maandag 9 april 2012

Guinee/Senegal/Mauretanië/Marokko/Europa

7 april

                                          Richting Dakar (hoofdstad van Senegal).

In de ochtend Senegal binnen gereden, met 99% super wegdek. Eerst noordelijke richting
daarna naar het westen richting Dakar de hoofdstad. Onderweg kwamen in de plaats Tambacounda eerst getankt van het Senegalese geld wat we nog hadden, daarna geld uit de muur gehaald vervolgens de rest van de tank afgevuld en onze twee reserve jerrycans en het reserve tankje van 5 liter gevuld. Rustig verder gereden tot we in de plaats Kaolack daar een fatsoenlijk hotel gevonden, waar we het rode haar dat vol zat van de stof van ons lichaam hebben gespoeld en waar we ook heerlijk hebben gegeten.

8 april
                                          Emmertje cement doorgeven.

Na een uitgebreid ontbijt in het hotel de ergste rode stof uit de bus verwijderd zijn vertrokken voor de rit naar Dakar. Onderweg zagen we wel zeker honderd mensen bij een moskee die een ketting vormden en emmers met cement doorgaven. In de middag kwamen we aan in Dakar, en vonden een hotel. We kwamen hier pas tot de ontdekking dat het eerste paasdag was en de ambassades dus morgen op de tweede paasdag gesloten zullen zijn. Dus voorlopig het hotel voor twee dagen geboekt. Even gewandeld om de buurt te verkennen en aan de overkant van ons hotel heerlijk gegeten.

9 april

                                                    Onze route tot nu.
Na een rumoerige nacht, we zitten waarschijnlijk in de buurt van een nachtclub of disco, eerst
vers brood gehaald, en ontbeten. Op internet het laatste gedeelte van onze route naar Nederland bekeken ( ongeveer zo’n 6000 km.) door Mauretanië, Westelijk-Sahara, Marocco,
en Europa. En Jannie heeft nog even haar slaap ingehaald. Koffie gedronken en daarna onze site weer helemaal bijgewerkt en op internet gezet.

10 april

                                          In Dakar.

We zijn op tijd opgestaan om vroeg bij de ambassade van Mauretanië te zijn. We zijn er met een taxi heengereden en moesten voor de deur wachten, want ze waren nog niet open, en er stonden al diverse mensen te wachten. Na het invullen van de formulieren en de pasfoto’s en paspoorten te hebben ingeleverd, kregen we te horen dat we het de volgende dag om drie uur
’s middags weer op konden halen. Van een jongeman uit Duitsland kregen we te horen dat we voor Marokko géén visum nodig hadden. Voor de zekerheid zijn we toch maar even naar de Marokkaanse ambassade gegaan om het na te vragen, maar het klopte inderdaad. En dat scheelt ons ook heel wat gedoe, want het paspoort van Kees zit helemaal vol, en dat zou inhouden dat we óók nog eens naar de Nedelandse ambassade zouden moeten voor een noodpaspoort, wat weer enkele dagen langer zou duren, en extra kosten voor Jan met de korte achternaam. Dus dat scheelt ons een dag(en) wachten in het hotel, en kunnen we morgen al vertrekken richting Mauretanië. Na de lunchpauze zijn we de stad ingegaan om wat te wandelen en tevens een W.A. verzekering voor onze bus af te sluiten. Onze eigen all risk verzekering gaat bij het overschrijden van de grens van Marokko weer in. Daarna nog even gewandeld en in een restaurantje wat gegeten en toen terug naar het hotel.

11 april

                                          Internetzaken regelen op de hotelkamer in Dakar.

In de loop van de morgen hebben we alle voorbereidingen gedaan om het hotel te verlaten.
En hebben we de site nog even een update gegeven. Als we om drie uur onze paspoorten met de visums weer terug hebben rijden we gelijk door richting de grens van Mauretanië.
Onderweg kwamen we een autobus tegen waar een levende geit op een imperial was gebonden.
Daarna zijn we doorgereden naar de plaats Mbedine waar we een slaapplek zagen bij een huis in het dorp. Toen we één minuut stil stonden kwamen diverse kinderen om een kadootje vragen. Na een pen gegeven te hebben kwam er nog een andere dame en die vroeg om het shirt van Jannie, die hem ter plekke uittrok en aan haar afstond. Daarna kwamen nog een paar vrouwen en die begonnen aan het haar van Kees te voelen.

12 april

                                         Rivier als natuurlijke grens tussen Senegal en Mauretanië.

We zijn vroeg vertrokken richting Rosso de grensplaats Senegal/Mauretanië, het is een natuurlijke grens want het is een rivier, die uitsluitend met een boot/ferry over te steken is.
Om rond elf uur in de morgen kwamen we in Rosso aan. Helse toestanden bij de zéér ongeorganiseerde bende bij de douane, er stonden diverse vrachtauto’s een touringcarbus en diverse personen auto’s. We moesten voor Mauretanië een aparte WA verzekering afsluiten,
want zonder kom je het land niet in. Na ongeveer een uur vertrokken we met de boot de rivier over naar Mauretanië. De overtocht was in tien minuten gepiept. Daarna werden onze papieren ingenomen door de douane, die we na registratie en betaling van een soort inrij- belasting weer terug kregen, daar customs waar we de bus moesten invoeren pas om een uur of drie terug zou komen, was het wachten geblazen in de bloedhitte. De betreffende ambtenaar kwam pas om half vier aankakken. Na dat te hebben geregeld, konden we vertrekken.


Onderweg zagen we een leuk tafereel, een lelijke eend met daarnaast een kameel. We zijn doorgereden tot ongeveer dertig km. voor Nouakchott om in een rustig dorpje te overnachten tegenover een kleine moskee.

13 april

                                         Overstekende kamelen.

Om zes uur zijn we vertrokken, en tien minuten later op onze nuchtere maag kregen we onze eerste politie controle. De man was gekleed in een lichtgevend jack, en had een zwarte muts op en een sjaal voor zijn gezicht, we moesten erg lachen om zijn outfit, maar de man was erg vriendelijk. Onderweg was het oppassen geblazen voor overstekende kamelen. Kees heeft nog even gebruik moeten maken van één van onze reserve jerrycans met diesel, want het is in de woestijn niet al te druk bezaaid met tankstations. We kwamen aan bij de grensplaats Guerguarat waar we in no time Mauretanië uit waren, toen kwamen we in twee km. niemandsland waar dus ook géén weg was, en dus was het zoeken geblazen naar de douanepost van Westelijk Sahara/Marokko waar we na ong. twintig minuten arriveerden.
Daar duurde het erg lang, want we moesten door een hal rijden met een enorme scan robot die onze bus op wapens e.d. ging controleren wat weer gepaard met de diverse papieren en stempels. Tevens kwam er nog een douane ambtenaar die al met zijn pen klaar stond om de naam “Westelijk Sahara” door te krassen op de grote Afrika stickers op de zijkanten van de bus, wat Kees absoluut niet wilde en de man verbood aan de bus te komen. Jannie heeft het ter plekke opgelost door een stukje grijs ducktape overheen te plakken. Als eerste gingen we tanken en de reserve jerrycan vullen over de grens, want de diesel was daar erg goedkoop, n.l. ong. € 0,55 cent per liter. Het was daar een gezellig geheel, en al wat later op de dag, dus zijn we daar bij een cafetaria wat gaan eten en daar voor de deur gaan slapen.

14 april

                                         Gestrand schip.

