Bij de Tanzaniaanse grens moesten we onze visums met dollars betalen, daar het kerst zaterdagmiddag was waren de meeste banken daar gesloten. Na een speurtocht kwamen we via een handelaar toch nog aan dollars. Dat was zéér belangrijk anders hadden we tot na de kerst moeten wachten bij de grens. Vervolgens kregen we nog te maken met een stroomstoring, waardoor alle computers uitvielen. Na een uur of 3 waren we eindelijk klaar, en konden we gek genoeg zonder enige vorm van controle Tanzania binnenrijden.
We hebben besloten een route via het zuiden te nemen, daar onze bus te laag is om over bepaalde wegen in Congo te rijden. Ons voorlopig plan is om via Zambia naar Namibië te gaan. Na ongeveer 100 km kwamen we aan in de stad Arusha waar we een mooi plaatsje vonden om de nacht door te brengen.
Behulpzame jongemannen in Arusha
Hier werden we door twee jongemannen aangesproken, zij vertelden ons dat de plaats waar we stonden niet veilig was en zij adviseerden ons op de binnenplaats van het tegenovergelegen hotel te gaan staan. Terwijl wij in gesprek met ze waren kwam er een groep van zo’n 50 zingende Massai in gekleurde kleding langs. Jannie maakte een foto, en toen brak de pleuris uit, ze wilden meteen geld en begonnen te schreeuwen en bedreigde ons met hun stokken, waarna de beider jongemannen en Kees tussenbeide kwamen. Dus toch maar besloten de kerstnacht in het hotel door te brengen.
25 december
Wij in het zwembad.
In ons hotel in Arusha genoten van ons kerstontbijt en tevens de laatste foto’s op de site gezet.
Toen vertrokken richting de Indische Oceaan. Onderweg hebben we koffie gedronken. Op het moment dat Jannie de deur zou sluiten zei zij ineens daar komen Tonnis en Hélène aan met de auto. Die zagen dat op hetzelfde moment dus zij stopten en kregen we wederom een koffiepauze. Zij vertelden dat ze in een prachtig resort genaamd “Honey Badger” met zwembad zaten met zéér goed eten, en stelden ons voor om daar ook heen te gaan, en daar het al tegen het eind van de middag liep, gingen we op hun voorstel in. Aangekomen en ingecheckt hebben we een paar uur bij ongeveer 32 graden heerlijk in het zwembad gelegen, en een paar Keniaanse mensen die daar op vakantie waren en niet konden zwemmen wat zwemlessen gegeven, zodat ze over de eerste angst voor het water heen waren. Daarna hebben we ons omgekleed voor het kerst diner. Het kerstdiner was een soort buffet met geroosterde geit, het was heerlijk.
26 december
Onderweg over onverharde weg naar campsite.
In de loop van de morgen zijn wij samen met Tonnis en Hélène vertrokken naar een campsite/resort aan het strand van de Indische Oceaan in Tanzania. Aan het eind van de middag kwamen we aan bij het “Peponi” resort direct aan het strand gelegen. De Engelse eigenaar heette ons welkom en we kregen een rondleiding waarna we onze auto’s op een plaats tussen de palmbomen konden neerzetten. Na een heerlijk diner in de open lucht (het was bloedheet, het zweet gutste van alle kanten uit ons) zijn we gaan slapen. Het was zo warm dat we de ramen van de bus open moesten laten om nog een beetje koeling te krijgen.
27 december
Campsite in Peponi beach.
Met een temperatuur van ong. 33 graden besloten we er vandaag een relaxdag van te maken. Eerst hebben we een wandeling van ongeveer 600 meter de zee in gelopen over het door eb bloot gelegde strand.
Om eventueel te gaan zwemmen, maar dan moesten we nog wel een behoorlijk eindje lopen, dus zijn we teruggegaan, hebben de camsite beter bekeken, zijn naar een naast gelegen pizzeria gegaan en hebben ons daar bevredigd met een heerlijke pizza. Daarna de site maar weer bijgewerkt.
Behulpzame jongemannen in Arusha
Hier werden we door twee jongemannen aangesproken, zij vertelden ons dat de plaats waar we stonden niet veilig was en zij adviseerden ons op de binnenplaats van het tegenovergelegen hotel te gaan staan. Terwijl wij in gesprek met ze waren kwam er een groep van zo’n 50 zingende Massai in gekleurde kleding langs. Jannie maakte een foto, en toen brak de pleuris uit, ze wilden meteen geld en begonnen te schreeuwen en bedreigde ons met hun stokken, waarna de beider jongemannen en Kees tussenbeide kwamen. Dus toch maar besloten de kerstnacht in het hotel door te brengen.
25 december
Wij in het zwembad.
In ons hotel in Arusha genoten van ons kerstontbijt en tevens de laatste foto’s op de site gezet.
Toen vertrokken richting de Indische Oceaan. Onderweg hebben we koffie gedronken. Op het moment dat Jannie de deur zou sluiten zei zij ineens daar komen Tonnis en Hélène aan met de auto. Die zagen dat op hetzelfde moment dus zij stopten en kregen we wederom een koffiepauze. Zij vertelden dat ze in een prachtig resort genaamd “Honey Badger” met zwembad zaten met zéér goed eten, en stelden ons voor om daar ook heen te gaan, en daar het al tegen het eind van de middag liep, gingen we op hun voorstel in. Aangekomen en ingecheckt hebben we een paar uur bij ongeveer 32 graden heerlijk in het zwembad gelegen, en een paar Keniaanse mensen die daar op vakantie waren en niet konden zwemmen wat zwemlessen gegeven, zodat ze over de eerste angst voor het water heen waren. Daarna hebben we ons omgekleed voor het kerst diner. Het kerstdiner was een soort buffet met geroosterde geit, het was heerlijk.
Jannie danst met plaatselijke dansers.
Na afloop kregen we een voorstelling van een groep plaatselijke dansers en hebben we gezellig meegedaan. Daarna kwam er een groep “Massai” die een voorstelling gaven waarna er ook een paar van de mannelijke toeschouwers probeerde zo hoog te springen. Daarna gaven de Keniaanse gasten ook een voorstelling, tot slot maakte Massai dansers op traditionele wijze met de hand een vuur. Zo kwam er een einde aan een hele gezellige kerstavond.
