maandag 21 november 2011

Soedan

Soedan

15 november

                                          Kees slapend op het (hard) metalen dek.

Vroeg in de morgen rond vijf uur werden we gewekt door het geluid door luidspeakers van het gezang tot oproep voor moslims om te bidden. Vrij kort daarna keerde de rust weer en om ong. zes
uur werden we gewekt door de zonsopkomst. Om half zeven voeren we langs Abu Simbel (de tempels die we vorige week hadden bezocht) wat vanaf het water mooi te zien was. Aan boord moesten we weer de nodige papieren invullen en stempels halen.

                                          Aankomst in Wadi Halfa.

Om elf uur meerde de boot aan
waarna we redelijk snel door de douane controle waren om vervolgens met een soort taxi naar Wadi Halfa te gaan, waar we bij een hotel werden gedropt. Het gevecht om een twee persoons kamer was begonnen, wat we uiteindelijk hebben verloren, dus moesten we een vier persoons kamer delen met de Fransozen wat we niet erg vonden. S’avonds gezellig met z’n vieren op het dorpsplein warm gegeten met onze handen, want bestek doen ze hier niet aan. Behalve een asfalt hoofdweg zijn alle straten van zand.  

16 november

                                          Echte verse fruitsap in het restaurant.

De horloges moesten een uur voor uitgezet worden, dus nu is het verschil met Nederland 2 uur.
Ontbijt op de bedden in de hotel kamer die alleen bestaat uit een kamer met 4 bedden, het ontbijt hadden we gisteren zelf op de lokale markt gekocht. In het hotel is géén mogelijkheid om eten of drinken te kopen en er zijn ook géén tafels. Op onze hotelkamer zagen we twee gekko’s (een soort hagedissen) op het plafond lopen. Na het ontbijt naar het lokale politiebureau gegaan om
een doorreis permit te kopen wat wettelijk verplicht is. We werden letterlijk van het kastje naar de muur gestuurd, vele stempels en foto kopieën later wat ong. een uur duurde en 25 euro in Soedanese ponden achteruit waren we weer buiten. Op zoek gegaan naar een internet café bleek de USB stick om onze verhalen en foto’s op te zetten nog in de bus te liggen. Hierdoor hebben we alle tijd om de foto’s op de laptop te zetten en de reisverhalen in Word te zetten. Dit alles in afwachting van onze bus die in de loop van de dag ook is aangekomen met de boot maar waar we nog niet bij mogen komen omdat alle papieren daarvoor nog geregeld moeten worden, wat volgens zeggen morgen ochtend gaat gebeuren.

17 november

                                          Alle overlanders uren wachtend op de papieren rompslomp.

We zouden om half acht afgehaald worden met een taxibus, het werd natuurlijk weer acht uur.
Het was wat proppen geblazen, want we zaten met 15 personen in het busje. Aangekomen in de haven mochten we er eerst niet in, maar na een half uur mochten we verder. Bij de boot mochten
we één voor één er achteruit afrijden. Toen naar het begin van de pier in een rij opstellen voor de douane controle van de voertuigen (auto’s en motoren). Helaas was de douane controleur op een trouwpartij/ontbijt, zodat wij twee uur voor joker stonden. Toen de ambtenaar uiteindelijk was gearriveerd werden de chassis nummers, motornummers en inboedel gecontroleerd wat wederom enige tijd duurde. Daarna werden de carnet de passages van de nodige stempels voorzien en konden we een paar honderd meter verder rijden naar de uitgang, helaas was daar wederom een controle die
ook weer de nodige tijd in beslag nam. Uiteindelijk reden we om twee uur de haven uit en waren we officieel  met onze bus in Soedan.
Deels via een asfaltweg daarna een kilometer door het zand het dorp Wadi Halfa ingereden naar ons hotel om onze bagage op te halen en uit te checken. De meeste overlanders besloten om enige kilometers verder in zuidelijke richting te overnachten tussen de rotsen, daar er op onze boot drie auto’s niet meekonden (zij hadden eigenlijk al eerder geboekt als ons) en op een andere boot waren geladen en deze nog niet was aangekomen besloten wij bij deze mensen in het dorp te blijven, zij in het “hotel” en wij in onze comfortabele bus.

18 november

                                          Op de fiets van Engeland naar Zuid Afrika.