We zijn kwart over zes vertrokken, en na een tijdje dachten wij weer eens een controle te krijgen, maar het waren politie agenten die aan ons vroegen of ze met ons mee konden liften, wat we geen bezwaar vonden ze stapten pas na ong. 30 km weer uit. We zagen erg veel kamelen, en we moesten twee keer stil gaan staan voor een konvooi uit de tegenovergestelde richting, want de wegen zijn hier in de woestijn dusdanig smal dat je wel aan de kant moet.
In de plaats Boujdour hebben we Dirhams (het Marokaans geld) uit een muur gehaald, wat tot onze verbazing voor het eerst weer kon met ons Rabobank pasje. Toen zijn we daar in een straat met behoorlijk wat restaurants relax wezen eten, bij verrek uit deze plaats nog even weer getankt. Toen zijn we door gereden naar de plaats El Marsa want we wilden graag een nacht met de bus op het strand slapen. Bij aankomst op het strand zagen we een schip wat gestrand was, waar meerdere mensen aan het kijken waren. Op deze plaats reden we ons weer eens vast, en met behulp van een paar mensen en licht graafwerk kwamen we weer vrij. Toen we wilden gaan koken kwam er een militair naar onze bus, en vertelde ons dat we daar niet mochten blijven slapen omdat het militair terrein was. Toen zijn we weer teruggereden naar het stadje waar we een plekkie vonden om te pitten.

15 april

                                         Stadspoort

Na opgestaan te zijn hebben we éérst vers brood en wat frisdrank gekocht. Toen we de stad uitreden zagen we een soort stadspoort van twee reuze witte kamelen. Daarna verder over een weg die over het algemeen de kustlijn volgde. We waren door een paar andere overlanders een paar weken terug gewaarschuwd dat deze omgeving bijzonder heet kon zijn, ruim 42 graden, maar wij hadden geluk het was op dat moment hoogstens 25 graden, dus voor ons zéér aangenaam.

                                         Pauze aan de Atlantische oceaan.

Voor de middagpauze vonden we een prachtige plek op de rotsen langs de zee om even te eten en uit te waaien. Aan het eind van de middag kwamen we aan in de kustplaats Ait-Nelloul vlak voor Agadir de eerste grote stad aan de aan de kust. Daar hebben we de bus op een parallelweg geparkeerd en zijn we een restaurantje in gegaan. Daar kregen we een authentieke Marokkaanse kamer aangewezen, en toen wij ons eten kregen kwam er iedere keer een kat naar binnen, daar Jannie er niet zo blij mee was en daar wij maar alleen in deze kamer waren heeft Jannie de deur dicht gegooid om rustig te eten. Toen we klaar waren bleek er aan de binnenkant van de deur géén klink te zitten en zaten we dus opgesloten. Na een poosje kwam de persoon die ons bevrijdde. Toen zijn we teruggegaan naar de bus en vonden daar vlakbij een goede plaats om te slapen.
\
16 april
                                         Atlas gebergte met besneeuwde toppen.

Toen we ’s ochtends vertrokken was het vanaf dat moment bijna alleen maar Noord Oost, dus landinwaarts. We reden door bijzonder mooi natuurgebied door de uitlopers van het Atlasgebergte waar de toppen nog met sneeuw waren bedekt. We reden voor het eerst sinds tijden over een echte snelweg (tolweg) die bijzonder mooi was, en weer de normale breedte. Toen we bij een tankstation stopten bleek het toen we uitstapten erg koud te zijn n.l. 7 graden.
        
We reden in de richting van de stad Marrakech waar we ongeveer een jaar of 30 terug ook al eens geweest waren. Daar aangekomen bleek alles vreselijk veel verandert te zijn, de winkelstraten waren belegd met marmer en alles was bijzonder schoon en fris.

                                         Fontijn in Marrakech.

We hebben nog een bezoek gebracht aan het plein met de slangebezweerders waar we toen ook in een hotelletje hebben geslapen. Het was er erg gezellig met enorm veel westerse toeristen.
In de loop van de middag zijn we uit Marrakech vertrokken richting de stad Fes één van de zeven koningssteden. Onderweg zagen we bij een stuwmeer in de bergen een weg aan het meer die afgesloten was voor doorgaand verkeer en voor ons een ideale rustige slaapplaats.

17 april
                                         Deeltje Spanje in Afrika.

We hebben het vandaag rustig aangedaan, en zijn dus wat later vertrokken. Toen we langs de plaats Meknes reden werden we opgebeld door Louis een andere overlander die we in Ashwan in Egypte hadden ontmoet, en waar we ook een tijdje mee opgetrokken zijn, hij vroeg waar we waren, want hij was de dag ervoor met het vliegtuig thuis gekomen en had zijn Toyota Landcruiser verscheept. Vandaag was het doel naar de Ferry toe te gaan die ons van Afrika weer naar het vaste land van Europa zou brengen. Deze dag gaf ons toch een apart gevoel, want zo zoetjes aan gingen we weer na zo’n krappe zeven maanden richting onze eigen cultuur met ons eigen geld, voedsel en gewoontes. Ook vandaag gingen we weer door een prachtig natuurgebied. Tegen de avond kwamen we aan bij de grens van Marokko met Spanje in de plaats Ceuta, dit is een Spaans gedeelte wat in Afrika ligt. Het is een zéér mondaine stad typisch Spaans, voor ons een beetje raar, want we konden voor het eerst weer met euro’s konden betalen. De grens formaliteiten waren in no time geregeld. We reden richting de haven waar we meteen werden besprongen door personeel van een boekingskantoor voor het boeken van de boot naar het vaste land van Spanje. We konden per direct vertrekken volgens het personeel, maar wij wilden liever de overtocht bij daglicht maken, dus boekten we voor de volgende morgen met een open ticket zodat we zelf konden bepalen hoe laat we opstonden. Hierna gingen we in het stadje even wat eten, en kwamen daar tot de ontdekking dat we met een tijdsverschil van twee uur zaten, dus onze horloges moesten twee uur vooruit, en kostte het ons twee uur slaap. bij terugkomst op het parkeerterrein bij het boekingskantoor bleken we op het terrein van de politie te staan en mochten daar dus niet overnachten. Toen zijn we doorgereden naar de boot, en onderweg zagen we een plaatsje waar we konden overnachten.

18 april
                                         We laten Afrika achter ons.

De boot naar Spanje zou om half acht vertrekken, dus i.v.m. het inboeken en oprijden moesten we al om zeven uur bij de boot zijn, en nu bleek dat we niet meer in Afrika waren, want hij vertrok exact om deze tijd. De overtocht duurde precies een uur, dus we hadden boven in het restaurant even tijd voor een kopje koffie en een croissantje en te genieten van de zonsopkomst. Bij het afrijden eindelijk géén formaliteiten meer. Onze kennissen André en Annemarie gebeld die in Spanje aan de kust wonen, dat we ongeveer aan het eind van de middag bij hun zouden langskomen.

                                         Uit eten met André en Annemarie en kennissen.
                                       
Daar aangekomen koffie gedronken en even lekker bij gekletst waarna we wandelend met nog een stel kennissen naar een Chinees restaurant zijn gegaan in de stad. Na heerlijk met z’n zessen gegeten te hebben zijn we weer teruggewandeld
en hebben we nog heel even op internet gekeken en zijn na een toch behoorlijk vermoeiende dag gaan slapen.

19 april
                                         Uitzicht vanuit het huis van André en Annemarie in Spanje.
Na uitgeslapen te hebben zijn we gewekt door Annemarie en na een heerlijk ontbijt en lekker gedoucht te hebben zijn we met hun auto een rondje door de omgeving gereden. De lunch hebben we genuttigd bij een Nederlands restaurant waar we voor het eerst sinds tijden weer eens een echte kroket proefden. Daarna zijn we naar een slager gegaan, die uit Purmerend kwam en super spullen verkocht. Toen hebben we thee gedronken en wat op internet gekeken.
De heerlijke avond maaltijd hebben we bij André en Annemarie gegeten. Daarna heeft Kees de bus weer even afgetankt, omdat we de volgende morgen vroeg om zes uur wilden vertrekken. de avond nog gezellig met z’n vieren doorgebracht en gaan pitten.

20 april  
                                         Mooie brug onderweg in Frankrijk.
Op tijd vertrokken richting Frankrijk. Het was bijzonder rustig in het verkeer, waarschijnlijk omdat het weekend was, dus nergens oponthoud. Het was goed weer, en om half vier gingen we Frankrijk in, hier was het weer betrokken en regenachtig. Om een uur zeven kwamen we aan bij een plaatsje ongeveer 500 km. ten zuiden van Parijs op een hoogte van ongeveer 1100 meter, er lag sneeuw en het was ong. 3/4 graden boven nul, dus voor ons bijzonder koud. We zijn gestopt op een parkeer terrein bij een mooi restaurant waar meerdere campers stonden, daar hebben we heerlijk gegeten en zijn daar vroeg onder de wol gegaan.