Na afloop kregen we een voorstelling van een groep plaatselijke dansers en hebben we gezellig meegedaan. Daarna kwam er een groep “Massai” die een voorstelling gaven waarna er ook een paar van de mannelijke toeschouwers probeerde zo hoog te springen. Daarna gaven de Keniaanse gasten ook een voorstelling, tot slot maakte Massai dansers op traditionele wijze met de hand een vuur. Zo kwam er een einde aan een hele gezellige kerstavond.
26 december
Onderweg over onverharde weg naar campsite.
In de loop van de morgen zijn wij samen met Tonnis en Hélène vertrokken naar een campsite/resort aan het strand van de Indische Oceaan in Tanzania. Aan het eind van de middag kwamen we aan bij het “Peponi” resort direct aan het strand gelegen. De Engelse eigenaar heette ons welkom en we kregen een rondleiding waarna we onze auto’s op een plaats tussen de palmbomen konden neerzetten. Na een heerlijk diner in de open lucht (het was bloedheet, het zweet gutste van alle kanten uit ons) zijn we gaan slapen. Het was zo warm dat we de ramen van de bus open moesten laten om nog een beetje koeling te krijgen.
27 december
Campsite in Peponi beach.
Met een temperatuur van ong. 33 graden besloten we er vandaag een relaxdag van te maken. Eerst hebben we een wandeling van ongeveer 600 meter de zee in gelopen over het door eb bloot gelegde strand.
Om eventueel te gaan zwemmen, maar dan moesten we nog wel een behoorlijk eindje lopen, dus zijn we teruggegaan, hebben de camsite beter bekeken, zijn naar een naast gelegen pizzeria gegaan en hebben ons daar bevredigd met een heerlijke pizza. Daarna de site maar weer bijgewerkt.
Om nu nog bij vloed in het zéér warme water van de Indische Oceaan te gaan zwemmen.
28 december
Kees klaar om te snorkelen.
Wij (Tonnis, Hélène en wij) hadden besloten vandaag een snorkel boottocht naar een koraalrif te maken. Het was aanvankelijk bewolkt weer, waar we erg blij mee waren want in een boot met die enorme zon hier dat is voor ons heel moeilijk vol te houden. Er zaten ook nog twee dames uit Amerika en Nieuw Zeeland bij ons in de boot. Een andere groep die ook mee zou gaan had besloten de volgende dag te gaan, dus met zes personen was het wel veel gezelliger.
Na ongeveer een uurtje varen (de boot ging op dat moment met een buitenboord motor) kwamen we bij een groot koraalrif en zijn we met z’n zessen het water ingegaan. Duikbrillen, snorkels en zwemvliezen (die we hadden gehuurd) aangedaan en gaan met die banaan. We kwamen in een héél andere wereld terecht, het leek wel één groot zee aquarium. We zagen zéér helder diverse kleuren zeesterren van ongeveer 30 cm. en een enorme verscheidenheid aan tropische vissen in alle maten en kleuren en zéér mooie geleurde koraalriffen. Het was fantastisch, iets wat we nooit meer zouden vergeten. Na ongeveer een half uur gingen we terug naar de boot om vervolgens ong. 20 minuten verderop naar een ander koraalrif te varen waar we wederom positief werden verrast met de prachtige onderwater wereld. Ook hier ongeveer een half uur de boel bekeken in het zéér warme water van de Indische Oceaan. Daarna zetten we koers naar een enorme grote zandbank, waar we met z’n allen dus ook de twee bemanningsleden uit de boot gingen.
De lunch.
De twee bemanningsleden droegen ons eten en drinken in koelboxen aan land om vervolgens voor ons tussen vier palen een zeil neer te leggen en een overkapping te maken zodat we konden eten en relaxen in de schaduw, want de zon was op dat moment weer onbarmhartig aan het schijnen. We waren door het zwemmen en in het water zijn zo rozig geworden dat we zelfs even een tukkie hebben gedaan. Na ongeveer drie kwartier besloot de bemanning dat we terug zouden gaan naar de campsite aan het strand, maar nu met werden de zeilen gehesen en gingen we op windkracht terug. Bij aankomst aan het eind van de middag viel Jannie uit de boot wat voor grote hilariteit zorgde. Het water was op die plaats zo warm als normaal in ons ligbad, dat het zelfs een beetje zeer deed op onze toch wel redelijk verbrande huid. Jannie had een hele leuke actie foto van de bemanning genomen en teruggekomen bij onze bus direct afgedrukt, toen met een rot gang terug naar het strand en de foto aan de jongens gegeven, die dat natuurlijk prachtig vonden.
De lunch.
De twee bemanningsleden droegen ons eten en drinken in koelboxen aan land om vervolgens voor ons tussen vier palen een zeil neer te leggen en een overkapping te maken zodat we konden eten en relaxen in de schaduw, want de zon was op dat moment weer onbarmhartig aan het schijnen. We waren door het zwemmen en in het water zijn zo rozig geworden dat we zelfs even een tukkie hebben gedaan. Na ongeveer drie kwartier besloot de bemanning dat we terug zouden gaan naar de campsite aan het strand, maar nu met werden de zeilen gehesen en gingen we op windkracht terug. Bij aankomst aan het eind van de middag viel Jannie uit de boot wat voor grote hilariteit zorgde. Het water was op die plaats zo warm als normaal in ons ligbad, dat het zelfs een beetje zeer deed op onze toch wel redelijk verbrande huid. Jannie had een hele leuke actie foto van de bemanning genomen en teruggekomen bij onze bus direct afgedrukt, toen met een rot gang terug naar het strand en de foto aan de jongens gegeven, die dat natuurlijk prachtig vonden.
29 december
Aapjes onderweg.
In de loop van de morgen vertrokken in Noordelijke richting voor ongeveer 40 km off road naar de stad Tanga aan de kust. Onderweg weer diverse apen gezien. Ons Tanzaniaans geld (10.000 Tanzaniaanse schilling is ong. € 5,=) was namelijk op dus en daar was de enige gelegenheid om het bij een bank met onze creditcard geld uit de muur te halen. Daarna konden we tanken en hebben we nog wat mondvoorraad gehaald. Toen zijn we naar het 300 km zuidelijk gelegen Bagamoyo Beach Resort gereden, waar we tegen de avond aankwamen.
