om van de schitterende natuur te kunnen genieten. In de middag in Walvisbaai aangekomen zijn we eerst naar een soort VVV kantoor gegaan om inlichtingen te nemen om met de boot naar Ghana te varen. De zeer aardige man verwees ons naar een kantoor in de haven, en we kregen van hem een duidelijke plattegrond mee. Daar aangekomen werden we meteen verwezen naar een ander kantoor in de stad. Waar we achter een auto van een medewerkster naar toe werden gebracht. Daar gepraat met de eigenaar van het bedrijf. Hij legde ons uit dat onze bus te hoog was voor een container en anders op een soort oplader, in beide gevallen konden wij niet mee en was de kans op beschadiging van onze bus behoorlijk groot. Er was nog een andere mogelijkheid, maar dan ging de bus op een boort naar Congo (Brazaville) en moesten wij apart met het vliegtuig, wat het totaal plaatje dusdanig kostbaar maakt, dat we besloten van het geheel af te zien. We gingen naar een groot parkeerterrein om de bus van binnen van al het stof te ontdoen, en te overleggen hoe we het verder zouden doen. Op een bepaald moment kwam de vrouw die op het kantoor werkzaam was met haar auto naast ons staan en vertelde dat als we daar zouden blijven staan om te overnachten we waarschijnlijk problemen zouden krijgen met de vele dronken mensen. Zij bracht ons naar een camping in de stad. We spraken met haar af dat wij de volgende morgen bij haar op het kantoor zouden komen en dat zij ondertussen inlichtingen zou nemen over de situatie in Angola waar we eventueel met de bus zouden doorrijden.
31 januari
Toen Kees in het kantoor van de camping op internet wilde gaan kwam de man binnen die voor ons de reserve gasfles zou laten vullen. Hij vroeg of Kees met hem mee wilde om de gasfles te laten vullen. Samen met de man naar de stad gereden, en drie bedrijven verder, doch nergens kon de gasfles worden gevuld, dus onverrichter zake terug naar de camping. Daar op het zéér trage internet geprobeerd de site bij te werken, wat op een paar foto’s na was gelukt. De vrouw waar wij bij op het boekingskantoor zouden komen, was naar de camping komen rijden, en had een route door Angola voor ons uitgeprint. Daarna bij een supermarkt wat voorraad ingeslagen en onderweg naar Windhoek om morgen diverse ambassades te bezoeken. Onderweg passeerde wij het stadje Swakopmund zo’n 30 km ten noorden van Walvisbaai, waar zeer leuk gekleurde huizen stonden. Vlakbij Windhoek nog een paar apen op de foto gezet. En een paar km. verder bij een missiehuis een perfecte plek voor de nacht gevonden.
1 februari
Uitzicht vanaf onze slaapplaats op de missiepost.
Om negen uur zijn we vertrokken vanaf onze plek bij het missiehuis naar het 10 km. verder gelegen Windhoek. Bij een politiebureau vonden wij een politieagente bereid om voor ons de adressen van diverse ambassades op te zoeken. Als eerste op weg naar de ambassade van Angola. Daar kregen we te horen dat het niet mogelijk voor ons was om een doorreisvisum te verkrijgen (alleen als we een visum van Namibië van een half jaar hadden was het mogelijk).
Om een visum voor een half jaar te krijgen moesten we naar “Home affairs” op een ander adres in de stad. Bij “Home affairs” bleek het niet mogelijk het visum te verlengen. Weer terug naar de ambassade van Angola, daar vertelden ze dat we naar de Duitse ambassade moesten, daar er in Namibië géén Nederlandse ambassade is. Wij naar de binnenstad naar de Duitse ambassade, en daar kregen we het telefoonnummer. van de heer Kegge de Nederlandse honorair consul. De heer Kegge gebeld, en wij konden direct komen. Hij gaat morgen voor ons een soort aanbevelingsbrief maken en de Angolese ambassade bellen, en wij moeten hem daar morgenmiddag over terug bellen. En nu waarom al dit moeilijke gedoe. Ons eerste plan was om vanaf Kenia, Oeganda en DRC Congo oostelijk te gaan en dan via de oostkust naar het noorden terug naar huis. Overlanders die deze route hadden genomen vertelde ons in Kenia dat het onmogelijk was wat betreft onze auto (2 wiel aangedreven en te laag) en wat betreft de wegen, die er vaak niet waren. Toen besloten we via Tanzania naar het zuiden te gaan richting Zuid Afrika, om daar een boot te boeken om met de bus en ons naar Ghana te varen om van daaruit met de bus via de oostkust verder omhoog te gaan. Daar dat vanaf Kaapstad niet mogelijk bleek, zijn we naar Walvisbaai in Namibië gereden, want daar moest het wel kunnen, daar na diverse info bij een vervoerder/maatschappij terecht gekomen, om te horen te krijgen dat het wel ging, alleen maar 3 landen omhoog (naar de haven van Congo Brazzaville), en dat wij dan met het vliegtuig zouden moeten, het gehele plaatje zou ruim 6000 euro kosten, wat wij absoluut te gortig vonden. Dus hebben wij besloten om totaal via de oostkust naar het noorden te rijden.