21 april
                                                   De totale route die we hebben gedaan door 33 landen.
’s Morgens vroeg opgestaan  en om ongeveer negen uur koffiepauze gehouden, en de volle goedkope diesel die we getankt hadden in Marokko uit de twee reserve jerrycans (40 liter) geleegd in de tank van de bus. Dit werd onze laatste dag, na een krappe zeven maanden van reizen/expeditie/vakantie waarin we enorm veel beleefd en gezien hebben hopen we vandaag weer in ons eigen bedje te kunnen slapen. Om ongeveer vijf uur kwamen we rond Brussel door een ongeval in een file van ongeveer een kwartiertje terecht, dit was vanaf Zuid Spanje ons eerste en enige oponthoud, dus we mochten niet klagen. Omstreeks acht uur kwamen we bij Corrie en René de zuster en zwager van Jannie aan en hebben daar heerlijk gegeten en wat bij gekletst, en zijn huiswaarts gegaan, ons eigen bedje in.   












Togo/Ghana/Ivoorkust

28 maart

                                            Voetbalwedstrijd op het strand van Ghana.

Bij de grens van Togo zagen we een auto met een open kofferruimte met een doodskist er in.
We hadden nog géén geld van het land Ghana, en gelukkig zagen we in een stad waar we doorreden een ATM automaat waar we het lokale geld uit de muur konden halen, en gelukkig maar want nog geen honderd meter verder begon een tolweg. De bedragen zijn meestal erg laag, maar je moet het natuurlijk wel hebben. Hierna zijn we doorgereden naar Accra ( de hoofdstad van Ghana), om naar de Nederlandse ambassade te gaan om info te nemen over een alternatieve route, daar de grenzen van het noordelijk gelegen Mali i.v.m. geweld voor alle verkeer gesloten waren. Toen we een mooi plekje voor onze bus hadden gevonden zijn we lopend naar de ambassade gegaan. Deze was helaas net gesloten, maar we konden wel een afspraak maken voor de volgende morgen. Bij terugkeer bij de bus bleken we 50 meter van een hotel te staan, waar we ’s avonds voetbal op televisie hebben gekeken en waar in de open lucht bij een zwembad werd gedanst.

29 maart
                                          Slaapplek in Accra (hoofdstad van Ghana)

We hadden om half tien de afspraak bij de Nederlandse ambassade, maar ons horloge moest een uur teruggezet worden, zodat wij erg vroeg waren, en dus maar even een wandeling in de buurt hebben gemaakt. Daar gaven ze ons het advies om toch maar een boot voor de bus te zoeken, en terug te vliegen omdat de alternatieve route een negatief reis advies had. Na onderling overleg besloten we toch met de bus terug naar Nederland te rijden, en niet langer
als noodzakelijk in de landen te verblijven waar we doorheen moesten en zijn we naar de ambassade van Ivoorkust gegaan. Daar kregen we te horen dat we naar een internetcafé moesten gaan om de kosten van de visums eerst over te maken en daarna terug te komen om de formulieren en foto’s in te leveren. Tijdens het overmaken werd ons gevraagd om een andere computer te gebruiken, want er moest iets aan onze computer worden geregeld. Na toch nog een afdruk van de betaling te hebben uitgeprint teruggegaan naar de ambassade van Ivoorkust. Daar moesten we even wachten, en tot onze verbazing kregen we na een gezellig gesprek meteen de paspoorten met de visums mee. Hierna hebben we gezellig in een restaurant gegeten en zijn nog even teruggegaan naar het internetcafé. Daarna met de taxi weer teruggereden naar de bus.

30 maart
                                          Stapeltje fietsen (misschien zit de fiets van Jannie er wel bij?)

Vroeg met de taxi naar de ambassade van Guinee, daar de formulieren voor de visums ingevuld, toen naar een bank om geld te wisselen want deze ambassade wilde de kosten voor de visums uitsluitend in US Dollars hebben. We mochten ’s middags om ongeveer vier uur terugkomen om de paspoorten weer op te halen, hetgeen we vreemd vonden want het was vrijdagmiddag en dan zijn de meeste ambassades gesloten. Met de taxi teruggereden naar de bus om de lege gasfles op te halen, want de taxichauffeur wist wel een adres om hem te laten vullen. Na het vullen van de gasfles naar een autobandenwinkel gegaan, om één nieuwe band te kopen. Daarna naar een montagehal gereden waar hij er werd opgezet en het reservewiel met de zo goed als nieuwe band aan de andere voorkant werd gezet, montage kosten omgerekend ong. € 3,=. Toen zijn we teruggereden naar ons plekkie bij het hotel. Hebben wat gegeten, en het drinkwater aangevuld om vervolgens met de taxi weer terug te gaan naar de ambassade van Guinee, waar we helaas te horen kregen dat de visums nog niet klaar waren en dat we maar om een uur of halfzes terug moesten komen. de taxichauffeur weggestuurd en daar in de buurt even gaan wandelen. Tot onze verbazing zagen we een enorme stapel met fietsen, zoveel hadden we in ons hele leven nog niet gezien. Even nog naar een internetcafé gegaan om wat bankzaken te regelen. Onze visums opgehaald, en daar waren we erg blij mee, want normaal konden we onze paspoorten pas na het weekend ophalen, dus dat scheelde twee dagen wachten. Toen zijn we weer met de taxi teruggereden naar onze bus. Waar we in het hotel waar we voor stonden heerlijk hebben gegeten.

31 maart
                                          Vers water pompen.

Om kwart voor acht zijn we vertrokken om Accra verlaten naar het westen richting de grens van Ivoorkust. Bij het verlaten van de miljoenenstad kregen we een tolweg, en we dachten nog nu kunnen we wat opschieten maar helaas hebben we ongeveer anderhalf uur in een file gestaan/gereden. Onderweg kwamen we langs een dorp waar kinderen aan het waterpompen waren, dus namen wij het te baat om weer fris drinkwater aan te vullen. Kees hoefde alleen maar onze jerrycan er onder te houden en de kinderen hebben hem toen volgepompt. Jannie maakte daar een foto van, die ze ter plekke afdrukte en aan de jongen gaf die de pomp bediende, dat vonden alle bewoners van het dorp erg leuk. We reden over een bosachtige weg, toen we plotseling een boom zagen bewegen, en die dreigde om te vallen op onze bus, door een zéér snelle reactie konden we deze catastrofe voorkomen. Vlak voor de grens van Ivoorkust in het plaatsje Elubo hebben we onze laatste Ghanese geld omgezet in dieselolie.
En besloten we daar de nacht door te brengen.

1 april
                                          Bruggetje onderweg.

Bij de grens om Ghana uit te komen verzocht Kees bij de desbetreffende douanebeambte om
voor het uitstempelen absoluut géén lege bladzijde in het paspoort te gebruiken om de stempel te zetten, daar deze bladzijden nodig zijn voor de resterende visums. Tot onze grote verbazing deed hij het in Kees zijn paspoort wel, wat ons later misschien in de problemen zou kunnen brengen, en in het paspoort van Jannie zijn de beambten op een andere manier bezig geweest, dus heeft zij meer ruimte. Bij een tussenstop toen Kees naar het toilet moest stopte we bij een UN legerplaats, bij navraag bleken deze mensen uit Bangladesh te komen. Hierna zijn we doorgereden naar de plaats Daola en hebben daar een hotelletje opgezocht waar de bus veilig op een bewaakte binnenplaats kon staan.

2 april
                                          Alle kinderen werken mee.