We hadden besloten daar drie dagen te blijven staan en er oud en nieuw te vieren. Het was namelijk onmogelijk tijdens deze dagen in het 60 km verderop gelegen Dar Es Salaam bij de ambassade van Zambia een visum te verkrijgen. De ligging van het resort was direct aan de zee gelegen, en was tevens voorzien van een erg mooi groot zwembad.
30 december
Het gebouw waar de slaven vandaan vertrokken.
In de morgen (de temperatuur liep weer eens op tot een graad of 33) uiteraard het zwembad uitgeprobeerd. Daarna naar een kerk in de buurt gegaan, waar David Livingstone één dag opgebaard had gelegen, en waar tevens een museum over de slavernij vanuit Tanzania in de 19e eeuw naast was gelegen. Hierna naar een plaats gegaan waar vanuit de slaven werden verscheept naar alle continenten. Terug naar de campsite en gerelaxt. Om een uur of tien uiteraard in het donker kwam er een auto met een 7 personen die nog even 4 tenten op moesten zetten. met onze LED lamp hebben we wat geholpen.
31 december
Oudejaarsmaaltijd.
Kees heeft de nodige dingen aan de bus gedaan terwijl Jannie de was deed. Voor de rest van de dag rustig aangedaan en de diverse keren in verband met de hitte afkoeling in het warme water van het zwembad gezocht. We stonden ongeveer tien meter bij het zwembad vandaan. Om een uur of half negen naar het aan het strand gelegen restaurant gegaan voor een speciaal oudejaarsavond diner.
Jannie danst met lokale groep.
Daar werd een life optreden verzorgd door een lokale groep van negen personen met dans en muziek. De jaarwisseling vond hier plaats zonder vuurwerk, wat voor ons dus zéér gek was.
Daar werd een life optreden verzorgd door een lokale groep van negen personen met dans en muziek. De jaarwisseling vond hier plaats zonder vuurwerk, wat voor ons dus zéér gek was.
Om ongeveer halféén bekaf naar onze kooi gegaan.
1 januari 2012
Witte man in zwembad.
Eerst in de ochtend van de nieuwjaarsdag ontbeten in het restaurant van het resort. Daarna afgerekend bij de Franse manager en tevens gevraagd of wij in haar kantoor onze site mochten updaten via internet, maar we werden geroepen door één van de personen die met de tenten naast ons stonden en die inmiddels op de barbecue eten hadden klaargemaakt, of wij ook mee wilden eten, waarop wij natuurlijk géén nee wilde zeggen. Heerlijk en gezellig gegeten met het groepje van 7 personen. Ze waren een weekendje uit van het 65 km verderop gelegen Dar Es Salaam, waar ze werkzaam waren bij de organisatie van Jehova’s Getuigen.
Hierna de site een update gegeven. Het was een zéér hete dag, dus we zijn daarna eerst in zee wezen zwemmen, en daarna om het af te leren nog een uurtje in het zwembad.
2 januari
Haven van Dar es Salaam in Tanzania.
Bij het wegrijden bleek het zéér kleine onschuldige sterretje wat we een paar weken terug in Kenia opgelopen hadden vermoedelijk door de hitte toch uitgelopen was van achter de binnenspiegel tot recht voor mijn gezicht. Onderweg naar Dar Es Salaam toch even gestopt en bij Frank en Annette van de Jehova’s Getuigen langsgegaan zoals we dat de vorige dag hadden afgesproken. Omdat we volgens de “Loneley Planet” op maandag in Dar Es Salaam (Havenstad van Tanzania met ong. 8 miljoen inwoners) voor 2 uur op de ambassade van Zambia een aanvraag voor onze visums konden doen zijn we dus niet te lang gebleven. Bij aankomst bij de ambassade bleek het een Zambiaanse feestdag te zijn en was deze dus gesloten. Toen zijn we maar weggereden om plaatsje voor de nacht te vinden. Bijna om de hoek zagen wij een plaatsje, bij controle bleek het een parkeerplaatsje te zijn bij een marine politiebureau te zijn. We stonden daar prachtig en zo goed als bij de haven, en op loopafstand van de ambassade en de binnenstad.
3 januari
Rustig verkeer in Dar es Salaam.
Als eerste naar de ambassade gegaan voor de visum aanvraag. Daar kregen we te horen dat we om twee uur terug konden komen om onze paspoorten weer op te halen. Op zoek gegaan naar een wegenkaart van Zambia, maar na diverse winkels en het toeristenkantoor bleek het een onmogelijke opgave. Eerst nog maar wat boodschappen gedaan en wat bij de bus gegeten. Om vervolgens om twee uur ons weer te melden bij de ambassade. Daar moest natuurlijk nog aan onze aanvragen worden begonnen, maar ja ze zeggen “dit is Afrika”, en daar moet je het maar mee doen. Na een half uur wachten kregen we de paspoorten. Toen teruggelopen naar de bus en bij de marine politie drinkwater gevraagd en gekregen. Kees vroeg nog nadrukkelijk of het echt goed drinkwater was, waarop de man er zelf van ging drinken en zei dat het vers was en rechtstreeks uit de rivier kwam, maar ja toen zat het al in onze voorraadtank van de bus. Gelukkig hebben wij een waterfilter, dus zo erg is het ook weer niet. Daarna de stad uitgereden richting het zuidwesten van Tanzania hetgeen nog wel even duurde daar er her en der nog wat filetjes ontstonden. Na ongeveer zestig kilometer bij een tankstation waar ook diverse vrachtwagens stonden gevraagd of wij daar de nacht mochten doorbrengen, wat geen bezwaar was.
4 januari
Aap met afvalzakje.