Dezelfde weg die wij de heenweg hebben genomen is voorlopig géén optie, omdat tussen Kenia en Ethiopië weer “The road trough hell” van 382 km. genomen dient te worden (er is nog één ander traject van ong. 1200 km. maar die is nog erger), en wij en onze bus dat absoluut niet meer aankunnen. De derde optie is ons ten sterkste afgeraden wegens gevaar (ontvoeringen en schietpartijen).
2 februari
Het stadscentrum van Windhoek.
Het kantoor van de Nederlandse consul lag in een mooie bungalowwijk. Toen wij daar vertrokken, bleek direct om de hoek een enorm mooi en rustig plekje om de nacht door te brengen. Bij het ontbijt vanmorgen ging Jannie naar buiten om iets te bekijken, bij het teruglopen werd ze aangesproken door een blank koppel wat net met de auto wegreed.
Na een kort gesprek gaf de man haar zijn visitekaartje met de mededeling als ze iets voor ons konden doen, of als we bij hun wilden slapen, we maar contact met hun moesten opnemen.
In de middag zijn we eerst naar de toerist info gegaan, voor een adres waar we onze reserve gasfles konden laten vullen en een plattegrond van de stad. We zijn eerst op een industrieterrein geweest om de gasfles weg te brengen. Waar Kees de lichtgewicht gasfles moest inleveren keken ze zéér verbaasd naar de glasfiber gasfles. Uiteindelijk belande de fles bij de blanke directeur op het bureau, deze belde zijn compagnon om de fles te komen bekijken. Na een zeer leuk gesprek wilde de directeur de bus toch ook even zien. Daarna bij een supermarkt de voorraad weer even op peil gebracht. Vervolgens naar de ambassade van DRC Congo.
Daar formulieren opgehaald die we t.z.t. weer met onze paspoorten moeten inleveren voor de visums. Toen op zoek gegaan naar de ambassade van Congo Brazzaville (het kleine Congo wat aan de westkust van Afrika ligt). Na een vreselijke zoektocht bleek de straatnaam van deze ambassade te zijn verandert, dus die kwam niet op de plattegrond van Winhoek voor. En bleek toevallig vlak om de hoek van onze slaapplek van de vorige nacht te zijn. Daar ze gesloten waren zijn we weer teruggegaan naar onze slaapplek 200 meter daarvandaan om de hoek. Toen we daar aan kwamen zei Kees dat hij die mensen van vanochtend wel wilde ontmoeten. Toen we naar het adres op het visitekaartje keken bleken zij er te wonen. We hadden alleen gezien dat er bouwactiviteiten plaats vonden. Jannie ging kijken bij de bouwvakkers, en werd toen verwezen naar de eigenaar. We kregen een leuke rondleiding want er werden daar een aantal guesthouses te worden gebouwd, waar zij met hun huis tegenaan woonden. Wij werden bij hun uitgenodigd, om een wijntje te drinken, wat ontaarde in een gezellige avond met diner. 3 februari
Uit eten met Koos en Fransette.
We zijn lopend naar de ambassade van Congo Brazzaville gegaan om daar formulieren voor onze visums te halen, maar die hielden zich niet zo nauw aan de openingstijden, want ze waren nog gesloten. Daarna via een ommetje naar de consul van Nederland gelopen, want daar zouden we om 9.15 uur de aanbevelingsbrief voor de visums van Angola ophalen. Daar aangekomen bleek de man pas om half elf te arriveren. Zijn printer was kapot, dus werd de brief naar een ander adres in de stad gemaild waar ze hem uit zouden printen. Achter de consul aangereden naar het desbetreffende adres, werd de brief daar uitgeprint. Daar bleek de consul de stempel te zijn vergeten, dus wij weer terug naar het consulaat. Na het formulier te hebben voorzien van de officiële stempel zijn we direct naar de ambassade van Angola gereden. De desbetreffende brief hebben we daar afgegeven om a.s. maandag antwoord te krijgen, want deze ambassade sluit op vrijdag om twaalf uur. Van daaruit naar de ambassade van Congo Brazzaville gegaan om de formulieren op te halen. Vervolgens terug naar onze slaapplek om de hoek. Daar we beloofd hadden koffie te komen drinken bij Koos en Fransette zijn we daar langs gegaan. Bij de koffie kregen we de aanbieding in een appartement van hun te verblijven, dat we uiteraard niet afsloegen. In de loop van de middag zijn we gezamenlijk met Koos en Fransette naar een winkelcentrum gegaan om wat te eten. Koos en Fransette zijn van oorsprong Zuid Afrikaanders, dus zijn voor ons goed verstaanbaar, want ze spreken Zuid Afrikaans.