Toen wij ’s morgens de hotelkamer uitkwamen bleken we tussen allemaal militairen van de UN te hebben geslapen. We zijn doorgereden in westelijke richting naar de plaats Man maar vlak voor die tijd kwam de afslag naar Danane, op de kruising kregen we nog een politie controle. Daarna kregen we ongeveer nog vijftig kilometer redelijk wegdek waarna volgens de kaart het slechte traject zonder wegdek beginnen. In het begin was het redelijk bedekt met graffel, maar langzamerhand werd het slechter en slechter en na ong. vijftig km. moesten we een afdaling van zo’n 30% en toen liep de onderkant van de bus vast op de rotsachtige ondergrond. Waarna een paar motorrijders en een fietser ons met vereende krachten weer los wisten te krijgen. Na ong. 200 meter was het zo stijl naar beneden, en toen we keken bleek de rechter voorband leeg te zijn. Het was een zéér groot probleem, want toen we de bus op wilde krikken dreigde hij van de krik af naar beneden te glijden. Met behulp van een motorrijder grote stenen voor de wielen gelegd om het naar beneden glijden te voorkomen. Met veel pijn en moeite het wiel verwisseld, waarna we weer verder konden. We konden kiezen of door veel te diep water van een rivier te rijden met het risico dat er water in de motor zou komen, of over een totaal vergane brug te rijden.

                                          Onze bus die 3000 kg. weegt moest hier over.

We kozen voor de brug, maar bij de eerste poging zakte het linker voorwiel door de brug, en stond de bus vast. Diverse omstanders hielpen mee de bus aan de voorkant op te tillen en terug te duwen. Terwijl Jannie ook mee hielp met duwen rolde er een boomstam uit de brug die op haar grote teen kwam en haar grote teen kneusde.
Na een boomstam in het ontstane gat te hebben gelegd deden we een tweede poging, en gingen met een hogere snelheid onder groot gejuich van de omstanders over de brug. Twee jongens op een motor begeleiden ons nog een paar kilometer om ons verderop te helpen.
Na enige tijd kwamen we bij een rivier waar een doorgebroken brug was dus moesten we door het water. Via een zéér steile afdaling naar beneden, door de rivier, maar helaas aan de
andere blubberige kant gleed de bus weg en konden we niet omhoog rijden. Na diverse pogingen en met behulp van wel zo’n tien man die duwde kwamen we uiteindelijk omhoog.
Bij de douanepost waar we werden ingestempeld hebben we bij een geld wisselaar een biljet van € 50,= kunnen omwisselen voor het lokale geld.
Na ongeveer 10 minuten kwamen we bij een zéér klein customs postje in het dorpje Nzoo en zijn daar gaan slapen.

3 april
                                          Er gebeurd wat in het dorp.
Bij controle van de voorband bleek deze niet lek te zijn , maar gedeeltelijk leeggelopen op
de scherpe stenen van de afdaling van gisteren. Dus na de band weer op spanning te hebben gezet en verwisseld te hebben en na enige reparaties aan de auto zijn we weer op pad gegaan.
We kwamen nog diverse smalle bruggetjes tegen maar die waren allemaal oké. We kwamen
door het dorp Lola, waar gewoon autoverkeer door heen ging en waar tot onze verbazing alle vrouwen met ontbloot boven lichaam liepen. Door diverse stadjes gereden maar we kwamen maar géén ATM machine tegen om geld uit de muur te halen en we zagen nergens een dieselpomp. Iets voor de plaats Guekédou zagen we aan de kant van de weg een school en vroegen aan de mensen van het dorp of wij daar mochten overnachten, wat geen probleem was.

4 april
                                           De uitlaat bovenop de auto.

Vandaag voor de verandering weer eens een zeer slecht wegdek tot de plaats Kissidougou daarna werd het gelukkig beter. Onderweg zie je de vreemdste dingen, zoals een personen auto vol met bananen met de uitlaat op het dak in plaats van er onder. We zagen toch nog een tankstation, maar er stond géén prijs op de pomp dus het grootste gedeelte van ons geld hebben we diesel voor getankt, en waarschijnlijk hebben we er een behoorlijke prijs per liter voor betaald.  En zijn we doorgereden naar de plaats Faranah waar we bij een checkpoint  in een klein dorpje konden slapen.

5 april
                                          Lui varken.

Het laatste Guinee geld vertankt, dat was ong. zes liter die uit een grote bak gehaald werd met een soort maatbeker in een kleinere bak werd gegoten, en vervolgens deed de pompbediende een slang in zijn mond en zoog daaraan en hield met z’n duim de slang dicht en terwijl een ander de bak met diesel hoger op tilde ging de slang in de tankopening. Na eerst verkeerd gereden te zijn zaten we weer op de goede weg en hebben wij langs de kant van de weg onze twee reserve jerrycans geleegd in de tank van de bus. Onderweg hebben we diverse contoles gehad en koffie gedronken. Eerst hadden we zéér slecht wegdek, waarop we een gemiddelde van ong. 25 km. per uur konden rijden maar na de plaats Mamou werd het wegdek uitstekend en kregen we een zeer mooie rit door een gebergte. tegen donker zagen we een plek langs de kant van de weg naast een soort werkplaats waar we vroegen of we daar de nacht mochten doorbrengen, wat geen propleem was.

6 april
                                           Met de pont de rivier over.

Richting de plaats Labé om te zoeken naar een ATM machine of een bank om US dollars te wisselen. Want we zouden volgens de kaart ons “laatste” slechte traject in Afrika krijgen van zo’n 200 km. en daar hadden we te weinig brandstof voor in onze tank. Bij de eerste bank gevraagd om dollars te wisselen maar dat kon daar niet en werden we verwezen naar een andere bank. Daar bleek het wel mogelijk, de man van de bank legde ons uit dat de eerste ATM machine van het land daar in juni werd geplaatst. Met dat geld getankt bij een goed tankstation, zodat we voldoende voorraad zouden hebben voor het laatste slechte traject voor de grens van Senegal. Onderweg wilden we aan twee jongemannen van een jaar of 17 vragen of we wel op de goede weg zaten, op het moment dat Kees zijn gezicht liet zien om het te vragen rende ze alle twee een andere kant op, waarschijnlijk hadden ze nog nooit een blank gezien. Na een paar kilometer kwamen we plotseling bij een rivier met een pontje waar drie auto’s op pasten. Tijdens de overtocht moesten we helaas betalen, hetgeen we hebben gedaan met het geld van het volgende land Senegal en een foto gemaakt die Jannie ter plekke afdrukte en die er bij gegeven. Toen we weer onderweg waren zagen we uit de tegenovergestelde richting twee Landrovers met overlanders, en zijn we gestopt wat zij ook deden.
                                          Twee koppels overlanders die we ontmoetten.

Het ene stel kwam uit Engeland en het andere uit Zuid-Afrika. Na ong. een half uur gekletst en gegevens te hebben uitgewisseld gingen we weer verder. Op het eind van het 177 km. shit traject zonder wegdek en de overgang naar het goddelijke asfalt zagen we plotseling een groep van zo’n 30 apen bij een brug. We zijn doorgereden naar de grensplaats Sambailo waar we nacht hebben doorgebracht.

donderdag 8 maart 2012

Kameroen/Nigeria/Benin

5 maart
                                          Twee uur wachten voor dat de balkjes weg waren.

Helaas het werd géén rustige nacht, toen wij sliepen werd er aan de bus gerommeld. Daar onze twee jerrycans  met reserve diesel achterop stonden waren wij doodsbang dat ze deze zouden stelen. Bij controle bleek er een kudde geiten om de bus te scharrelen, en sommige kleintjes er zelfs onder zaten. En dat herhaalde zich een paar keer. Via een straatje tussen twee huisjes door kwamen we op het traject zonder bestrating door de jungle van nog zo’n slordige 300 km. Waar achteraf bleek dat een gemiddelde van 15 km. per uur amper haalbaar was. We hielden een koffiepauze, één jerrycan diesel leeggegoten in de tank, en weer vertrokken. Na ong. anderhalf uur moesten we stoppen, want er was een blokkade. Toen we even gingen kijken wat er aan de hand was, bleek er een vrachtwagen beladen met enorme boomstammen dwars over de weg te staan, en er stond een personen auto met een afgebroken voorwiel aan de kant. Nadat de personen auto vertrokken was heeft Kees nog een poging gedaan om door de zéér smalle doorgang te gaan, wat mislukte. Na bijna twee uur werd de vrachtwagen door een andere vrachtwagen weer vlot getrokken en konden wij weer onze weg vervolgen. Tegen de avond in een zeer klein dorpje van een paar huisjes een slaapplek gevonden. 