’s Morgens omstreeks 8.15 uur vertrokken over een weg met om de paar kilometer een tankstation. Na enige tijd hield dat op maar vertoonde het wegdek enorme spoorvorming en daar we ook nog links rijden is het vaak erg vermoeiend. Na een paar uur hebben we heerlijk op een rustig plaatsje, voor het eerst zonder mensen om ons heen, koffie en een broodje genomen. In een dorpje gestopt om een paar bananen te kopen, de man wilde alleen de hele tak met wel 50 bananen verkopen. Na de nodige discussies was hij toch bereid een deel te verkopen. Een watermeloen en nog wat voor ons onbekende vruchten gekocht. Hierna probeerden we nog een andere verkoper over te halen om ons een paar tomaten te verkopen, helaas ging dat niet door het ging alleen per emmer, dus maar doorgereden . De weg loopt over een afstand van ongeveer 50 km door het Nationaal Wildpark Mikumi , hier hebben we giraffen , herten, wrattenzwijnen, apen en een kudde kafferbuffels gespot.. Toen we het park uit waren zagen we nog veel meer apen, waaronder de aap op de foto die aan de kant van de weg een weggegooid plastictasje aan het onderzoeken was. We reden door een prachtig gebergte waar we onderweg een campsite zagen met de naam “Baobab Valley Camp” dus doken we daar op om te overnachten we waren tot dat moment de enige gasten. Na dat we gedoucht hadden kwam er een enorme bus binnen die omgebouwd was tot een rollend hotel. Er zaten in het achtergedeelte van de bus 21 piep kleine slaapkamertjes.
5 januari
Baobab campsite.
Bij het verlaten van de campsite troffen we bijna meteen een paar overstekende aapjes aan. Omdat het de verjaardag van Jannie was, had zij het redelijk druk met diverse telefoontjes en SMSjes.
Nog nooit had zij levende apen op haar verjaardag gezien en ook nog nooit zo warm gehad, terwijl het de koudste dag sinds lange tijd was (ong. 22 graden) en in de ochtend zelfs een beetje regen.
Kinderen onderweg in Tanzania.
Toen wij stopten om te gaan lunchen zag Jannie een paar kinderen die zij op de gevoelige plaat wilde zetten, ze waren een beetje bang, en probeerden zich meteen te verstoppen. Na even met een wat oudere jongen gesproken te hebben waren de kinderen toch wel wat nieuwsgierig en durfden nu wel op de foto. Vervolgens verder gereden richting de Zambiaanse grens. Daar we vandaag de grens toch niet zouden halen, hebben we ergens volgetankt en daar tevens gevraagd of we er mochten overnachten, wat de eigenaar geen probleem vond.
6 januari
In de file voor de grens van Zambia, bus achter gele vrachtwagen.
Een weinig enerverende dag met erg veel regen, tot we bij de grens kwamen daar was het een enorme chaos, met een file waar we ongeveer een uur in hadden gestaan met enorm veel vrachtwagens. De gehele grensprocedure heeft ongeveer drie uur geduurd. Om een uur of vier
(omdat we richting het westen gingen konden we de horloges weer een uur terugzetten, dus nu is het verschil met thuis nog maar één uur) reden we Zambia (19 x zo groot als Nederland, met ong. 12½ miljoen inwoners) binnen, weer zonder een vorm van controle. Hier ook net als in Tanzania de eerste 100 meter een zéér slecht wegdek, we hoopte dus op verbetering, maar tot nu toe behoorlijk veel gaten her en der. Ook dit land heel veel groen en bebossing. Om een uur of zeven vonden we een plekje voor de nacht in de vrije natuur waar we even van de weg af konden staan.
Na dat we de bus hadden neergezet kwamen er buren uitgebreid naar de bus kijken, waarna wij vertelden dat we hier gingen slapen begrepen zij het en gingen terug naar hun huisjes.
Ook nog even aan een van de mensen gevraagd waar we het eerstvolgende tankstation konden vinden, daar we bijna leeg waren, waarna de man antwoordde dat die zich op ongeveer 300 km verderop bevond. De man zei dat we misschien nog wel diesel op de zwarte markt konden kopen, maar dat die erg vervuild kon zijn. Gelukkig hebben we zelf 40 liter reserve mee, dus géén probleem.
ZAMBIA
7 januari
Frederick en Martha.
Toen we net wakker waren stond de man op wiens oprit we stonden met de bus al voor onze deur.
Hij vertelde dat hij zijn werk op de boerderij al had gedaan (hij was om half vijf opgestaan, had zich gewassen en omgekleed) en nodigde ons vervolgens uit om zijn huis te komen bezichtigen.
Het was half acht in de morgen. Na dat we ong. een uurtje bij hem en zijn vrouw (Frederick en Martha) thuis hadden doorgebracht zijn we nog even naar de bus gegaan om die aan zijn vrouw te laten zien en om koffie te drinken. We hadden een paar foto’s gemaakt die hebben we afgedrukt en aan hun gegeven met een jurkje, shirtje en een cap. Tevens hebben wij ze op de laptop wat foto’s van Hoorn laten zien. Inmiddels kwamen er steeds meer mensen bij de bus staan, waaronder ook een jongeman met een geitje op zijn nek. Kees vroeg wat hij daarmee ging doen, hij zei dat hij de geit mee naar huis zou nemen om te slachten. Na enige tijd vertrok hij weer. waarna wij afscheid namen van het stel. Na ons ontbijt annex lunch te hebben genomen vertrokken wij, en onder luid getoeter werden we uitgezwaaid. Na een kilometer of drie zagen wij de jongeman met de geit op zijn schouder langs de kant van de weg lopen. Toen wij hem vroegen hoe ver hij nog moest, vertelde hij ons dat hij nog drie km. verder moest, en nam hij ons aanbod om mee te rijden aan.
Hij en de geit in de bus, en hebben wij hem thuis afgezet. Enige kilometers verderop namen wij nog een oudere man mee die ong. 40 km. verderop woonde. Na hem te hebben afgezet moesten wij onze eerste reserve jerrycan met diesel aanspreken, daar er nog steeds géén tankstation was.
Wat een champignons hè.
Onderweg worden allerlei etenswaren zoals eieren, levende kippen, mango’s enz. maar tot onze verbazing zagen we nu over een afstand van zeker 50 km. diverse mensen staan met reuze paddenstoelen met soms wel een doorsnee van zo’n 50 cm.
Om niet in het donker te rijden (er zaten behoorlijk veel gaten in de weg) besloten wij om een uur of vijf te stoppen toen we een mooi plekje op een parkeer terrein zagen om te koken en te slapen.
8 januari
Eten te koop langs de weg.