We hebben na het eten nog een paar boodschappen gedaan, waar na we net na sluitingstijd nog een poging deden om de gasfles op te halen. Daar aangekomen werden we toch nog geholpen.
Ze hadden apart voor ons een nieuwe messing adapter gemaakt om de fles te vullen. Toen kees aan de directeur vroeg hoeveel het geheel kostte, zei hij dat hij ons met het bedrag wilde sponsoren en wenst ons een zéér goede reis terug naar Nederland. Koos en Fransette gingen die avond weg, maar voordat ze vertrokken kwamen ze in ons appartement nog even een koude fles witte wijn brengen en nog wat lekkernijen.
4 februari
Mooi kerkje in Windhoek.
Eerst op internet gekeken bij onze mail, en daar kregen we een fotootje van Mark opgestuurd van ons uitzicht op het IJsselmeer waar ijs en sneeuw lag en men een schaatsbaantje had gemaakt waar mensen aan het schaatsen waren. Dat was erg leuk, want tijdens het koffie drinken met Koos en Fransette vertelden we dat het erg koud was in Nederland (terwijl het hier steeds een graad of 30 is) en hebben de verse foto laten zien. Zij zijn in Nederland geïnteresseerd, omdat de broer van Fransette in Utrecht woont en zij in Nederland zijn geweest.
We werden uitgenodigd om ’s avonds paëlla te komen eten met een paar vrienden van hen.
In de loop van de middag zijn we de stad ingegaan om een speciale kerk en musea te bezoeken.
Bij de kerk aangekomen die gesloten was hoorden we luidspeakers waar we op het geluid afgingen. Het bleek een atletiekstadion te zijn waar wedstrijden werden gehouden. Daar hebben we paar uur naar bijzonder leuke wedstrijden zitten kijken. Daarna nog even naar het stadscentrum gegaan, waar bleek dat de winkels al gesloten waren. Na een rondtoer door de stad zijn we weer teruggegaan naar het appartement. Om een uur of half acht zijn we bij Koos en Fransette gegaan om met hun vrienden te eten en een gezellige avond te hebben.
5 februari
Een antieke spuitwagen buiten het museum.
Het werd een echte luie zondag, eerst uitslapen daarna foto’s en site bijwerken. De loop van de middag stond op het programma een bezoek van een paar museums in de binnenstad van Windhoek. Daarna zijn we naar een zeer grote winkel/woonmal gegaan waar zich ook een bioscoop en vele restaurants in bevonden, helaas doordat het zondag was een groot deel van de winkelunits gesloten. Dus besloten we daar in een restaurant relax te gaan eten.
Want op dit moment staat alles in het in het teken van het afwachten van de beslissing van de ambassade van Angola of we door dat land mogen reizen, en dat krijgen we hoogstwaarschijnlijk maandag te horen.
6 februari
Uitzicht van het terras van het appartement.
We zijn vanmorgen om ongeveer half tien naar de ambassade van Angola gegaan om te informeren naar de uitslag van het advies van de ambassadeur. Toen we dat vroegen was het positief, en moesten we onze paspoorten met allerlei kopieën van diverse papieren inleveren en uiteraard betalen. Het betalen gaat niet zomaar, we kregen een ondertekend formulier mee en moesten daarmee naar een bepaalde bank om vervolgens daar het geld te storten, en met het stortbewijs weer terug naar de ambassade. Volgens de ambtenaar was alles nu in orde, en konden we morgen komen vragen wanneer we onze paspoorten met de visums erin op konden halen. Daarna zijn we naar de winkel/woonmal gegaan waar de winkels nu wel open waren. Daar hebben we de middag gezellig doorgebracht.
Voor het avondeten waren we weer uitgenodigd door Koos en Fransette om bij hun een braai te houden dat is een soort barbecue.
7 februari
Arbeiders van het energiebedrijf.
We werden al vroeg gewekt (voor ons doen) door mensen die in opdracht van het energiebedrijf voor ons appartement in de rotsgrond een sleuf aan het hakken waren.
Koos en Fransette zijn namelijk zo'n 12 appartementen naast hun huis aan het bouwen en die hebben natuurlijk stroom nodig.
De in aanbouw zijnde appartementen.
Na het ontbijt de mail bekeken en de site bijgewerkt, en daarna een relaxmorgen. We zijn om half één naar de ambassade van Angola gegaan en konden daar tot onze verbazing onze paspoorten met de visums meteen meenemen, de brief van de Nederlandse consul had zijn werk dus erg goed gedaan. Toen zijn we vervolgens naar de ambassade van D.R.C. Congo gegaan, waar wij door medewerkers ter plekke een soort reisadvies over de wegentoestand in Angola kregen. Zij adviseerden ons éérst een visum voor Congo Brazzaville te regelen, om dan bij hun terug te komen. Dus naar die ambassade gegaan om daar de aanvraag in te dienen, en na een gezellig gesprek konden wij morgen al onze paspoorten met visums weer ophalen.