Vroeg in de morgen koffie gedronken bij de bus (omdat wij warm water hadden en het “hotel” niet) met de mensen die achter moesten blijven. Daarna vertrokken richting Khartoum de hoofdstad van Soedan ong. 1000 km. naar het zuiden. Na ongeveer 75 km. kwamen we Philip en An tegen het Franse koppel dat de vorige dag uit Wadi Halfa was vertrokken, zij deden rustig aan. Een 50 km. verder hebben wij een koffiepauze ingelast en kregen wij bezoek van één van de Duitse motorrijders die ook vroeg in de morgen was vertrokken uit het hotel. Op een gegeven moment kwamen we langs een goudzoekers kamp waar een paar honderd mensen hun geluk aan het zoeken waren, nog even gesproken met een van de goudzoekers en vervolgens weer op pad.
Ongeveer 15 km. voor de stad Dongola waar we zouden overnachten kwamen we de twee Zuid Afrikaanse en een Engelse fietser tegen die we in Aswan in Egypte hadden ontmoet en ook later op de boot hadden gesproken, zij gingen van Engeland op de fiets naar Zuid Afrika, zij waren direct van de boot weer onderweg gegaan, dus géén wachtpartij in het hotel. Gezellig met de jongens wat bijgepraat, vervolgens naar Dongola doorgereden wat boodschappen gedaan, in de bus gekookt en vroeg gaan pitten.

19 november

                                          Toekijkende kinderen tijdens onze koffie pauze.

Uit Dongola vertrokken naar de stad Karima waar we de “pyramide’s” van Merowe zouden bezoeken. Onderweg zagen we veel kamelen, maar het gekke was dat we verspreid door de woestijn ook meer als 50 dode kamelen hebben gezien waar we géén verklaring voor konden vinden, want het was vlak bij de Nijl, dus water en voedsel genoeg. De kinderen zijn steeds schaarser gekleed, en de mensen zijn inmiddels inktzwart van kleur. Onderweg koffie gedronken bij een dorpje waar we veel belangstelling hadden van kinderen. Op een kruising bij een checkpoint kwamen we een Engelse en Zwitserse motorrijder tegen, die we ook in ons hotel in Wadi Halfa al hadden gesproken, zij vroegen of wij al bij de pyramide’s waren geweest, en toen hebben wij een foto aan hun laten zien, waarop zij besloten vlug door te rijden i.v.m. het vallen van de avond, en zijn wij de andere kant uitgereden over een schier eindeloze asfaltweg door de “Bayuda” woestijn, daar er géén einde aan leek te komen hebben we voor het donker werd besloten in deze woestijn onze bivak op te slaan.

20 november

                                          Onze bus voor de campsite.

Bij het opstaan werden we verrast door een prachtige zonsopgang waar we uiteraard een plaatje van schoten, niet veel later kwam uit het niets een woestijnbewoner aanlopen, hij klopte tegen de voorruit
waarna Kees hem met een gebaar duidelijk maakte dat er mensen in de bus waren, waarna hij verder liep en in het niets verdween. Na het ontbijt verder gereden  naar Atbara dat wij konden bereiken over een nieuw aangelegde brug over de Nijl, (voor de aanleg van deze brug moest al het vervoer met een pont geschieden). Vanaf Atbara bleek er een tolweg naar Khartoum (hoofdstad van Sudan met ong. 9 miljoen inwoners) te zijn. Op de tolweg moesten wij stoppen voor diverse checkpoints waar we ons steeds onze paspoorten moesten laten zien. Tevens op deze weg nog even volgetankt voor omgerekend € 0,30 cent per liter. Tegen donker aangekomen in Khartoum waar het zoals een grote hoofdstad betaamt vreselijk druk was. Getracht door onze coördinaten een campsite te vinden wat slecht wilde lukken, uiteindelijk een persoon gevonden die géén woord Engels sprak maar met behulp van een plaatje op een stencil begrepen wij dat hij wist waar het was, hij wist ons met handen en voeten duidelijk te maken dat hij in wilde stappen om ons er heen te brengen, om vervolgens kris kras door de stad na ongeveer een half uur bij de bedoelde campsite af te leveren, hij gaf een hand stapte uit en verdween voor we er erg in hadden. We konden er maar voor één nacht staan, want de volgende dagen was het daar volgeboekt i.v.m een manifestatie, de manager wilde ons niet wegsturen omdat het al donker was, maar we moesten beloven dat we de volgende morgen om acht uur weg zouden zijn.

21 november

                                          Ons wasje hangt te drogen.