We zijn vroeg vertrokken bij bewolkt weer. Na ongeveer 30 km kwamen we aan in de stad Mpika bij het eerste tankstation na ongeveer 400 km. Daar we te weinig Zambiaanse Kwacha’s hadden en ze bij het tankstation géén creditcards accepteerden probeerde Kees uit een ATM automaat met z’n creditcard geld te halen. Daar het apparaat stroomstoring had moest hij naar een volgende automaat, maar die bleek buiten werking. Terug naar het tankstation en een deel van de diesel met
“Kwatcha’s” betaald en het restant met dollars. Bij het tankstation stond ook een man uit Zuid Afrika
die wel geïnteresseerd was in onze reis, en vroeg of hij een foto van de landensticker met onze route die op de zijkant van de bus zit mocht maken. Hij vroeg hoe de wegen in Tanzania waren en vertelde zelf dat hij vanuit Namibië kwam en vlak voor de grens had hij een boek van Namibië met alle bezienswaardigheden gekregen en dat gaf hij aan ons. Wij waren er wel blij mee, want er zat kaart materiaal in van Namibië die wij niet hadden. Hierna gingen wij weer verder. Onderweg begon het behoorlijk te regenen. We wilden nog wat tomaten kopen, en zijn bij een paar mensen langs de kant van de weg gestopt die allerlei groente en fruit verkochten. Bij één van hen kochten we oranje paddenstoeltjes, tomaten en uien. Het geheel gebakken met wat gekookte rijst en onze avondmaal was weer geregeld. Het koken en het eten vond plaats voor een school waar wij een mooi plekje hadden gevonden voor de nacht. Alles werd aandachtig bekeken door het schoolhoofd en wat kinderen.
9 januari
De meester leest een stukje uit de bijbel voor.
We zijn voor ons doen vroeg opgestaan namelijk om ongeveer 6.45 uur, omdat de school weer zou beginnen na de kerstvakantie en wel om 7.30 uur. Daar wij verwachtten dat er wel de nodige kinderen voor het naar school gaan even langs zouden komen uit nieuwsgierigheid hetgeen echter niet gebeurde . Wij zijn toen wel naar de school gegaan zoals we de avond ervoor aan het schoolhoofd hadden beloofd. Onderweg zagen we bij de waterput, waar ook Kees water had gehaald, een erg jong meisje met een veel te grote fiets met daarop een zeer zware jerrycan met water zeulen. Bij terugkomst om een foto in de bus af te drukken zag ik (Jannie) het meisje een volgende jerrycan vullen. Bij de school stonden de kinderen in een kring om een leraar heen die instructies gaf en daarna een stukje uit de bijbel voorlas. Hierna gingen de kinderen naar de klassen, waarna we naar een klas gingen waar de kinderen met een lerares heel mooi een lied zongen over Zambia. Na ongeveer een half uur met drie leraren te hebben gesproken en ook een foto op hun verzoek van hen te hebben afgedrukt namen we afscheid. Na enige tijd zagen we een jonge vrouw met een baby en een kleuter die een gebaar maakte dat ze mee wilden rijden en hebben we besloten ze mee te nemen , ongeveer 15 km verderop hebben we ze in een dorp afgezet. Aangekomen in Lusaka, de hoofdstad van Zambia zijn we gaan tanken en boodschappen gaan doen in een supermarkt om onze voorraad weer aan te vullen.
10 januari
Overlander uit Canada.
De nacht doorgebracht op een paadje achter een bossage aan de doorgaande weg, ong. tien km. na Lusaka. Er bleek in de bossage een man te wonen in een hutje, en hij verkocht overdag wat handelswaar op het parkeerterreintje. Toen we de banden op pompten met de compressor verbaasden de man en zijn twee vrienden zich er over dat we het niet gewoon met een fietspomp deden. Ongeveer halverwege Lusaka en Livingstone zagen wij een overlander op de fiets naderen. Wij boden hem een kop koffie aan, want wij waren ook aan een pauze toe. De man was al ong. drie jaar onderweg en kwam uit Canada. Na een half uurtje gezellig met de man te hebben gesproken ging hij weer op pad, en wij weer verder naar Livingstone waar de “Victoria watervallen” zijn (één van de zeven wereldwonderen). Tevens is het daar een vierlanden punt van de grenzen: Zambia, Botswana, Zimbabwe en Namibië. Toen wij bij Victoria falls arriveerden werden we verwelkomt door de vele overstekende apen, en er was één zo brutaal dat hij met z’n eigen handen een vuilcontainer opende om te kijken of er wat van zijn gading in zou zitten. Wij parkeerden de bus ong. 100 meter van de grens van Zimbabwe waar we een mooie slaapplek hadden.
11 januari
Gewekt door de apen.
Kwart voor zes werd er op de bus geklopt, dus vlug ons rolgordijntje een stukje omhoog om te zien wie er was. We schrokken een beetje, want er bleken een heleboel apen rond de bus te zitten die ons zonodig moesten wekken. daarna toch nog even geslapen, maar daar we vlakbij de grens stonden van Zimbabwe was er toch al vroeg veel personen verkeer. Om even voor negenen gingen we te voet naar de “Victoria Falls”. Daar troffen we twee Zwitserse jonge mannen waar we een stukje mee opliepen.
Waarna we met z’n tweeën verder gingen.
Bij de regenboog van "Victoria Falls".
Op ons verzoek werd er een foto gemaakt van ons door een ouder echtpaar. Toen we door liepen kregen we van de parkmedewerkers te horen dat de vuilcontainers aan struiken of iets anders vastgebonden werden om te voorkomen dat de apen op zoek naar voedsel deze omver zouden gooien. Hierna liepen we de andere kant op, waar het steeds vochtiger werd. Op een bepaald moment liepen we als het ware in de regen terwijl de zon volop scheen, we zagen 2 regenbogen, het geheel was een fantastisch schouwspel, ondanks dat we binnen 5 minuten kletsnat waren hebben we enorm genoten. Na bij de uitgang nog bijna onderste boven te worden gelopen door een aap zijn we nog even gaan kijken bij de souvenirs kraampjes waarna we zijn teruggelopen naar de bus. Teruggereden naar Livingstone om te lunchen en geld te wisselen bij de bank. Daarna vertrokken naar de grens plaats Katima Mulilo. We waren nog maar net de stad uit toen we nog even 10 Dollar mochten betalen voor het gebruik van het laatste stuk weg naar de grens van Namibië. Vlak daarna een lifter meegenomen die ook naar de grens moest, het bleek nog ongeveer 90 km. te zijn. We moesten er voor half zes zijn, want om zes uur sloot het geheel. De grens formaliteiten verliepen voor ons idee zéér vlot, en voor het eerst hoefden we niets te betalen voor onze visums, wat in andere landen soms 100 dollar kostte. Bij het binnenrijden van Namibië werden de wielen van onze bus ontsmet, en moesten we voor het ontsmetten onze voeten op een zéér gore dweil óók ontsmetten. Om precies zes uur bij het sluiten van de grenshekken reden we Namibië binnen op onze laatste liters diesel. Vijf kilometer verderop getankt en een plekkie voor de nacht geregeld bij het tankstation.