6 maart

                                          Trotse jongen met zijn auto.

Vandaag vertrokken voor de laatste en vijfde etappe van de 800 km. door de jungle. We hoopten de eerste grote stad voor donker te bereiken. Onderweg zagen we een waterpomp naast een schoolplein, dus dat namen we te baat om onze drinkwatervoorraad weer aan te vullen.
Jannie nam een foto van de schoolkinderen die naar ons zwaaiden. Maar bij het naderen van deze kinderen om hun de foto te laten zien op het schermpje van het fototoestel vloog een groot gedeelte weg, dus liep Jannie maar weer terug naar de bus. Daar was inmiddels de leraar aangekomen dus drukte Jannie de foto op ons fotoprintertje in de bus af en gaf deze aan de leraar. Hij was zéér dankbaar voor de foto, maar vroeg als we de volgende keer weer langs kwamen of we dan krijt en andere schoolbenodigdheden mee wilde nemen, want daar was een groot gebrek aan. Toen we in de plaats Djoum aankwamen bleek het tankstation toch diesel te hebben en konden wij weer aanvullen. Het was het eerste tankstation na 750 km. dus waren we er wel aan toe. We hadden het geluk dat het de hele dag droog was, maar in de middag dreigde het te gaan regenen. Toen we de laatste tien km. van het traject ingingen bleek het daar te hebben geregend, en was het modderspoor dusdanig glad en zacht, dat toen we iets opzij gingen voor een tegenligger en weer weg wilden rijden we vast kwamen te zitten. Maar met de hulp van de locale bevolking die de bus er uit duwde konden we weer verder. We waren dan ook dolblij dat we na een paar km. het eerste asfalt sinds dagen zagen. Na de stad te zijn gepasseerd, hebben we bij een zeer klein dorpje een plaatsje voor de nacht gevonden.

7 maart

                                          Slaapplekkie bij deze mensen op het erf.

Vanmorgen werden we verrast door de vrouw die ons toestemming gegeven had om bij hun op het terrein te mogen slapen met een handgemaakt souvenir. Na een uurtje rijden zijn we gestopt voor een koffiepauze en hebben toen de meeste rode stof van de afgelopen vijf dagen geprobeerd te verwijderen uit de bus, wat nog een hele klus was. Doorgereden naar Yaoundé de hoofdstad van Kameroen om een hotel te zoeken. Binnen de kortste keren hadden we een hotelletje gevonden. Na de bus op het parkeerterrein van het hotel te hebben geparkeerd en ingeboekt per direct een taxi genomen om naar de ambassade van Nigeria te gaan. Daar aangekomen kregen we te horen dat we éérst een visum voor Benin het buurland moesten hebben voordat zij een visum afgaven. Toen hebben we een taxi genomen naar het consulaat van Benin.Het consulaat van Benin was al gesloten, maar ze lieten ons toch toe. En waren zelfs bereid om het visum direct te regelen, waar we zeer blij mee waren, want dat scheelt ons een dag. Daarna teruggereden naar het hotel. Honderd meter van ons hotel was een Peugeot dealer, en daar gevraagd of ze een achter schokbreker voor de bus op voorraad hadden. Na de computer te hebben geraadpleegd bleek de levertijd ong. 2 weken te zijn, want zij moesten hem in Frankrijk bestellen. Deze wachttijd is voor ons te lang, want ieder ogenblik kan hier de regentijd beginnen, en daar wij nog een zéér slecht traject van klei van zo’n 70 km vlak voor de grens met Nigeria over moeten kunnen we dit nu niet hebben. Daarna terug naar het hotel om ons voor het eerst sinds tijden te douchen en te ontdoen van de rode stof in onze haren en oren.

8 maart

                                          Schoenverkopers voor ons hotel.

Eerst hebben we diverse papieren ingevuld en diverse kopieën van diverse visums gemaakt,
om vervolgens met de taxi (een rit van ruim een uur kost hier omgerekend ong. € 3,=) naar de ambassade van Nigeria te gaan. Daar hebben we het hele spul afgegeven en kregen we te horen dat we de paspoorten met de visums morgen om twee uur weer konden ophalen. Toen terug naar ons hotel gegaan. Daar met de bus naar de garage gereden, om de stalen motor beschermplaat die onder het motorblok zit los te halen van het motorblok, want door de vele klappen van stenen ed. onderweg is hij vast gaan zitten tegen de motor, en dat resoneert  dusdanig dat het net is of we een lekke uitlaat hebben. Bij de garage aangekomen bleek deze gesloten te zijn wegens de dag van de vrouw, hier in Kameroen een nationale feestdag. Teruggegaan naar het hotel en alle foto’s en dagverhalen bijgewerkt om ze via een usb stick in een internetcafé op de site te plaatsen. 

9 maart

                                          Jannie in het internetcafé.

We zijn om een uur of acht naar de vijftig meter verderop gelegen garage gegaan om te vragen of ze daar onze motor-beschermplaat los konden halen van de motor en het luchtfilter schoon konden blazen. Het was allemaal geen probleem, maar voor dat het zover was wilden wij in de werkplaats even uitleggen wat het werkelijke probleem was, maar dat was nou juist het probleem, publiek mag nooit in de werkplaats komen. Nadat Kees had uitgelegd dat hij de betalende bezoeker was, maakte ze een uitzondering. Om half twaalf konden we de bus weer halen. Ondertussen hebben wij een paar boodschappen gedaan. Teruggekomen bij de garage bleken ze een nieuw stuk schroefdraad aan het chassis te hebben gelast (het oude was afgebroken) om de plaat weer vast te zetten. Het enorme lawaai van het resoneren tegen de motor was in ieder geval verholpen. Hierna zijn we met de taxi naar de ambassade van Nigeria gegaan om onze paspoorten met de visums op te halen. Bij binnenkomst bleken onze visums nog niet aanwezig te zijn en of we even wilden wachten. Na ong. twee uur wachten kregen we de mededeling dat we géén visum kregen om rede dat we geen ingezetene waren van Kameroen. Daar we in Kameroen géén vertegenwoordiging hebben, werden we verzocht contact op te nemen met de Nederlandse ambassadeur in Nigeria. Ter plaatse hebben we nog geprobeerd tel. contact te krijgen maar dat lukte niet, nadat achteraf bleek dat we niet het goede nummer hadden. We zijn toen teruggereden met een taxi naar ons hotel. Daar hebben we op de hoek in het internetcafé op internet het juiste tel. nummer gevonden. Dat hebben we gebeld, maar dat bleek een noodnummer te zijn, en daar wij géén noodsituatie hadden werd ons verzocht maandag ochtend contact met de ambassadeur op te nemen. Toen hebben we het verzoek alvast via email naar de ambassadeur gezonden.

10 maart

                                          Kees op de hotelkamer de site aan het voorbereiden.

We hadden door de situatie een gedwongen rustdag/weekend. Dus hebben we op de hotelkamer de foto’s bijgewerkt wat brieven voorbereid en op een usb stick gezet om het later via internet te versturen. We hebben het één en ander aan de bus gedaan, en verder relaxen.
Toen we uit het internetcafé kwamen om naar ons hotel terug te gaan werden we door een echte tropische regenbui overvallen, de straten leken wel rivieren en stonden in no time helemaal blank.

                                          Tropische regenbui in Yaoundé, bromfietstaxi met speciale paraplui.
11 maart

We zijn begonnen met uitslapen. Toen bleek dat we onze tanden wilden poetsen het hotel zonder water zat. Bij navraag door Jannie kon het wel eens aan het eind van de dag goed komen. Verder naar het internetcafé om de spullen op de site te zetten, en Jan (onze zwager) zijn verjaardag op onze kamer te vieren. Helaas in het internetcafé kregen we te horen dat er een algehele storing was, en dat die waarschijnlijk morgen verholpen zou zijn

12 maart

                                          Luieren en afwachten in de bus.