Half acht opgestaan om vervolgens de bus buiten de poort te rijden en te ontbijten. Om acht uur gevraagd naar de manager van de campsite i.v.m. het afrekenen, ondertussen hebben we de bus opgeruimd, olie gecontroleerd en het drinkwater bijgevuld, vervolgens ging Jannie weer vragen of de manager kon komen, daarna maar weggereden, denkelijk wilden ze ons geld niet hebben. Toen door het drukke verkeer een hotel in het centrum van de stad gevonden. Daar ingecheckt, de lunch gebruikt, de was gedaan en gedoucht en ’s avonds heerlijk gegeten. Het is heel raar, maar in deze stad (ong. 10 maal het inwonertal van Amsterdam) kan je geen geld uit een muur trekken, en je kan nergens met een creditcard betalen, ook in ons hotel niet. 
Ondertussen ook met internet bezig geweest op de kamer, maar toen we na het eten onze site wilden updaten was het zeerrrrrrrrrrrr trage internet weggevallen, hebben toch de dagverslagen afgemaakt in “Word” en op een USB stick gezet om het later op de avond nog eens te proberen, en voila het lukte. 

  22 november

                                         Een Engelse en Zwitserse overlander plaatsen een nw. band.
Bij het hotel werden we om 9 uur door een taxi afgehaald om naar de Nederlandse ambassade te gaan om daar een officieel formulier te halen om problemen bij de Ethiopische grens te voorkomen, om vervolgens naar de Ethiopische ambassade te gaan om onze visums aan te vragen, na het invullen van de diverse formulieren kregen we te horen dat we de volgende dag de paspoorten weer op konden halen. Vervolgens een warme lunch gebruikt en uitgecheckt. Op aanwijzingen van de hoteleigenaar naar een camping gereden (Blue Nile Club), waarvan we het adres hadden gekregen van andere overlanders. Daar aangekomen bleek het een gezellige campsite aan de Nijl en troffen we de nodige overlanders die we ook op de boot hadden gesproken. Ons geïnstalleerd, en tevens op internet gekeken, in de bus gekookt en gegeten en vroeg naar bed gegaan.

23 november

                                         Jannie heeft net vers brood gehaald.
Net buiten de poort van de campsite konden we vers brood halen. Na het ontbijt met een taxi naar de Nederlandse ambassade gereden om een brief op te halen en zijn we vervolgens naar de Ethiopische ambassade gereden om onze paspoorten met de visums op te halen. Teruggekomen op de campsite wilden we na de lunch zo’n beetje vertrekken richting Ethiopië, eerst zou ik onze “Coleman brander”
nog repareren. Toen ik hiermee klaar was verschenen de één na de andere overlanders die in Wadi Halfa waren achtergebleven, dus namen we het besluit voor de gezelligheid en om hun verhaal te horen om nog maar een nachtje te blijven. Bij het uit proberen van de “Coleman brander” vloog het met gewone benzine gevulde apparaat in vlammen en was het einde verhaal voor ons brandertje.
Een gezellige avond gehad met de hele groep waardoor het toch weer laat werd voor we naar bed gingen.

24 november

                                         Slaapplek bij tankstation.

Rond tien uur vertrokken van de campsite met iemand om naar een zéér grote supermarkt te gaan om wat voorraden in te slaan, en hij wist tevens ons zéér goed de weg uit Khartoum te wijzen, waarna we met z’n tweetjes verder gingen richting de grens van Ethiopië. Bij de plaats Wad Medina vonden we bij een tankstation een mooi plekje om onze bivak op te slaan.

25 november

                                         Papieren regelen voor invoer v/d bus.

Heerlijk uitgeslapen om vervolgens te vertrekken richting de Ethiopische grens. Voor de grens nog even de laatste Soedanese ponden in de dieseltank gestopt om vervolgens door te rijden naar Gallabat waar we de stempeltjes in onze paspoorten om uit Soedan te komen lieten zetten en onze bus op papier uit te voeren. Door naar Ethiopische kant waar het ons opviel dat er computers waren bij de paspoort controle en dat er een foto van ons werd gemaakt en ook vingerafdrukken werden genomen. Vervolgens door naar customs om onze bus in te voeren. Het liep tegen sluitingstijd waardoor de man van customs de tijd voor ons nam. Wij vroegen of we met onze bus daar mochten overnachten, wat hij geen bezwaar vond.

                                         Dinner in Ethiopie aan de grens.

Na ong. een kwartiertje werd er op de bus geklopt en kwam een ander van customs om te vragen of we bij hem wilden eten, wat wij niet afsloegen. Kregen een heerlijke maaltijd voorgeschoteld en we mochten zo veel eten als we wilden, de man kwam met nog een ander typisch Ethiopisch gerecht wat wij veel te heet gekruid vonden, dus uit beleefdheid hebben we daar maar een weinig van genomen. Het was een gek idee dat we hier in Ethiopië ons zaten vol te eten, een beetje de wereld op z’n kop.

Klik boven op de titel van dit bericht om onderaan te reageren.