Klik op de titel van dit bericht om onderaan te reageren.
1 januari 2012
Witte man in zwembad.
Eerst in de ochtend van de nieuwjaarsdag ontbeten in het restaurant van het resort. Daarna afgerekend bij de Franse manager en tevens gevraagd of wij in haar kantoor onze site mochten updaten via internet, maar we werden geroepen door één van de personen die met de tenten naast ons stonden en die inmiddels op de barbecue eten hadden klaargemaakt, of wij ook mee wilden eten, waarop wij natuurlijk géén nee wilde zeggen. Heerlijk en gezellig gegeten met het groepje van 7 personen. Ze waren een weekendje uit van het 65 km verderop gelegen Dar Es Salaam, waar ze werkzaam waren bij de organisatie van Jehova’s Getuigen.
Hierna de site een update gegeven. Het was een zéér hete dag, dus we zijn daarna eerst in zee wezen zwemmen, en daarna om het af te leren nog een uurtje in het zwembad.
2 januari
Haven van Dar es Salaam in Tanzania.
Bij het wegrijden bleek het zéér kleine onschuldige sterretje wat we een paar weken terug in Kenia opgelopen hadden vermoedelijk door de hitte toch uitgelopen was van achter de binnenspiegel tot recht voor mijn gezicht. Onderweg naar Dar Es Salaam toch even gestopt en bij Frank en Annette van de Jehova’s Getuigen langsgegaan zoals we dat de vorige dag hadden afgesproken. Omdat we volgens de “Loneley Planet” op maandag in Dar Es Salaam (Havenstad van Tanzania met ong. 8 miljoen inwoners) voor 2 uur op de ambassade van Zambia een aanvraag voor onze visums konden doen zijn we dus niet te lang gebleven. Bij aankomst bij de ambassade bleek het een Zambiaanse feestdag te zijn en was deze dus gesloten. Toen zijn we maar weggereden om plaatsje voor de nacht te vinden. Bijna om de hoek zagen wij een plaatsje, bij controle bleek het een parkeerplaatsje te zijn bij een marine politiebureau te zijn. We stonden daar prachtig en zo goed als bij de haven, en op loopafstand van de ambassade en de binnenstad.
3 januari
Rustig verkeer in Dar es Salaam.
Als eerste naar de ambassade gegaan voor de visum aanvraag. Daar kregen we te horen dat we om twee uur terug konden komen om onze paspoorten weer op te halen. Op zoek gegaan naar een wegenkaart van Zambia, maar na diverse winkels en het toeristenkantoor bleek het een onmogelijke opgave. Eerst nog maar wat boodschappen gedaan en wat bij de bus gegeten. Om vervolgens om twee uur ons weer te melden bij de ambassade. Daar moest natuurlijk nog aan onze aanvragen worden begonnen, maar ja ze zeggen “dit is Afrika”, en daar moet je het maar mee doen. Na een half uur wachten kregen we de paspoorten. Toen teruggelopen naar de bus en bij de marine politie drinkwater gevraagd en gekregen. Kees vroeg nog nadrukkelijk of het echt goed drinkwater was, waarop de man er zelf van ging drinken en zei dat het vers was en rechtstreeks uit de rivier kwam, maar ja toen zat het al in onze voorraadtank van de bus. Gelukkig hebben wij een waterfilter, dus zo erg is het ook weer niet. Daarna de stad uitgereden richting het zuidwesten van Tanzania hetgeen nog wel even duurde daar er her en der nog wat filetjes ontstonden. Na ongeveer zestig kilometer bij een tankstation waar ook diverse vrachtwagens stonden gevraagd of wij daar de nacht mochten doorbrengen, wat geen bezwaar was.
4 januari
Aap met afvalzakje.
’s Morgens omstreeks 8.15 uur vertrokken over een weg met om de paar kilometer een tankstation. Na enige tijd hield dat op maar vertoonde het wegdek enorme spoorvorming en daar we ook nog links rijden is het vaak erg vermoeiend. Na een paar uur hebben we heerlijk op een rustig plaatsje, voor het eerst zonder mensen om ons heen, koffie en een broodje genomen. In een dorpje gestopt om een paar bananen te kopen, de man wilde alleen de hele tak met wel 50 bananen verkopen. Na de nodige discussies was hij toch bereid een deel te verkopen. Een watermeloen en nog wat voor ons onbekende vruchten gekocht. Hierna probeerden we nog een andere verkoper over te halen om ons een paar tomaten te verkopen, helaas ging dat niet door het ging alleen per emmer, dus maar doorgereden . De weg loopt over een afstand van ongeveer 50 km door het Nationaal Wildpark Mikumi , hier hebben we giraffen , herten, wrattenzwijnen, apen en een kudde kafferbuffels gespot.. Toen we het park uit waren zagen we nog veel meer apen, waaronder de aap op de foto die aan de kant van de weg een weggegooid plastictasje aan het onderzoeken was. We reden door een prachtig gebergte waar we onderweg een campsite zagen met de naam “Baobab Valley Camp” dus doken we daar op om te overnachten we waren tot dat moment de enige gasten. Na dat we gedoucht hadden kwam er een enorme bus binnen die omgebouwd was tot een rollend hotel. Er zaten in het achtergedeelte van de bus 21 piep kleine slaapkamertjes.
5 januari
Baobab campsite.
Bij het verlaten van de campsite troffen we bijna meteen een paar overstekende aapjes aan. Omdat het de verjaardag van Jannie was, had zij het redelijk druk met diverse telefoontjes en SMSjes.