In de loop van de morgen weer naar het internetcafé om te kijken of er weer internet verbinding was, en om te kijken of we al bericht van de Nederlandse ambassade hadden gekregen. Terwijl wij inderdaad weer internetverbinding hadden kwam plotseling de manager van ons hotel met een van zijn medewerkers die goed Engels sprak om te controleren of we niet stiekem vertrokken waren en of we eventueel per direct wilden afrekenen. Nadat we afgerekend hadden zijn we toch nog op het parkeerterrein van het hotel blijven staan. We wilden niet op de kamer blijven i.v.m. de hoeveelheid muggen, en het warme water om te douchen kwam ook niet meer uit de kraan, dus bleven we liever in onze bus slapen met muskietennet. Daarna nog een paar keer naar het internetcafé gegaan, maar géén antwoord van onze ambassade in Nigeria.

13 maart

                                          Oude Connexion bus in Yaoundé de hoofdstad van Kameroen.

In de morgen weer naar het internetcafé om te kijken of er nu wel antwoord was. Weer niets, dus weer terug naar de bus gegaan, en het via de telefoon geprobeerd te regelen. Maar de desbetreffende Nederlands sprekende medewerker vertelde dat zij niets voor ons konden doen omdat dat niet in hun gebied lag, en dat we maar contact moesten zoeken met de ambassade in Benin het volgende aangrenzende land. Dat per direct via mail gedaan. De manager van het hotel zocht ons op het parkeerterrein op met de Engels sprekende bediende of we wel wilden betalen voor de parkeerplaats die we in namen. Dat vonden we uiteraard géén bezwaar want we stonden daar goed en veilig. We hebben meteen voor twee nachten betaald. Tot onze verbazing zagen we regelmatig bussen van Connexion rijden die uit Nederland geïmporteerd waren, en één had zelfs het opschrift aan de voorzijde, Edam als bestemming er nog op staan.

14 maart
                                          Een terrasje in Yaoundé.

Als eerste die ochtend weer naar het internetcafé gegaan. En Ja hoor van beide Nederlandse ambassades hadden we antwoord gekregen. Zij konden ons absoluut géén hulp verlenen voor een visum te verkrijgen voor Nigeria. Zij adviseerden ons om nogmaals bij de ambassade aan te dringen op hun medewerking. Of om te kijken of er een boot/ferry verbinding was met het volgende land Benin, om zo Nigeria te omzeilen. Dit konden we informeren in de havenstad Douala zo’n 250 km. naar het westen. We zijn gezellig de stad ingegaan en hebben  om wat voorraad aan te leggen, en zijn ’s avonds op een terrasje kip met patat gaan eten. Toen we zaten te eten werden wij aangesproken door een man die vroeg of het wel lekker was, waarop wij bevestigend antwoorden. Bij het afrekenen zei de bediende dat de man die ons aangesproken had en verderop aan een tafeltje zat voor ons nog een compleet portie had betaald en dat we dat dus mee konden nemen.


Na de man bedankt te hebben zijn we naar de bus gegaan en hebben daar de patat verder opgegeten en de kip voor de volgende dag in de koelkast gelegd.

15 maart
                                          Onderweg in Kameroen.

Om negen uur met de taxi naar de ambassade van Nigeria gegaan voor een finale verzoek.
Daar aangekomen kregen we te horen dat de ambassadeur een paar dagen weg was, en dat er ook nog een consulaat in de havenstad Douala was, en dat we het daar eventueel konden proberen en dat we daar een grotere kans hadden. Daar de bus rijklaar was zijn we per direct naar het 250 km. verderop gelegen Douala gereden. Vreemd genoeg werden we bij een politie controle waar de desbetreffende agent voor ons salueerde gewaarschuwd dat er snelheids controles met lazerguns onderweg waren, waarop wij hem bedankten. Aangekomen in  de havenstad Douala (een paar miljoen inwoners) en een plekkie voor de nacht gevonden op een mooi parkeerterrein.

16 maart

                                          Douane bij de haven.
Toen we wakker werden waren diverse mensen op het parkeerterrein auto’s aan het wassen.
Er kwamen een paar mensen met bankjes en een stoepbord voor de bus zitten. Het bleken mensen te zijn die andere mensen hielpen bij het invullen van gerechtspapieren. Daardoor was het behoorlijk druk voor onze bus, en hadden wij meer belangstelling van mensen die de landkaart met onze route bekeken dan de stand. Tijdens een wandeling in de buurt kwamen we  bij een zeetransport bedrijf waar we een gesprek hadden met de directeur die ons ook koffie aan bood. De man gaf ons diverse tips dat wij naar de havenplaats Tiko zouden moeten voor een ferry naar Nigeria, en tevens kregen we van hem het adres van het Nigeriaanse consulaat dat op loopafstand van zijn bedrijf was. Bij het consulaat aangekomen (het was vandaag vrijdag) kregen we te horen dat we maandag om tien uur terug moesten komen want dan namen ze de visumaanvragen in behandeling. Teruggegaan naar de bus, waar het nog even druk was van mensen die van alles over onze reis wilden weten, en niemand in Afrika kent een kampeerbus, dus we hebben een paar keer de bus van binnen laten zien. Toen Kees met een persoon sprak dat wij een ferry zochten naar Nigeria of Benin, waar wij en de bus op zouden kunnen wist hij wel iemand met een boekingskantoor. De man ging druk voor ons bellen, en na een half uurtje kwam er iemand met de auto van het boekingskantoor. Alles ging toen in een stroomversnelling. De man zei dat we mee moesten met zijn auto om naar het consulaat te gaan, waar hij al een afspraak geregeld had voor ons. Daar aangekomen werden we binnen gelaten voor een gesprek, en kregen we te horen wat we maandag aan papieren moesten inleveren om snel een visum te krijgen, volgens de medewerker was het géén probleem. Toen met de auto naar de stad waar wij een medewerkster van hem oppikte en naar een restaurant gingen om de boottickets voor ons te regelen. Bij de ambassade was één van de vereiste papieren n.l. een kopie van de boottickets. Daarna via een bank waar wij het geld voor de boeking van de bus op de boot uit de muur haalden (niets kan in dit land met creditcard of bankpas, echt alles gaat contant), naar het boekingskantoor van de man. Daar aangekomen de kwitanties gekregen waarna hij ons terug bracht naar onze bus, en hij met zijn vriend bij ons in de bus stapte om naar de havenplaats Tiko (ong. 50 km. verderop) te gaan om de bus formaliteiten bij de douane voor te bereiden, zodat het maandag niet te veel tijd zou vergen.
De ferry vaart n.l. twee keer per week naar Nigeria, op maandag en op donderdag. En ze wilden proberen het geheel maandag te regelen, zodat we dan op die dag mee kunnen. Hierna zijn we teruggereden naar Douala en hebben onderweg de mannen afgezet. Onze parkeerplaats weer opgezocht, maar wilden nu graag op een niet zo drukke plek in een andere hoek staan onder bomen i.v.m. de schaduw. Daar het inmiddels donker was geworden zag Kees niet dat er een putdeksel ontbrak en reed met het linker voorwiel daar in (de put in ong. 1 vierkante meter en een meter of 2 diep). Met géén mogelijkheid kregen we de bus er uit, het was bijzonder stil op de parkeerplaats, er liep maar één persoon, die kwam kijken en riep toen nog een paar andere passanten erbij, en met vereende krachten, de voorkant tillend en de achterkant duwend kwamen we uit het gat.

17 maart

                                          Zwerver slaapt bij onze bus.