We zijn naar de binnenstad gegaan en hebben daar in een winkelcentrum een wegenkaart kunnen vinden van Centraal en Zuid Afrika, die we absoluut nodig hebben. Ennn we hebben 's avonds hutspot gekookt in ons appartement.
8 februari
We zijn in de morgen op uitnodiging van Koos met hem naar het winkelcentrum gegaan om koffie te drinken met een vriend. Toen we na het koffiedrinken wilden vertrekken, liep Kees langs een andere tafel toen hij plots hoorde “hé Kees”, (dit in een hoofdstad van een land wat 20 x groter is dan Nederland) en hij zag een gids die we ongeveer vijf jaar terug hadden ontmoet tijdens onze trip door Namibie, Botswana en Zimbabwe. Daar Koos een afspraak had konden we helaas niet al te lang met de man praten. Om twee uur onze paspoorten weer opgehaald bij ambassade van Congo Brazzaville, wat in vijf minuten was gepiept, vervolgens de papieren naar D.R.C. Congo gebracht. Daar kregen we te horen dat we na enig aandringen onzerzijds de paspoorten vrijdag middag om drie uur zouden kunnen ophalen. Dus onze planning om bij Koos en Fransette te vertrekken naar het noorden zou nu zijn op zaterdagmorgen.
9 februari
Uitzicht over Winhoek, vanaf het terras van Koos en Fransette.
In de morgen heeft Jannie het appartement een beetje opgefrist, terwijl Kees de internetzaken heeft geregeld. Daarna zijn we naar de supermarkt in het winkelcentrum gegaan om daar relaxt van een warme lunch te genieten. Vervolgens een heleboel boodschappen (de niet verse spullen) gekocht. Want als we zaterdag naar Angola vertrekken (we hebben gehoord dat daar moeizaam boodschappen te verkrijgen zijn), moeten we wel wat mondvoorraad in de bus hebben. Toen we weer terug kwamen bij het appartement is Kees met Koos naar een garage gegaan om de bus op een brug te zetten, zodat Kees zelf de stalen beschermplaat onder de motor met een breekijzer wat op afstand kon buigen, want deze resoneerde bij een bepaald toerental tegen de motor, wat zéér irritant is . Teruggekomen heeft Kees nog olie, water en bandenspanning gecontroleerd, om te constateren dat alles nog pico bello in orde was. We werden wederom door de zéér gastvrije Koos en Fransette uitgenodigd om die avond bij hun te komen dineren, wat we uiteraard niet afsloegen. Na een zéér gezellige avond de koffer in.
In de morgen hebben we gerelaxt, de bus van binnen voorbereid voor onze terugreis, en de site weer bijgewerkt. Om ong. drie uur naar de ambassade van D.R.C. Congo om de laatste hindernis te nemen, n.l. onze paspoorten met de visums op te halen. Daarna zijn we naar een winkelcentrum gegaan om een cadeautje voor onze gastheer en gastvrouw voor de zeer prettige en gezellige laatste 10 dagen die we bij hen hebben doorgebracht. Toen we terug kwamen hebben we ons even omgekleed, en zijn we met Koos en Fransette bij een zéér goed Italiaans restaurant uit eten gegaan.
Vroeg uit de veren om alle spullen uit het appartement te halen en naar de bus te brengen.
Kees vulde de bus met vers water terwijl Jannie het appartement schoon maakte. Daarna hebben we afscheid genomen van Fransette, want zij had een afspraak, waarna we nog even een half uurtje bij Koos hebben koffie gedronken, waarna we ook van hem afscheid hebben genomen, en hij ons heeft uitgezwaaid. Om ruim negen uur verlieten we Windhoek richting de grens van Namibië en Angola. Onderweg zagen we weer de nodige dieren. Bij het tanken kwamen tot de ontdekking dat een héél mooi gekleurd vogeltje waarvan wij dachten dat hij onder de bus door was gevlogen het helaas niet had gehaald, en dood is meegelift op onze gril.
We kwamen om een uur of acht bij de grens aan. De grens sluit normaal om zes uur, dus besloten we vlak voor de grens te gaan slapen. Bij onze geplande slaapplek stonden zes militairen die nachtdienst hadden en die wilden ons wel beschermen voor de nacht en voor wat geld, maar ze wisten nog niet toen ze dat vroegen dat Keessie geen centjes aan vreemde meneren zou geven.
Om onderaan te reageren, klik boven op de titel van dit bericht.