Nog nooit had zij levende apen op haar verjaardag gezien en ook nog nooit zo warm gehad, terwijl het de koudste dag sinds lange tijd was (ong. 22 graden) en in de ochtend zelfs een beetje regen.
Kinderen onderweg in Tanzania.
Toen wij stopten om te gaan lunchen zag Jannie een paar kinderen die zij op de gevoelige plaat wilde zetten, ze waren een beetje bang, en probeerden zich meteen te verstoppen. Na even met een wat oudere jongen gesproken te hebben waren de kinderen toch wel wat nieuwsgierig en durfden nu wel op de foto. Vervolgens verder gereden richting de Zambiaanse grens. Daar we vandaag de grens toch niet zouden halen, hebben we ergens volgetankt en daar tevens gevraagd of we er mochten overnachten, wat de eigenaar geen probleem vond.
6 januari
In de file voor de grens van Zambia, bus achter gele vrachtwagen.
Een weinig enerverende dag met erg veel regen, tot we bij de grens kwamen daar was het een enorme chaos, met een file waar we ongeveer een uur in hadden gestaan met enorm veel vrachtwagens. De gehele grensprocedure heeft ongeveer drie uur geduurd. Om een uur of vier
(omdat we richting het westen gingen konden we de horloges weer een uur terugzetten, dus nu is het verschil met thuis nog maar één uur) reden we Zambia (19 x zo groot als Nederland, met ong. 12½ miljoen inwoners) binnen, weer zonder een vorm van controle. Hier ook net als in Tanzania de eerste 100 meter een zéér slecht wegdek, we hoopte dus op verbetering, maar tot nu toe behoorlijk veel gaten her en der. Ook dit land heel veel groen en bebossing. Om een uur of zeven vonden we een plekje voor de nacht in de vrije natuur waar we even van de weg af konden staan.
Na dat we de bus hadden neergezet kwamen er buren uitgebreid naar de bus kijken, waarna wij vertelden dat we hier gingen slapen begrepen zij het en gingen terug naar hun huisjes.
Ook nog even aan een van de mensen gevraagd waar we het eerstvolgende tankstation konden vinden, daar we bijna leeg waren, waarna de man antwoordde dat die zich op ongeveer 300 km verderop bevond. De man zei dat we misschien nog wel diesel op de zwarte markt konden kopen, maar dat die erg vervuild kon zijn. Gelukkig hebben we zelf 40 liter reserve mee, dus géén probleem.
ZAMBIA
7 januari
Frederick en Martha.
Toen we net wakker waren stond de man op wiens oprit we stonden met de bus al voor onze deur.
Hij vertelde dat hij zijn werk op de boerderij al had gedaan (hij was om half vijf opgestaan, had zich gewassen en omgekleed) en nodigde ons vervolgens uit om zijn huis te komen bezichtigen.
Het was half acht in de morgen. Na dat we ong. een uurtje bij hem en zijn vrouw (Frederick en Martha) thuis hadden doorgebracht zijn we nog even naar de bus gegaan om die aan zijn vrouw te laten zien en om koffie te drinken. We hadden een paar foto’s gemaakt die hebben we afgedrukt en aan hun gegeven met een jurkje, shirtje en een cap. Tevens hebben wij ze op de laptop wat foto’s van Hoorn laten zien. Inmiddels kwamen er steeds meer mensen bij de bus staan, waaronder ook een jongeman met een geitje op zijn nek. Kees vroeg wat hij daarmee ging doen, hij zei dat hij de geit mee naar huis zou nemen om te slachten. Na enige tijd vertrok hij weer. waarna wij afscheid namen van het stel. Na ons ontbijt annex lunch te hebben genomen vertrokken wij, en onder luid getoeter werden we uitgezwaaid. Na een kilometer of drie zagen wij de jongeman met de geit op zijn schouder langs de kant van de weg lopen. Toen wij hem vroegen hoe ver hij nog moest, vertelde hij ons dat hij nog drie km. verder moest, en nam hij ons aanbod om mee te rijden aan.
Hij en de geit in de bus, en hebben wij hem thuis afgezet. Enige kilometers verderop namen wij nog een oudere man mee die ong. 40 km. verderop woonde. Na hem te hebben afgezet moesten wij onze eerste reserve jerrycan met diesel aanspreken, daar er nog steeds géén tankstation was.
Wat een champignons hè.
Onderweg worden allerlei etenswaren zoals eieren, levende kippen, mango’s enz. maar tot onze verbazing zagen we nu over een afstand van zeker 50 km. diverse mensen staan met reuze paddenstoelen met soms wel een doorsnee van zo’n 50 cm.
Om niet in het donker te rijden (er zaten behoorlijk veel gaten in de weg) besloten wij om een uur of vijf te stoppen toen we een mooi plekje op een parkeer terrein zagen om te koken en te slapen.
8 januari
Eten te koop langs de weg.
We zijn vroeg vertrokken bij bewolkt weer. Na ongeveer 30 km kwamen we aan in de stad Mpika bij het eerste tankstation na ongeveer 400 km. Daar we te weinig Zambiaanse Kwacha’s hadden en ze bij het tankstation géén creditcards accepteerden probeerde Kees uit een ATM automaat met z’n creditcard geld te halen. Daar het apparaat stroomstoring had moest hij naar een volgende automaat, maar die bleek buiten werking. Terug naar het tankstation en een deel van de diesel met
“Kwatcha’s” betaald en het restant met dollars. Bij het tankstation stond ook een man uit Zuid Afrika
die wel geïnteresseerd was in onze reis, en vroeg of hij een foto van de landensticker met onze route die op de zijkant van de bus zit mocht maken. Hij vroeg hoe de wegen in Tanzania waren en vertelde zelf dat hij vanuit Namibië kwam en vlak voor de grens had hij een boek van Namibië met alle bezienswaardigheden gekregen en dat gaf hij aan ons. Wij waren er wel blij mee, want er zat kaart materiaal in van Namibië die wij niet hadden. Hierna gingen wij weer verder. Onderweg begon het behoorlijk te regenen. We wilden nog wat tomaten kopen, en zijn bij een paar mensen langs de kant van de weg gestopt die allerlei groente en fruit verkochten. Bij één van hen kochten we oranje paddenstoeltjes, tomaten en uien. Het geheel gebakken met wat gekookte rijst en onze avondmaal was weer geregeld. Het koken en het eten vond plaats voor een school waar wij een mooi plekje hadden gevonden voor de nacht. Alles werd aandachtig bekeken door het schoolhoofd en wat kinderen.