Het was bloed heet, zelfs als we stil zaten kwam het transpiratievocht gewoon uit onze armen.
We hebben gelukkig in de bus een tien bladige ventilator in het plafond van de bus boven ons bed, die we zo goed als de hele nacht aan hebben gelaten, anders was het niet te doen.
Tijdens ons ontbijt hoorden we ineens getrommel, toen we gingen kijken bleek er een regio optocht als reclame voor lokale verkiezingen aan te komen. Direct daarna kwamen er allemaal mensen voor een bruiloft, die in het gemeentehuis tegenover het parkeerterrein zou worden voltrokken. Later bleek er nog een bruiloft te zijn naast ons parkeerterrein. Na ong. twee uur ging het eerste bruidspaar pas het gemeentehuis in. Terwijl wij stonden te kijken kwam één van de mannen van het boekingskantoor even langs om te vragen of we goed hadden geslapen na zo een drukke dag. Daarna nog even een gezellig gesprek gehad met de fotografen van de bruiloften. De hele dag was er een zwerver rond de bus, die pas tegen de avond vertrok.
Het was een echte relaxdag, want alles staat in het teken van het wachten dat we maandag met de boot zouden gaan. Jannie heeft de bus van binnen nog even van het ergste rode stof ontdaan, daarna nog even wat mondvoorraad gehaald en in de bus gekookt.
Na het eten kwam er een politieagent bij de bus zitten (hij was één van de mensen die had geholpen om de bus uit de put te krijgen) om even een glaasje fris te drinken. en ons uit te nodigen voor de volgende morgen om een voetbalwedstrijd tussen twee politie teams bij te wonen. Hierna ging hij naar zijn werk.

18 maart

                                          Bananen verkoper, 12 jaar oud.

Weer zéér warm weer vandaag. We zijn vroeg opgestaan om naar de voetbalwedstrijd te kijken, die ongeveer om tien uur was afgelopen. Daarna zijn we teruggegaan naar de bus voor het ontbijt. En hebben de site en de foto’s weer eens voorbereid en op de usb stick gezet voor als we weer eens internetverbinding hebben. De bus volgetankt met diesel en nog een laatste beetje Kameroens geld uit de muur getrokken voor het te betalen visum geld. 
Even door de stad gereden, en bij een hotel hadden we voor de deur een onbeschermd netwerk gevonden, zodat we ook de site weer konden bijwerken. Op het parkeerterrein teruggekomen waren een paar jongens op het parkeerterrein aan het skeeleren, waarbij een jongen van een jaar of twaalf stond te kijken, maar die was eigenlijk met z’n werk bezig, n.l. zijn voorraad bananen aan de man te brengen. We zijn redelijk vroeg gaan slapen, maar helaas om half twaalf hoorden wij een vreemd geluid aan de bus, toen we ons rolgordijntje een stukje omhoog deden, zagen we plotseling iemand wegrennen. Nog even buiten gekeken, maar geen braakschade te bekennen.

19 maart

                                           De handdoek als tochtraam.
In de nacht werden we wakker van een echt tropische regenbui, dus de dakluiken sluiten, en weer proberen te slapen. Om kwart voor drie werd Kees wakker omdat hij iemand het knopje van de voordeur hoorde omhoogtrekken, toen hij het gordijntje tussen ons bed en de cabine open schoof zag hij nog net een zwarte arm zich terugtrekken. Na een krachtterm zo vlug mogelijk opgestaan en met ons stalen koevoetje in onderbroek naar buiten, maar de vogel was inmiddels gevlogen. We begrepen maar niet hoe hij met z’n hand het knopje van de deur omhoog kon trekken, terwijl de deur toch echt op slot zat. en het schuifraam zat er nog in. Bij nadere inspectie bleek de ploert het vroegere tochtraampje wat tegenwoordig een vast raampje is, met een “Stenleys” mes het complete rubber rond het raam te hebben weggesneden, voorzichtig het raam tegen een boom gezet en van dit alles hoorden wij niets, alléén hoorde Kees het knopje van de deur omhoog gaan. Na het ontstane gat te hebben afgedicht met een donkere handdoek hebben we de bus verplaats onder een lantaarnpaal en zijn verder gaan slapen, wat vreemd genoeg ook nog lukte. Vroeg weer wakker en met behulp iemand van de bewakingsdienst van het presidentiële verblijf het raam, wat gelukkig nog heel was er met speciale lijm er weer ingezet. Ontbeten, en toen zijn we met de man van het ferry boekingskantoor naar het consulaat van Nigeria gegaan om daar via een versnelde procedure, wat een beetje meer kostte onze visums te regelen, zodat we ze ’s middags weer op konden halen. Om een uur of half vier hebben we met onze man van de boot de visums opgehaald, en zijn per direct naar de havenplaats Tiko gereden zo’n 50 km. verderop. Daar aangekomen éérst door customs het paspoort voor de bus laten uitstempelen om vervolgens naar de kade te rijden waar de boot lag te wachten.     
Daar bleek het geen ferry te zijn waar we zomaar op en af konden rijden, in het verleden kon het wel met deze boot die ong. 60 jaar oud is, maar nu was het systeem te barsten. Er werden twee pallets tussen de boot en de kade gelegd, en twee loopplanken op de boot. Eén van de havenwerkers zou de bus er wel even oprijden, wat Kees uiteraard niet toestond. Het was beangstigend stijl, en met man en macht werd de bus tegen gehouden en na veel trammelant en een uur later stonden we als enige auto op de boot, die passagiers en goederen vervoerde. Omstreeks half elf vertrok de boot.
20 maart

                                         Groente in zakken doen op de boot op de Atlantische oceaan.

Op de boot hebben we een plekje gezocht om de nacht door te brengen, er zaten en lagen overal mensen. We hebben een bank op het dek uitgezocht voor de frisse lucht en hebben zo liggend en zittend zo veel mogelijk geslapen. Er werd ook een groente vervoerd die uit de verpakking(grote zakken) werd gehaald en over een dek verspreid om door de warmte niet te verpieteren, maar die moest voor aankomst ook weer ingepakt worden. Na ongeveert 10 uur varen over de Atlantische oceaan kwamen we aan in Calabar één van de havensteden van Nigeria. Daar ontmoetten we "Flobbert", de man die ons moest helpen in opdracht van de man in Kameroen om ons door de papieren rompslomp te loodsen. Kees probeerde het paspoort van de bus in orde te krijgen, maar daarvoor moesten we eerst naar de stad met een hoge baas van customs,
een ritje van ongeveer een half uur. Daar ontmoetten we zijn baas die toestemming moest geven om het die zelfde dag te regelen. De normale procedure is ongeveer 3 dagen, en nu werd het dezelfde dag nog geregeld.
Bij terugkomst op het kantoor werd er nog even een bijdrage gevraagd van 30.000 Nairo (€ 46,=), want
anders zou hij géén stempel of handtekening zetten, hetgeen Kees weigerde. Na een dreigend gesprekje van de kant van Kees werd het alsnog voor niets gedaan.

                                         Busje van de boot af.

Toen kwam de strijd om de bus van de boot te krijgen. Het dek van de boot lag drie en een halve meter lager als de kade. Er moest dus een kraan bij komen, en die werd besteld. Na een hevige discussie over de prijs dook er een Nigeriaan op die Nederlands sprak en zich ten gunste met de onderhandelingen ging bemoeien. Uiteindelijk kwam de kraan en werd de bus met veel geharrewar van de boot gehesen met behulp van havenwerkers om te voorkomen dat hij tegen de rand van een cotainer aan zou komen.
Daar de bus ongeveer 3000 kg. weegt waren er twee pogingen nodig om hem uiteindelijk om een uur of vier op de wal te zetten, en was het te laat om nog te vertrekken dus zijn we in de haven blijven slapen.

21 maart
                                          Medewerkers van de broodfabriek.