9 januari
De meester leest een stukje uit de bijbel voor.
We zijn voor ons doen vroeg opgestaan namelijk om ongeveer 6.45 uur, omdat de school weer zou beginnen na de kerstvakantie en wel om 7.30 uur. Daar wij verwachtten dat er wel de nodige kinderen voor het naar school gaan even langs zouden komen uit nieuwsgierigheid hetgeen echter niet gebeurde . Wij zijn toen wel naar de school gegaan zoals we de avond ervoor aan het schoolhoofd hadden beloofd. Onderweg zagen we bij de waterput, waar ook Kees water had gehaald, een erg jong meisje met een veel te grote fiets met daarop een zeer zware jerrycan met water zeulen. Bij terugkomst om een foto in de bus af te drukken zag ik (Jannie) het meisje een volgende jerrycan vullen. Bij de school stonden de kinderen in een kring om een leraar heen die instructies gaf en daarna een stukje uit de bijbel voorlas. Hierna gingen de kinderen naar de klassen, waarna we naar een klas gingen waar de kinderen met een lerares heel mooi een lied zongen over Zambia. Na ongeveer een half uur met drie leraren te hebben gesproken en ook een foto op hun verzoek van hen te hebben afgedrukt namen we afscheid. Na enige tijd zagen we een jonge vrouw met een baby en een kleuter die een gebaar maakte dat ze mee wilden rijden en hebben we besloten ze mee te nemen , ongeveer 15 km verderop hebben we ze in een dorp afgezet. Aangekomen in Lusaka, de hoofdstad van Zambia zijn we gaan tanken en boodschappen gaan doen in een supermarkt om onze voorraad weer aan te vullen.
10 januari
Overlander uit Canada.
De nacht doorgebracht op een paadje achter een bossage aan de doorgaande weg, ong. tien km. na Lusaka. Er bleek in de bossage een man te wonen in een hutje, en hij verkocht overdag wat handelswaar op het parkeerterreintje. Toen we de banden op pompten met de compressor verbaasden de man en zijn twee vrienden zich er over dat we het niet gewoon met een fietspomp deden. Ongeveer halverwege Lusaka en Livingstone zagen wij een overlander op de fiets naderen. Wij boden hem een kop koffie aan, want wij waren ook aan een pauze toe. De man was al ong. drie jaar onderweg en kwam uit Canada. Na een half uurtje gezellig met de man te hebben gesproken ging hij weer op pad, en wij weer verder naar Livingstone waar de “Victoria watervallen” zijn (één van de zeven wereldwonderen). Tevens is het daar een vierlanden punt van de grenzen: Zambia, Botswana, Zimbabwe en Namibië. Toen wij bij Victoria falls arriveerden werden we verwelkomt door de vele overstekende apen, en er was één zo brutaal dat hij met z’n eigen handen een vuilcontainer opende om te kijken of er wat van zijn gading in zou zitten. Wij parkeerden de bus ong. 100 meter van de grens van Zimbabwe waar we een mooie slaapplek hadden.
11 januari
Gewekt door de apen.
Kwart voor zes werd er op de bus geklopt, dus vlug ons rolgordijntje een stukje omhoog om te zien wie er was. We schrokken een beetje, want er bleken een heleboel apen rond de bus te zitten die ons zonodig moesten wekken. daarna toch nog even geslapen, maar daar we vlakbij de grens stonden van Zimbabwe was er toch al vroeg veel personen verkeer. Om even voor negenen gingen we te voet naar de “Victoria Falls”. Daar troffen we twee Zwitserse jonge mannen waar we een stukje mee opliepen.
Waarna we met z’n tweeën verder gingen.
Bij de regenboog van "Victoria Falls".
Op ons verzoek werd er een foto gemaakt van ons door een ouder echtpaar. Toen we door liepen kregen we van de parkmedewerkers te horen dat de vuilcontainers aan struiken of iets anders vastgebonden werden om te voorkomen dat de apen op zoek naar voedsel deze omver zouden gooien. Hierna liepen we de andere kant op, waar het steeds vochtiger werd. Op een bepaald moment liepen we als het ware in de regen terwijl de zon volop scheen, we zagen 2 regenbogen, het geheel was een fantastisch schouwspel, ondanks dat we binnen 5 minuten kletsnat waren hebben we enorm genoten. Na bij de uitgang nog bijna onderste boven te worden gelopen door een aap zijn we nog even gaan kijken bij de souvenirs kraampjes waarna we zijn teruggelopen naar de bus. Teruggereden naar Livingstone om te lunchen en geld te wisselen bij de bank. Daarna vertrokken naar de grens plaats Katima Mulilo. We waren nog maar net de stad uit toen we nog even 10 Dollar mochten betalen voor het gebruik van het laatste stuk weg naar de grens van Namibië. Vlak daarna een lifter meegenomen die ook naar de grens moest, het bleek nog ongeveer 90 km. te zijn. We moesten er voor half zes zijn, want om zes uur sloot het geheel. De grens formaliteiten verliepen voor ons idee zéér vlot, en voor het eerst hoefden we niets te betalen voor onze visums, wat in andere landen soms 100 dollar kostte. Bij het binnenrijden van Namibië werden de wielen van onze bus ontsmet, en moesten we voor het ontsmetten onze voeten op een zéér gore dweil óók ontsmetten. Om precies zes uur bij het sluiten van de grenshekken reden we Namibië binnen op onze laatste liters diesel. Vijf kilometer verderop getankt en een plekkie voor de nacht geregeld bij het tankstation.
Klik op de titel van dit bericht om onderaan te reageren.
Happy new year!!
BeantwoordenVerwijderenHallo avonturiers,
BeantwoordenVerwijderenWij wensen jullie een gezond en gelukkig 2012 toe vanuit een storm- en regenachtig Zaandam. Jullie zijn me wel een stelletje avonturiers hoor. Heb respect voor jullie lef om dit allemaal te ondernemen. Veel mensen praten er over maar jullie doen het!
Groetjes,
Gerrit en Elly