Voor ons doen redelijk vroeg opgestaan want we hadden van diverse kanten te horen gekregen vooral niet te stoppen in Benin-City, en niet te rijden in het donker want dat kan in Nigeria gevaarlijk zijn i.v.m. overvallen. Dus vroeg vertrokken naar het westen via Lagos naar Benin. Via een redelijke vierbaans snelweg moesten we via een bypass achter een dorp langs omdat ze aan de snelweg aan het werk waren. Daar zagen we een paar vrouwen drinkwater tanken, dus maakte we van de gelegenheid gebruik om onze voorraad ook weer aan te vullen. Terwijl kees aan het water tanken was, wat behoorlijk lang duurde want er kwam een pis straaltje uit, had Jannie koffie met brood klaargemaakt voor de nodige pauze.
Toen wij in Benin-City aankwamen moesten we de nodige keren de weg naar Lagos vragen, daar er in Nigeria zéér weinig wegaanduidingen zijn. Op een kruising vroeg Jannie weer de weg en kregen antwoord waar we heen moesten, maar er kwam óók een man aan de kant van Kees en die probeerde hem duidelijk te maken dat we moesten betalen voor het gebruik van de weg. Uit voorzorg hebben we allebei de deuren al op slot, en de ramen half open. De man probeerde nog de deur bij Kees open te maken, maar die gaf gewoon gas, gelukkig had een politie op de hoek het in de gaten, en die zorgde voor vrije doorgang. Doorgereden over de grote weg, en toen wij een chicken fastfood restaurant met parking zagen zijn wij gestopt om te vragen of ze open waren, wat helaas niet het geval was. Toen hebben we gevraagd of het eventueel mogelijk was om daar de nacht door te brengen achter een poort met gesloten deur.
Na met de bewaking te hebben gesproken was dat geen probleem. De auto die nog weg moest werd naar buiten geduwd, zodat wij op zijn plek konden gaan staan. Het nog aanwezige personeel van de daarnaast gelegen broodfabriek kwam nog even nieuwsgierig kijken, want een huisje op wielen heeft in dit continent nog niemand gezien, en wilde dus wel even op de foto. Daarna was iedereen vertrokken op de bewaker na, en zijn wij ons potje gaan koken en naar ons mandje gegaan.

22 maart

                                          Een deeltje van een krottewijk van Lagos (Nigeria)

Voor ons ontbijt wilden we bij de broodfabriek nog een vers brood kopen, maar dat kregen we gratis omdat wij hun gasten waren. Na het resterende personeel de bus van binnen te hebben laten zien en in het restaurant nog een paar ijsjes te hebben gekocht zijn we weer op weg gegaan. Onderweg was het heel gewoon dat we op de snelweg op de inhaalstrook diverse spookrijders tegen kwamen, waaronder zelfs diverse politie auto’s. Later kwamen we tot ontdekking dat ze dit deden om grote stukken slecht wegdek te vermeiden. Via de grote stad Lagos zijn we over de zéér slechte en achterlijk drukke kustweg naar de grens van het land Benin gereden, waar we in de loop van de middag aankwamen. Na de nodige strubbelingen die ongeveer anderhalf uur duurde konden we Benin inrijden. Op weg naar de hoofdstad Cotonou moesten we plotseling over een stuk tolweg. Daar wij nog géén geld van dat land hadden, parkeerde Jannie de auto en ging Kees achter op een motor met één van de tol medewerkers naar een nabij gelegen dorp om bij een geldwisselaar geld om te wisselen.
Na betaald te hebben gingen we naar Cotonau op zoek naar een hotel. We reden richting het strand en zagen een bordje met “Hotel” er op. Het geheel zag er goed uit, dus zijn we daar voor de komende dagen gebleven. Tijdens het avondeten troffen wij een man uit Zwitserland, die voor de gezelligheid bij ons aan tafel kwam eten. Wij vertelde onze plannen hoe wij terug wilden gaan naar Nederland.
Waarop hij aan ons vroeg of wij het nog niet gehoord hadden dat in Mali waar wij doorheen zouden rijden de regering door rebellen was afgezet, en dat tot nader order alle grenzen waren gesloten. Na gezellig gegeten en wat gedronken te hebben gingen wij gebroken naar onze koffer.

23 maart
                                          Ons hotelletje in Benin.

Ons reisschema moest totaal worden omgezet. Omdat we nu niet meer via Mali konden, moesten we het land omzeilen. Dus besloten we eerst naar de Nederlandse ambassade te gaan om daar te informeren wat onze mogelijkheden waren. Na eerst tel. een afspraak te hebben gemaakt omdat op vrijdag vaak de ambassades vroeger sluiten, bestelden wij een taxi.
Toen we met de taxi er na toe reden kregen we op een drukke rotonde een aanrijding, maar voor ons vreemd genoeg reden de beiden partijen door zonder naar de schade te kijken. Vlakbij der ambassade gaf de motor van de taxi het ook op en reden we met 10 km per uur verder. We werden heel hartelijk ontvangen door een medewerkster, die ons diverse adviezen gaf en hebben we samen besproken door welke landen we het beste konden reizen. Onze route is nu als volgt: Togo, Ghana, Cote d’ Ivoir, Guinea, Senegal, Mauretanië, Westelijke Sahara en Marocco. We kunnen aan de grens van Togo zonder problemen een visum verkrijgen. Maar dat ligt anders voor Ghana. Dus de medewerkster van onze ambassade belde een collega op de ambassade van Ghana of het nog mogelijk was nog even langs te komen, wat ze geen probleem vonden. Daar de ambassade van Ghana op loop afstand lag zijn we daar heen gegaan. We werden daar direct door een medewerker zeer snel en goed geholpen. Met de nodige papieren die weg gegaan en hebben een afspraak gemaakt om maandag vroeg langs te komen om onze paspoorten in te leveren om ze zo snel mogelijk weer met de nodige visums terug te krijgen. Onderweg eerst het geld van Benin uit de muur gehaald om vervolgens een nieuwe serie pasfoto’s te laten maken. Toen zijn we weer teruggaan naar ons hotel.

24 maart
                                          Strand van de Atlantische oceaan, 100 meter vanaf ons hotel.
In de morgen even naar het honderd meter verderop gelegen strand gegaan van de Atlantische oceaan om even uit te waaien, want het is hier weer niet te harden, je doet niets, maar het zweet druppelt uit je armen. Jannie moest weer zonodig met opgerolde pijpen de zee in lopen, maar ja een plotselinge golf en ze was zeiknat. Het was weer eens een relaxdag. Na koffie te hebben gedronken de foto’s van de afgelopen dagen op de computer gezet, mail en bankzaken bekeken en onze site weer bijgewerkt. Terwijl Kees op de laptop bezig was heeft Jannie het wasgoed weer schoongemaakt en op orde gebracht. Gelukkig hebben we airco op onze kamer, want anders was het niet te overleven.

25 maart
                                          Kees met gast.

Dit is een relaxdag in het hotel alles in het teken van de afwachting van onze visum aanvraag.
Dus hebben we de site een update gegeven, en wat werkzaamheden aan de bus gedaan. En Kees heeft een gast uit Nigeria een beetje wegwijs gemaakt hoe hij een site op internet moest maken.

26 maart
                                          Rijles in Cotanou (Benin) om pionnetjes
We hadden om half negen een afspraak met een taxichauffeur, maar die kwam natuurlijk zoals bijna iedereen in Afrika te laat. We zijn met hem naar de ambassade van Ghana gereden om de aanvraag voor onze visums in te leveren. Toen we klaar waren hebben we ons terug laten brengen naar ons hotel, en op zijn terugweg heeft hij ons nog even bij een buurt supermarktje afgezet. Daar hebben wij wat voorraad ingeslagen, en zijn teruggelopen naar ons hotel. Kees heeft daar enige tijd met een andere gast in de lounche van het hotel een uurtje gezellig zitten praten. Jannie heeft haar zusje via mail gefeliciteerd met haar verjaardag van de volgende dag, daar we dan uit het hotel zouden vertrekken, en dus voorlopig geen internet verbinding zouden hebben. ’s Avonds hebben we nog gezellig met de Zwitserse gast gedineerd.

27 maart
                                          Onderweg naar Togo.
Jannie heeft ’s morgens uitgeboekt bij het hotel, ondertussen heeft Kees de drinkwater voorraad in de bus aangevuld. Om ong. elf uur vertrokken naar de westelijke kant van de stad om onze visums bij de ambassade van Ghana op te halen. Na ong. een half uur hadden we de ambassade gevonden, maar omdat we daar pas om twee uur de afspraak hadden, zijn we eerst naar een zéér grote westerse supermarkt in de buurt gegaan waar werkelijk alles te koop was, o.a. Goudse  kaas enz. Hierna hebben we de visums opgehaald, wat binnen één minuut geregeld was. Hierna hebben we getankt, en zijn doorgereden in westelijke richting naar de grens van Togo. De visums van dit land kon direct aan de grens worden geregeld. Daar het al een uur of vijf was, en het redelijk dicht bij het strand van de Atlantische oceaan was, dus lekkere frisse zeewind besloten we om daar te blijven slapen.